BD.7356
6 mei 1959
De tegenwoordigheid van Jezus wordt verzekerd door Hem voortdurend
aan te roepen
Dit ene moet u zeker weten, dat Ik hen die van Mij willen
zijn, niet verlaat. Er zullen nog veel bekoringen over u komen, maar daar
ben Ik van op de hoogte en sta u als bescherming altijd ter zijde. Maar
u moet alles doen om deze verzoekingen te weerstaan.
Mijn tegenstander heeft het recht u op de proef te stellen, omdat hij
nog maar korte tijd kan regeren in deze wereld en daarom met alle middelen
probeert zijn aanhang te behouden. En hij ziet ook de mijnen, die zich
aan zijn macht en wil hebben onttrokken en probeert het bij dezen met
vergrote kracht.
Maar u hoeft hem niet te vrezen, want de mijnen laat Ik me niet ontrukken,
de mijnen bescherm Ik tegen hem en zijn macht. En er bestaat een zeker
middel hem van u af te weren, wanneer u maar steeds Mij zelf aanroept,
wanneer u mijn naam uitspreekt in diep vertrouwen, dat Ik u help. Al is
het maar een gedachte. Maar u zult u tot Mij zelf moeten wenden en u zult
vrij worden van hem.
Zijn macht over de mijnen is niet groot meer, want aan de liefde voor
Mij ketst alles af wat hij ook tegen u onderneemt. Maar hij gebruikt vaak
middelen die u erg aangrijpen en toch hoeft u hiervoor ook niet te vrezen,
wanneer u maar steeds aan Mij denkt, die aan het kruis voor u alles gedragen
heb wat u bezwaarde als zondeschuld. Ik heb u verlost, Ik heb u bevrijd
uit zijn heerschappij en dus is alleen uw eigen wil nodig, dat u dit kruisoffer
van Mij aanneemt, dat u het als voor u volbracht aanziet en gelooft dat mijn tegenstander geen macht meer over u heeft, zodra u zich vrijwillig
aan Mij overgeeft. Denk elk ogenblik aan Mij en u geeft daardoor Mij zelf
aanleiding om voortdurend bij u tegenwoordig te zijn. Wat kan u dan nog
gebeuren wanneer Ik bij u aanwezig ben? U hoeft dan niets en niemand meer
te vrezen, want zelfs de anders zo machtige tegenstander is machteloos
zodra Ik me aan uw zijde bevind, en dat Ik u terzijde blijf staan, bepaalt
alleen uw wil, Mij niet uit uw gedachten weg te laten, Mij te roepen in
elke nood en benarde toestand, mijn naam uit te spreken in het vertrouwen
op mijn bijstand, die Ik u te allen tijde beloof.
Laat alleen uw geloof levend worden door voortdurend werkzaam te zijn
in liefde en u zult aan geen nood meer zijn blootgesteld, want een levend
geloof bant geestelijke en aardse nood, een levend geloof kent geen vrees
en geen falen, een levend geloof is samen werkzaam zijn met Mij zelf,
tegen wie geen tegenstander op kan, die overwinnaar is van de grootste
vijand en aan wie u zich daarom ook volledig en helemaal moet overgeven,
omdat u dan de mijne bent en blijft en eeuwig niets meer hoeft te vrezen.
Want mijn liefde geldt u al vanaf het allereerste begin en mijn liefde
houdt nooit op.
En zo zal ook de Vader Zijn kind beschermen tegen elk gevaar dat hem dreigt
door de vijand, Hij zal naast hem gaan en de handen beschermend uitspreiden,
en alle wegen van het kind zullen geëffend zijn, dat het 't doel
goed bereiken zal.
Amen |