BD.7207
14 november 1958
Nog slechts een korte tijd van genade
Elke dag brengt u dichterbij het einde. En of u nog zo druk
schept en werkt voor uw aardse welzijn, u maakt u tevergeefs zorgen. Want
u zult van de resultaten van uw inspanningen niet kunnen genieten. Alles
wordt u weer afgenomen, wat u gelooft te kunnen verwerven. En uw bezit,
dat u mee overneemt naar het geestelijke rijk wanneer alles voorbij is,
zal klein zijn, omdat u alleen dat overblijft, wat u aan geestelijk goed
bezit, wat uw ziel verwierf op aarde.
Maar al wordt u dit nog zo vaak gezegd, u gelooft niet aan een voor de
deur staand einde en uw inspanningen voor deze aardse goederen nemen dagelijks
toe en maken u ongeschikt om de arbeid aan uw ziel te verrichten. Maar
zou u, vooruitziend, de slechts nog korte genadetijd kunnen overzien,
u zou ontsteld raken hoe dichtbij uw einde is. Maar het aardse leven gaat
dagelijks verder. De ene dag verloopt als de andere en dat laat u juist
ook twijfelen aan voorspellingen van deze aard.
Maar van de ene dag op de andere zal het veranderen. Plotseling zult u
zich voor gebeurtenissen zien geplaatst, die een volledige omwenteling
brengen in het leven van ieder afzonderlijk mens. U wordt allen uit de
vertrouwde rust opgeschrikt en zult zich tegenover grote gevaren geplaatst
zien. U zult de aardse werkzaamheden en plannen moeten opschorten, omdat
u daar eenvoudigweg niet meer toe in staat bent gezien de dreigende gevaren,
door menselijk willen veroorzaakt. Want de volkeren staan tegen elkaar
op en er is nog maar weinig voor nodig dat er een brand wordt ontstoken,
die alles dreigt te vernietigen.
En nu zullen de mensen nog veel meer vergeten, waarin hun eigenlijke taak
op aarde bestaat. Maar ze zullen ook niet in staat zijn verder te scheppen
en werkzaam te zijn, doch zich steeds alleen inspannen om zichzelf en
hun bezit te redden, dus alleen aan hun lichamelijk leven en welbehagen
denken, maar nooit aan hun ziel.
En ze zullen moeten inzien, dat ze tegenover al het gebeuren machteloos
staan, dat over hen dreigt los te breken. Ze zullen een beroep doen op
het verstand en de goede wil van de mensen, maar zonder gevolg. Van menselijke
zijde verloopt alles vreeswekkend, maar van goddelijke zijde wordt er
ingegrepen. Menselijke plannen worden daardoor teniet gedaan, maar de
mensen blijft niet bespaard wat ze met angst vreesden. Ze zullen alles
kwijtraken wat hun hart boeit. Ze zullen alles verliezen en de Macht Gods
kunnen leren herkennen in een natuurgebeuren van onvoorstelbare grootte.
Want de schrift gaat in vervulling. En u mensen staat daar voor, of u
het wilt geloven of niet. Zorgeloos schept en werkt u, steeds alleen voor
uw lichamelijke behoeften, en u zult alles weer verliezen. Maar u denkt
niet aan uw ziel, dat u graag aan haar verlangens zou willen voldoen.
En dan zou u niets hoeven te vrezen, ook niet in deze komende tijd, want
dan zorgt Hij voor u, die u al in u hebt opgenomen, daar u er anders niet
naar zou verlangen aan uw ziel te denken. Daarom wordt u steeds weer gewezen
op dat wat komt. Steeds weer klinken Zijn woorden als aanmaning en waarschuwing.
Steeds weer wordt u het dwaze en nutteloze van uw aardse streven voor
ogen gehouden. U hoeft er alleen maar naar te luisteren en uw leven ernaar
in te richten, en rustig en zorgeloos zult u het komende gebeuren tegemoet
kunnen zien.
Verheug u niet al te zeer over de schijnbare rust en de opbloei in aardse
zin. Sus uw geweten niet in slaap met aardse vreugden. Het zijn slechts
zinsbegoochelingen, die zeer snel voorbij gaan, want machteloos zult u
mensen alles op u zien afkomen en u zult uzelf daar niet tegen kunnen
verweren.
Maar het is u vaak genoeg aangekondigd en u zou daar al lang rekening
mee hebben kunnen houden en uzelf veranderen. Dat u het niet doet zal
een vreselijke uitwerking op u hebben, want het plan van God staat onherroepelijk
vast. En zodra de tijd is gekomen, wordt het doorgevoerd zoals het is
voorbestemd sinds eeuwigheid.
Amen |