BD.7565 Gods heilsplan en het einde Mijn plan van eeuwigheid wordt uitgevoerd, want mijn liefde en wijsheid waren bepalend bij dit plan en mijn macht brengt alles tot stand wat Ik wil. Daarom kan noch de wil van de mensen, noch het handelen van mijn tegenstander Mij dat beletten. En het zou voor Mij heel gemakkelijk zijn om u mensen zo ver in te wijden dat u ook op de hoogte zou zijn van de dag en het uur dat Ik het plan realiseer. Maar dit wordt weer door mijn liefde en wijsheid verhinderd, omdat het mijn schepselen niet tot heil strekt, want een weten van dag en uur van het einde van deze aarde zou betekenen ze dan onder een zekere dwang van de wil hun opgave op aarde zouden vervullen. Maar mijn liefde wil u mensen ook weer waarschuwen en aanmanen. Mijn liefde wil alleen graag dat u zich voorbereidt en het einde niet zult hoeven te vrezen. En daarom kondig Ik u steeds weer door zieners en profeten het einde aan als vlak voor de deur staand, zoals het is geschied vanaf het begin van deze aardperiode en gebeuren zal, tot het einde werkelijkheid wordt. Ik laat u mensen niet zonder weten daarover. Toch zal dit weten u nooit worden bewezen, vanwege uw wilsvrijheid. U zult het altijd alleen maar moeten geloven en overeenstemmend met dit geloof uw levenswandel leiden. En mijn heilsplan zal dan zo verlopen, dat u er niet onder lijdt. Maar het wordt uitgevoerd volgens mijn wil, want Ik weet waarlijk wat voor u, mijn schepselen, voor uw bestwil is, ongeacht of u al als mens over deze aarde gaat of nog in gekluisterde toestand de scheppingswerken bewoont. Ik weet wanneer voor u de tijd is gekomen, dat uw toestand anders wordt, dat al het geestelijke de vorm moet verlaten die het gekluisterd houdt. Ik weet wanneer de wettelijke ordening weer tot stand moet worden gebracht en wat voor de positieve ontwikkeling van het geestelijke dienstig is. En omdat mijn liefde en wijsheid bepalend zijn, zal Ik ook de tijd in acht nemen die Ik me van eeuwigheid heb gesteld voor mijn heilswerk. En wanneer Ik u mensen dus de tijd als "dichtbij zijnd" aankondig, wanneer Ik u steeds weer aanmaan te denken aan uw einde, dan brengt ook alleen mijn liefde Mij daartoe, die u graag waarlijk een gelukzalig lot wil bereiden en u steeds weer wijst op de weg die u zult moeten gaan om gelukzalig te worden. Daarom spreek Ik u mensen steeds weer van boven toe, want anders kan u geen tijding toekomen over dat wat komt, omdat niemand buiten Mij dit weten kan en omdat Ik wil dat ook u er kennis van zult nemen, zelfs wanneer u het alleen maar zult hoeven te geloven. Maar u bent gezegend, wanneer u mijn woord van boven geloof schenkt. Want niemand buiten Mij kan u naar waarheid onderrichten. Niemand kan u dit weten overbrengen, wanneer Ik zelf het u niet doe toekomen door mijn geest. Daarom behoort er ook een vast geloof toe, mijn woord als waarheid aan te nemen, een geloof dat door de liefde werd verkregen. En omdat er zo weinig liefde onder de mensen is, is ook het geloof aan een einde slechts zelden te vinden. En de mensen gaan onverantwoord voort op hun levensweg en benutten niet de tijd die hun nog blijft tot het einde en die waarlijk nog maar kort is. En u zou ontsteld raken als u dag en uur zou weten. Maar dit weten blijft voor u verborgen, want het zou u niet tot nut zijn voor uw voltooiing. Maar het zal komen, plotseling en onverwacht. En daarom gaat steeds maar mijn zorg naar u uit en spreek Ik u steeds weer aan. Het nabij zijnde einde is de motivatie van mijn aanspreken, omdat Ik steeds nog zielen wil winnen die Mij aanhoren en aan mijn woord geloof schenken. Want dezen zullen zich voorbereiden. Ze zullen hun best doen naar mijn woord te leven en hun goede wil zal van Mij uit steeds versterking ondervinden. Ze zullen steeds weer verlangen Mij te horen en uit mijn woord waarlijk de kracht halen, omdat Ik mijn woord met mijn kracht heb gezegend. Amen |