BD.7392
19 augustus 1959
Echte profetie
De gave van voorspelling, de echte profetie, is het "werkzaam
zijn van de geest Gods" in de mens. Wie dat weet zal zulke profetieën
ook de juiste waarde toekennen, die de verplichting inhoudt dat zulke
profetieën verbreid worden omdat het Gods wil is dat de mensen daarvan
horen, daar Hij zulke profetieën anders niet door de geest van de
mens geopenbaard had.
Want de profetieën worden de mensen niet toegestuurd om hen te verontrusten
of hun de toekomst te onthullen, maar zij hebben het doel dat de mensen
zich van hun verantwoording bewust - hun leven instellen in overeenstemming
met de voorspellingen. Want ieder mens zal weten dat hij nog voor verandering
vatbaar is en dat hij er alleen maar goed aan doet zijn wezen te veranderen,
dat wil zeggen: het volgens de wil van God in te richten, om dan ook alles rustig
op zich af te laten komen wat God over de mensen zendt.
De gave van profetie verplicht dus. De mens hoeft daarom niet te vrezen
dat hij uit zichzelf iets verkondigt, omdat - waar het werken van de geest
eenmaal duidelijk is - de mens steeds onder deze invloed staat zodra het
om geestelijk weten gaat, waarbij ook de toekomstige gebeurtenissen horen
die hun geestelijke motivatie hebben en nooit door een alleen wereldsgezind
mens vermeld zouden worden, die er niet in gelooft. Wie het toekomstige
verkondigt in samenhang met de geestelijke uitwerking, die spreekt in
opdracht van God, want ieder aardsgezind mens weigert zulke profetieën
uit te spreken en ze onder de medemensen te verbreiden. Het ligt in de
aard van de zaak dat alleen een geestelijk ontwaakt mens gebeurtenissen
aankondigt, die in opdracht van God spreekt en deze heeft ook de opdracht
voor de verbreiding zorg te dragen - in zover hem dit mogelijk is. Want
hij wordt daarbij steeds geleid zoals het goed is, als hij maar acht geeft
op iedere zachte impuls en zich laat leiden door de innerlijke stem, die
altijd als uiting van de geest te beschouwen is.
De gave van profetie is niet veel mensen gegeven, maar de weinige aan
wie de geest uit God iets toekomstigs aankondigt, moeten hun ambt uitoefenen
en zorg dragen voor de verbreiding van wat hun wordt toegestuurd. En zij
hoeven niet te vrezen tegen de wil van God in te handelen, want de mensheid
moet opmerkzaam gemaakt worden op dat wat komt en ze moet zich in overeenstemming
daarmee er op instellen. En de geest uit God zal de gelegenheid verschaffen,
Hij zal de mensen samenbrengen, Hij zal de profeet innerlijk aansporen
wanneer hij spreken moet, zoals Hij hem ook zachtjes zal waarschuwen wanneer
het niet juist is, daarover te spreken.
De mens hoeft alleen maar te letten op die zachte stem in zich, want waar
de geest uit God eenmaal aan het werk is daar geeft Hij ook zijn werk
niet op en leidt de mens volgens Gods wil. Dit zij u nog eenmaal gezegd,
dat u voor grote gebeurtenissen staat en dat het goed is als de mensheid
daar reeds tevoren iets over te weten komt, zelfs als ze ongelovig tegenover
de voorspellingen staat.
Maar dat het tevoren reeds verkondigd werd, dat wordt hun eenmaal ook
duidelijk en dan zullen die gebeurtenissen een grotere uitwerking hebben
op de zielen van de mensen. Zij zullen ook de aankondigingen van een naderend
einde geloof schenken, wat van het allergrootste belang is, want er blijft
hun nog een korte tijd die zij goed voor het heil van hun ziel kunnen
benutten - als zij maar van goede wil zijn.
En God zal niet ophouden te waarschuwen en te vermanen, en zo zal Hij
ook steeds weer door de stem van de geest wijzen op de komende gebeurtenissen.
Hij zal nooit ophouden, tot de dag gekomen is die grote ontzetting teweeg
zal brengen, omdat zich dan maar weinigen kunnen redden, terwijl toch
de mens alleen de juiste instelling tot "Hem" moet hebben om
door alle noden en gevaren heen geleid te worden, of, wanneer hij zijn
leven moet geven, hem een mooier leven beschoren is in de eeuwigheid.
Er kan niet genoeg gewezen worden op wat komt, en u die met de geest vervuld
bent moet altijd alleen uitspreken wat de geest u verkondigt. En u zult
de wil van God nakomen, die zelf door Zijn geest tot u spreekt en tot
alle mensen spreken wil.
Amen |