BD.7602
17 en 18 mei 1960
Zin en doel van het bestaan: Het zich afkeren van de wereld
En spoedig zal het voor u tot zekerheid worden, dat de wereld
uw wensen en begeerten niet kan vervullen. Want ze zal ieder ontgoochelen,
die nog een vonkje geestelijk leven in zich heeft. Dat wil zeggen ze zal
hem, die streeft naar het leven dat eeuwig duurt, op den duur niet kunnen
bevredigen. Alleen hij, die helemaal een prooi is van de wereld, dus eigendom
is van de heer van deze wereld, zal zijn streven naar deze wereld niet
staken, want deze zal de heer die hem gevangen houdt niet opgeven.
Maar steeds weer zal God zelf de mens de symptomen van de vergankelijkheid
van deze wereld doen beseffen. Steeds weer zal de wereld degene teleurstellen,
om wiens ziel God nog worstelt. En steeds weer zal dit dus een middel
zijn om de mens van zijn liefde voor de wereld te bevrijden, ofschoon
hij nog midden in de wereld moet staan, omdat het leven als mens dit zo
verlangt. Maar hij zal inzien, dat de wereld niet de zin en het doel van
het leven op aarde is, veeleer dat hij vanwege zijn ziel op aarde is en
dat deze wat anders begeert dan de wereld haar kan bieden.
Daarom zult u mensen ook met zekerheid een verandering in het wereldgebeuren
kunnen verwachten. Hiervan zult u zeker kunnen zijn, dat er veel zal geschieden
en u uit uw rust zou kunnen doen opschrikken. Want omwille van de weinigen,
die nog besluiteloos zijn welke weg ze zullen gaan, wordt dezen de weg
duidelijk getoond. Ze moeten de liefde voor de wereld nog opofferen en
ze worden daarbij geholpen. Want wie inziet dat de wereld bedrieglijk
en waardeloos is, aarzelt ook niet ze op te offeren voor datgene wat hem
waardevoller voorkomt.
En dit doel wordt van Gods zijde beoogd, wanneer Hij dingen toelaat,
die u mensen vaak niet zult kunnen begrijpen en met de liefde Gods in
overeenstemming kunt brengen. Want Hij houdt steeds rekening met de geestelijke
nood en de instelling van ieder afzonderlijk en Hij is steeds tot hulp
bereid. En wanneer de wereld een mens ernstig teleurstelt, vindt deze
ook gemakkelijker de weg naar God. En dat wil Hij bereiken, dat ze in
vrije wil God zoeken en Hij zich dan ook kan laten vinden.
Maar zolang de wereld de wens van de mensen vervult, blijft de blik op
de wereld gericht en aan een God schenken ze dan geen aandacht. Want ze
zien het aardse leven nog als doel op zich, dat toch alleen maar het middel
tot het doel is. En alleen zich steeds herhalende mislukkingen kunnen
hen op andere gedachten brengen en ze nadenkend laten worden. En wat door
de mens eerst als zware slag van het noodlot werd ondervonden, kan spoedig
een grote zegen laten inzien. Het kan de mens innerlijk veranderen en
hem ook tot een andere leefwijze bewegen, die bevorderlijk is voor zijn
ziel.
De mensen zijn op de wereld gezet. Ze moeten voldoen aan de eisen, die
bevorderlijk zijn voor de instandhouding van het lichaam. Maar ze moeten
niet vanwege de wereld het geestelijke leven vergeten, dat ze onvoorwaardelijk
naast het aardse leven moeten leiden, wil de levensweg over de aarde worden
vervuld. Want de ziel moet rijp worden en aan haar moet worden gedacht,
wat al te vaak vanwege de wereld wordt verzuimd. En toch is de vergankelijkheid
van het aardse, de waardeloosheid van de wereld, zo duidelijk zichtbaar
en door ieder mens in te zien bij goede wil. En deze wordt ook ingezien
door diegenen, die zich bewust zijn van hun verantwoording en daarom ook
nadenken over zin en doel van het bestaan op aarde.
En God helpt hen allen, doordat Hij hen steeds meer zal laten kennismaken
met de vergankelijkheid van de wereld, doordat Hij vaak met geweld uit
de weg ruimt, wat alleen maar een hindernis betekent bij het opklimmen
naar boven. En Hij zal zich zelf nog vaak openbaren door noodlottige gebeurtenissen,
die niet van de wil van een mens afhankelijk zijn, maar duidelijk het
ingrijpen van een hogere Macht verraden. Want Hij wil worden onderkend.
Hij wil worden aangeroepen en gevraagd om Zijn hulp. Hij wil de mensen
dan blijk geven van zich zelf door Zijn duidelijke hulpverlening. Hij
wil de mensen afkerig maken van de wereld en hen richten op het rijk,
dat niet van deze wereld is. Hij wil dat de mensen Hem zoeken, opdat Hij zich ook kan laten vinden.
Amen |