Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7280
11 februari 1959

Voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods

Ieder van u die het kindschap Gods wil bereiken, is de gang over de aarde beschoren, maar niet ieder van u bereikt het. Veeleer zijn het er maar weinige van wie de gang over de aarde zo succesvol is, dat ze van hier kunnen heengaan als ware kinderen die de Vader kan opnemen in Zijn rijk. Want er moet aan voorwaarden worden voldaan die voor de mensen wel te verwezenlijken zouden zijn, maar die toch teveel zelfoverwinning kosten om door alle mensen serieus te worden genomen. Vereiste voor het bereiken van het kindschap Gods is een leven in liefde, dat een hoge graad van rijpheid als gevolg heeft. En tot zo een werkzaamheid in liefde zijn maar heel weinig mensen bereid. Maar het is niet iets dat onmogelijk is. Van God uit wordt niet iets geëist, wat voor de mens niet te vervullen zou zijn.

Maar het kindschap Gods verzekert het wezen van een onmetelijk gelukzalig bestaan in de onmiddellijke nabijheid van de Vader.

Wat dat betekent kan u niet volledig duidelijk worden gemaakt. Maar dit is een lot dat de hoogste gelukzaligheid belooft aan het wezen dat van een "schepsel" van God tot diens "kind" is geworden.

Dan heeft God Zijn doel bereikt dat Hij bij het scheppen van ontelbare geestelijke wezens al had voorbereid en dat Hem zelf eveneens onbegrensde gelukzaligheid bereidt. Maar dit doel te bereiken vereist de vrije wil van ieder afzonderlijk wezen. En daarom zullen er op aarde ook maar zelden mensen zijn die dat doel zo ernstig nastreven en geheel in liefde opgaan gedurende hun levenswandel. En toch zou ieder mens het kunnen bereiken. Want in de liefde te leven is niet zo moeilijk wanneer de mens daar maar ernstig de wil voor zou opbrengen. Maar de liefde moet ter wille van zichzelf worden beoefend, niet uit berekening, want dit laatste zou geen liefde zijn. De liefde moet in het hart worden ontstoken en nu door werkzaam te zijn in liefde steeds helderder opvlammen. Dan grijpt het vuur van de liefde snel om zich heen en pakt alles vast. Anders gezegd: wie eenmaal van binnen uit is gedreven om werkzaam te zijn in liefde, verslapt dan ook nooit, omdat elk werk van liefde een band is met de eeuwige Liefde en hem van steeds nieuwe kracht vervult, die hij wederom benut om werkzaam te zijn in liefde. Maar de mens is te zeer vervuld van eigenliefde. En zolang hij deze niet de baas wordt, dus zichzelf overwint, blijft het steeds bij proberen, maar is het nooit een serieus streven de geboden van de liefde te vervullen. Maar alleen het begin zal overwinning kosten, want een liefdevol mens kan spoedig niet meer bekoord worden door wat hij zichzelf zou willen geven.

Hij vindt zijn geluk veel meer in het werkzaam zijn in liefde voor de naaste dan in de vervulling van eigen wensen en begeerten. En deze graad moet worden bereikt, wil dan ook het bereiken van het kindschap Gods volgen, dat alleen zuivere onzelfzuchtige liefde vraagt die hem later een eindeloos diepe vreugde oplevert, zoals die door de Vader wordt bereid voor Zijn kind dat Hij boven alles liefheeft. U zult wel allen Gods kinderen moeten worden. Maar de kinderen die meteen, weg van de aarde, in de armen van de Vader terugkeren, zullen aanspraak op het erfdeel van de Vader hebben. Zij zullen onmiddellijk Zijn liefdeskracht ontvangen en daarom ook rechtstreeks door Hem worden doorstraald, wat onbeperkte gelukzaligheid betekent. Alleen de gang over deze aarde levert de eens gevallen oer-geesten het kindschap Gods op, ofschoon ook de andere zielen een gelukzaligheid te wachten staat in het geestelijke rijk, wanneer ze zich tot lichtwezens op aarde of ook in het hiernamaals hebben gevormd. Maar de graad van licht van alle wezens is verschillend en de hoogste graad die op aarde kan worden bereikt is de graad van het kindschap Gods, die u allen zult moeten nastreven en die u ook zou kunnen bereiken met een goede wil en een innige band met de God en Schepper die uw Vader wil zijn.

Want deze innige band zal u kracht opleveren om uzelf te overwinnen. En bent u geheel onzelfzuchtig geworden, dan zult u steeds alleen in liefde werkzaam zijn. U zult trachten gelukkig te maken en niet aan uzelf, maar steeds alleen aan de medemensen denken. En dan zal de graad van liefde zich verhogen en de aanwezigheid van God zal u verzekerd zijn, die er ook garant voor staat dat u de Vader nabij bent.

Want de Vader verlangt naar Zijn kinderen, die Hij een eeuwig leven in onbegrensde gelukzaligheid wil bereiden.

Amen