BD.7562
29 maart 1960
Totale geestelijke ommekeer
Een geestelijke ommekeer ten goede zal op deze aarde niet
meer plaatsvinden en de mensen die deze hoop koesteren, denken verkeerd
en daarom zullen ze verrast zijn wanneer het verloop van het wereldgebeuren
hen ervan zal overtuigen dat er nergens een geestelijke verandering is
te onderkennen, dat de mensen steeds dieper wegzinken in de duisternis,
hoe verder de tijd verloopt. De mensen zelf veranderen zichzelf niet meer
in die mate dat Ik van een ontbinding van de scheppingen afstand zou kunnen
nemen. Ze vallen steeds meer ten prooi aan mijn tegenstander, ze vervullen
diens wensen en worden daarom steeds rijper voor de ondergang, die het
einde van deze aarde voor de mensheid betekent. Er zijn er nog maar weinige
die de ernst van de tijd inzien, die hun best doen hun levenswandel te
leiden volgens mijn wil, die in Mij geloven en daarom genade vinden in mijn ogen. En dezen geloven ook aan een einde, omdat ze het lage geestelijk
niveau van de mensen op de voet kunnen volgen en inzien dat de aarde rijp
is voor de ondergang.
Maar deze weinigen kunnen Mij er niet toe brengen van het laatste vernietigingswerk
af te zien, want Ik moet ook aan het nog gekluisterde geestelijke denken,
dat zijn ontwikkelingsgang moet voortzetten in nieuwe scheppingen. Ik
moet aan de mensen denken die falen, dat ze weer kunnen worden opgenomen
in het positieve ontwikkelingsproces, dat ze aan de macht van mijn tegenstander
worden ontrukt. Deze mensen zouden onherroepelijk steeds verder in de
diepte storten als Ik de aarde zou laten bestaan, en dan maak Ik tevens
geen einde aan de activiteiten van mijn tegenstander. Deze periode van
de aarde moet ten einde lopen en een nieuwe weer beginnen, daar anders
de goddelijke ordening nooit tot stand zou worden gebracht, zoals dit
toch mijn heilsplan is van eeuwigheid. Eens loopt elke verlossingsperiode
ten einde, en voor deze is nu de tijd gekomen waarin de ordening weer
tot stand moet worden gebracht, opdat de ontwikkelingsgang van het geestelijke
verder kan gaan.
Voor ieder mens die niet streeft naar het geestelijke is dit onbegrijpelijk,
maar ieder wiens geest is gewekt en met open ogen om zich heen kijkt,
moet het begrijpen. Het ongeloof en de liefdeloosheid krijgen de overhand,
de mensen houden geen rekening meer met een voortleven na de dood, ze
geloven niet in Jezus Christus en Zijn verlossingswerk, ze leven een puur
werelds leven en denken niet aan de zin en het doel van hun bestaan. En
maar zelden is een mens nog te winnen voor Mij en mijn rijk. En derhalve
is er een geestelijk laag niveau ingetreden dat niet anders meer is op
te heffen dan door een volledige nieuwe ordening, een "rechtspreken"
en het brengen van het geestelijke in de vorm die in overeenstemming is
met de toestand van zijn rijpheid. En het omvormingswerk aan de oude aarde
moet dat tot stand brengen dat alle vormen worden vernietigd en dat het
erin gekluisterde geestelijke in andere vormen zal worden ingelijfd, opdat
de positieve ontwikkeling door kan gaan. En hiervoor is een totale ommekeer
vereist, geestelijk en aards, het verlangt het einde van de oude aarde
en het ontstaan van een nieuwe, het eist een tot stand brengen van de
ordening van eeuwigheid, dat steeds weer van mijn kant uit zal worden
doorgevoerd wanneer de tijd is afgelopen, wanneer een verlossingsperiode
haar einde heeft gevonden volgens beschikking van eeuwigheid.
Amen
|