BD.7512
1 februari 1960
Bewuste of mediamieke ontvangsten
Er wordt u een weten gebracht door de geest, u wordt
van binnen uit onderricht en zult dan dit weten door kunnen geven, maar
u zult steeds kunnen tonen dat de oorsprong in uzelf ligt, u zult met
zekerheid kunnen bestrijden het van buitenaf ontvangen te hebben en derhalve
dus voor een geestelijke lering opkomen als ontvangen van Mij zelf. En
dat is dan ook de garantie dat die geestelijke lering waarheid is, want
zo de geest in u u onderricht, moet u de waarheid ontvangen, omdat de
geest in u een deeltje is van Mij, omdat hij u alleen maar dat kan verkondigen
wat overeenstemt met de waarheid, daar hij geest is van mijn geest en
Ik de eeuwige Waarheid zelf ben.
Dus u zult met zekerheid uw weten als waarheid kunnen verdedigen, want
u hebt de geestelijke lering niet van buitenaf in ontvangst genomen, u
hebt haar niet door studie verworven, maar u bezit een omvangrijk weten
dat uit uzelf is gekomen, dat in waarheid u "van boven" werd
toegezonden, omdat de geest in u met "boven", met Mij, in verbinding
staat en deze band eeuwig niet zal opgeven.
En toch is er nog onderzoek nodig of het weten dat u bezit, u in een toestand
van mediamieke ontvangst werd overgebracht, of dat u het in een toestand
van volledige bewustheid in ontvangst hebt genomen. U zult steeds een
ernstig onderzoek moeten instellen, wanneer u uw geestelijk eigendom als
waarheid wilt uitdragen, want de mogelijkheid bestaat ook dat u zich in
een toestand van niet bewustzijn aan geestelijke krachten overgeeft, die
eveneens geestelijke leringen op u trachten over te dragen, wanneer u
afziet van uw wil en deze krachten uw wil gebruiken kunnen. Dan ligt het
meer voor de hand dat ook onwetende krachten hun "kennis" aan
u kwijt willen, omdat ze niet tegengehouden worden door een duidelijke
wil en het verlangen naar waarheid, dat de mens beschermt tegen dwaling.
En dat moet u nauwgezet onderzoeken. Want de geest in u uit zich in 'n
toestand van volledig wakker zijn, hij spreekt uw ziel aan en geeft deze
te kennen wat Ik zelf de mens op aarde wil overbrengen, omdat de geest
in u 'n deeltje is van de Vadergeest van eeuwigheid. Maar mediamieke ontvangsten
zijn en blijven een gevaar voor de mens want hij is niet beschermd tegen
vijandige invloed, omdat de ziel zich niet bewust opstelt om weerstand
te bieden wanneer vijandige krachten naderen. En ze zullen dit steeds
doen onder de dekmantel van de waarheid, om aangehoord te worden.
Maar u, mensen zult moeilijk dwaling van waarheid kunnen onderscheiden,
omdat hij goed gecamoufleerd is, doch zodra maar de geringste afwijking
te onderkennen is van de geestelijke leringen die u mensen door het werkzaam
zijn van mijn geest toekomen, moet u oplettend zijn dat u niet ten prooi
valt aan de dwaling, want in dat geval is het werkzaam zijn van de vijandige
krachten al vast te stellen, juist door de tegenstrijdigheid met mijn
zuivere geestelijke leer.
Maar u wordt steeds weer gewaarschuwd u niet in een mediamieke toestand
te verplaatsen of te laten brengen, want die is een gevaar voor u waaraan
u zichzelf uitlevert. Want uzelf zal het moeilijk vallen de waarheid van
de dwaling te scheiden, omdat de dwaling erg knap verhuld is en de onzuivere
geestelijke krachten zich eveneens van mijn uitspraken bedienen, die ze
kennen en aanwenden voor hun doeleinden.
Het werkzaam zijn van de geest garandeert zuivere waarheid, mediamieke
ontvangsten zijn echter geen geestelijke activiteiten in de goede zin, ofschoon
ook geestelijke wezens trachten zich te laten gelden er het hun ook lukt,
wanneer de mens afziet van zijn wil, wanneer hij in een toestand van niet
bewustheid zich door hen laat gebruiken als werktuig. En dit onderzoek
zult u moeten uitvoeren wanneer u een geestelijke lering wordt aangeboden
die niet op alle punten overeenstemt met het door Mij aan u toegezonden
woord. Het hoeft niet zo te zijn dat de wil van de ontvangers niet op
Mij gericht is, maar ze zijn ook niet zo met Mij verbonden dat ze zich
volledig aan Mij overgeven, zodat Ik hen kan beschermen tegen die krachten.
Ze hebben vaak een grote geldingsdrang en willen op de voorgrond treden
en dat toont een graad van arrogantie die de tegenstander heel goed weet
te benutten. En daar ze zelf overtuigd zijn van hun taak om als werktuig
te dienen, onderzoeken ze zichzelf ook niet ernstig en lenen zich dus
om onjuiste geestelijke leringen te verbreiden, wanneer ze niet serieus
het heil van hun ziel nastreven en dan ook innerlijk een weerstand voelen
zich verder op mediamiek niveau bezig te houden.
Het werkzaam zijn van de geest moet bij volledig bewustzijn plaats vinden
en nu wordt er aan de mens innerlijk leerstof overgebracht waarin mijn geest werkzaam kan zijn, want hij staat in directe verbinding met Mij
en hij hoort mijn woord, hij hoort Mij zelf omdat de vonk van zijn geest
de band tot stand heeft gebracht met de Vadergeest van eeuwigheid, met
Mij, die me nu tegenover hem uit, zoals het voor hem en de mensheid tot
zegen is. En hij zal steeds de zuivere waarheid ontvangen en weergeven,
hij zal nooit bang hoeven te zijn aan de dwaling ten prooi te vallen,
zolang hij zelf de waarheid begeert.
Amen |