BD.7358
8 mei 1959
De hemelvaart van Jezus
De mensen vinden het moeilijk iets te geloven wat zich niet laat bewijzen, wanneer het gaat om bovennatuurlijke verschijnselen, die juist alleen in het geloof als waar aangenomen kunnen worden. Daar hoort ook mijn hemelvaart bij, het laatste gebeuren van mijn gang over de aarde, dat waarlijk buitenwettelijk plaatsvond, maar alleen door volmaakte mensen kon worden waargenomen. En deze volmaakte mensen hadden de opdracht daar bericht over te geven aan de mensen die zij de tijding brachten van mijn verlossingsdood, van mijn lijden en sterven aan het kruis en van mijn verrijzenis.
Mijn leerlingen gaven dus ook mijn hemelvaart te kennen, maar ze vonden ook alleen daar geloof, waar de mensen door de liefde al meer geestelijk gezind waren en die daarom ook dat konden geloven wat hun werd overgebracht. Ze durfden tegenover de getuigen van mijn hemelvaart ook geen twijfel te koesteren, omdat ze voelden dat mijn getuigen de waarheid spraken en vanuit hogere opdracht hun het evangelie verkondigden. En daarom bleef het geloof in de hemelvaart van Jezus nog lange tijd behouden. Er werd niet zo aan getwijfeld als dat nu het geval is, terwijl de liefde onder de mensen is bekoeld en het geloof ook volledig dood kan worden genoemd. Bovendien ontbreken er geloofwaardige getuigen van dat gebeuren en moeten de mensen onvoorwaardelijk dat voor waar houden, wat hun als overlevering of uit het boek der vaderen bekend is.
Maar het levende geloof ontbreekt, want dit kan alleen door een leven in liefde worden gewekt, waardoor de geest van de mens ontwaakt en het licht zal worden in de mens en voor dit probleem dan ook een gemakkelijke oplossing wordt gevonden, die zonder een gewekte geest nooit kan worden verkregen. Toen Ik ten hemel ben gevaren, stonden er om Mij heen mannen en vrouwen wier geest was gewekt, die Mij in vurige liefde aanhingen en wier harten zelf vol van liefde waren. En daarom werd voor hen een gebeuren zichtbaar, dat heel natuurlijk was, omdat niet meer mijn aardse lichaam bestond, maar Ik Me had gekleed in een volledig verheerlijkt lichaam, alleen om juist voor die mensen zichtbaar te kunnen blijven, tot Ik hen verliet om in het rijk terug te keren van waaruit Ik was gekomen. En mijn rijk is alleen licht en liefde. Het is met aardse ogen niet te zien, kan alleen door geestelijke ogen worden waargenomen, zoals ook iedere zuivere geest zich ophoudt te midden van een zee van licht en ook alleen met geestelijke ogen kan worden geschouwd. Een volmaakte ziel trekt bij haar dood het lichtkleed aan en straalt in volle pracht en heerlijkheid. En zouden de mensen geestelijk al volmaakt zijn, dan zouden ze ook soms zo’n lichtgestalte kunnen waarnemen, wanneer de ziel haar aardse lichaam achterlaat. Wanneer het leven van haar lichaam ten einde is en de ziel het rijk hierna binnengaat. Want iedere ziel die zich inspant om op aarde volmaakt te worden, zal al in een zekere graad vergeestelijkt zijn, zodat ze zich kan kleden met een stralenkleed, alleen hebben heel weinig mensen de genadegave geestelijk te kunnen schouwen wanneer een ziel haar aardse lichaam verlaat. En daarom is het ook voor de mensen met een niet gewekte geest niet geloofwaardig te maken, dat Ik na mijn verrijzenis ben "opgevaren ten hemel". Een gebeuren dat ook alleen ter wille van mijn leerlingen plaatsvond in alle heerlijkheid, opdat dezen hun taak konden vervullen in overtuigd geloof aan mijn macht en heerlijkheid. Want ze moesten het evangelie uitdragen in de wereld en ze moesten getuigenis afleggen van mijn verrijzenis en hemelvaart.
In hoeverre nu de mens dat kan geloven, hangt alleen af van de sterkte van zijn liefde voor Mij en voor de naaste.
Alles vindt zijn oorsprong in de vervulling van deze twee geboden van Mij: het hoogste inzicht en een levend geloof ontstaan uit de liefde voor God en voor de naaste. Maar zonder het nakomen van die geboden zal het voor u mensen onmogelijk zijn dat te geloven wat u niet bewezen kan worden, vanwege uw wilsvrijheid. Maar u zult u gelukkig kunnen prijzen wanneer u gelooft zonder bewijzen. Want zo’n geloof zal u beloond worden wanneer dit het gevolg is van een onbaatzuchtig leven in liefde.
Dan zult ook u ooit een stralend lichtkleed aantrekken en u zult de dood niet smaken. U zult eveneens "opvaren ten hemel". U zult kunnen binnengaan in het rijk van vrede en gelukzaligheid. En stralend helder zal het licht u vervullen, omdat u nu in het licht vertoeft tot in alle eeuwigheid.
Amen |