BD.7283
15 februari 1959
Lichtkleed - IJverige zielenarbeid en een onverwacht einde
Ook dat wordt u steeds weer gezegd, dat u niet zult moeten dralen om aan uw zielenarbeid te beginnen, omdat u niet veel tijd meer rest. Steeds weer wordt u aangemaand elke dag te benutten voor uw zielenheil, want geen van u weet dag en uur van zijn sterven en geen van u heeft nog zeer veel tijd te verwachten, omdat het einde voor u allen als bij verrassing komt, maar vele van u niet weten of ze het einde nog meemaken of al tevoren van de aarde worden weggeroepen. U neemt zulke woorden niet serieus, wat bewijst dat u er niet in gelooft. En toch zou u er rekening mee moeten houden dat het aardse leven van ieder slechts kort kan zijn bemeten, wat de gebeurtenissen om u heen u alle dagen bewijzen. Eens zult u bitter berouw hebben van elke dag die u onbenut liet om uw ziel voordeel te verschaffen voor het geestelijke rijk, want het zijn nutteloze dagen waarop u geen enkele zielenarbeid verricht, waarop u niet uw best doet goede werken te verrichten die u alleen navolgen in de eeuwigheid.
Het is waarlijk uiterst dringend dat u deze woorden ter harte neemt, dat u zult moeten werken zolang het nog dag is, omdat de nacht u onherroepelijk overvalt, waarin u niet meer kunt werken. En u zou nog zoveel werken van liefde kunnen verrichten, dat u waarlijk voor uw ziel een graad van rijpheid zou kunnen verkrijgen die u het binnengaan in hoogste gelukzaligheid verzekert. U zou voor uw ziel rijkdommen kunnen verwerven waarmee u dan kunt werken in het geestelijke rijk. U zou u waarlijk een lichtkleed kunnen verschaffen en hoefde dan het binnengaan in het rijk hierna niet te vrezen. Maar u doet het niet omdat u er niet in gelooft dat uw levenswandel op aarde na uw lichamelijke dood eens gevolgen zal hebben.
En daarom wordt het u steeds weer gezegd, dat u niet zult moeten treuzelen uw ziel aan een lichtkleed te helpen, dat u zich alleen op aarde kunt verschaffen door ijverige zielenarbeid, door een leven naar de wil van God, door het nakomen van Gods geboden van de liefde, door een voortdurend strijden tegen en bestrijden van de zwakheden en begeerten die uw ziel omlaag trekken en haar niet in hogere sferen laten opstijgen, wanneer ze eenmaal vrij wordt van de keten van het lichaam. Dan kan ze eveneens nog geketend zijn aan de materie door haar verlangen hiernaar en dan zal ze geen gelukzalige verblijfplaats vinden in het hiernamaals, maar nog lang onder het verlangen naar aards-materiële goederen te lijden hebben. Ze zal zich niet uit die sferen kunnen verheffen waarin ze vertoefde tijdens haar leven op aarde en haar toestand zal beklagenswaardig en ongelukkig zijn.
En u zou zoiets kunnen verhinderen. U zou na uw dood kunnen opstijgen tot lichte hoogten, wanneer u de aanmaningen en waarschuwingen ter harte zou nemen. Wanneer u acht zou slaan op uzelf en alles zou willen doen om fouten en zwakheden af te leggen en de aanklevingen los te maken waar de ziel door is omhuld en blijven zal wanneer u mensen de vaste wil ontbreekt om zielenarbeid te verrichten. U zult alleen maar in de liefde hoeven te leven, en al het andere zal dan vanzelf in orde komen. Want zodra eenmaal de eigenliefde is overwonnen en veranderd in onbaatzuchtige naastenliefde, zullen ook alle zwakheden en begeerten wegvallen en de ziel zal zuiver en helder worden omdat de lichtstralen binnen kunnen dringen en de ziel nu zeker is van een lichtkleed, zodat ze nu waarlijk de dood niet hoeft te vrezen, ook al komt hij plotseling en onverwachts op haar af en wordt haar aardse bestaan vroegtijdig beëindigd. Want zodra de mens de arbeid aan zijn ziel zal verrichten, heeft hij ook de zin en het doel van het aardse leven ingezien. En zijn ziel heeft een graad van liefde bereikt, die haar nu de toegang in het lichtrijk mogelijk maakt, wanneer het uur van het afscheid van deze aarde is gekomen.
Amen |