Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7165
14 juli 1958

De juiste verhouding als van een kind

"En als u niet wordt als kinderen, kunt u het rijk der hemelen niet binnengaan". Het is een merkwaardige uitspraak die Ik heb gedaan, dat Ik van u verlangde kinderen te worden, daar u toch op aarde rijper moet worden, waarvoor Ik u een hele leeftijd schonk, van de kinderjaren tot het ouderdom. Maar het is niet het onrijpe, het zonder inzicht zijn van een kind dat u zich tot voorbeeld moet nemen, veeleer is het de kinderlijke vertrouwelijkheid tegenover Mij, uw Vader, die u mijn vaderhart ontsluit, die Ik niet afwijs, die u het rijk der hemelen opent.

Het is het waarachtige kinderlijke geloof dat een kind zijn Vader betoont. Het zijn de vertrouwelijke vragen, die Ik niet onvervuld laat, het is de deemoed van een kind, dat daarom genaden kan ontvangen in overvloed. En zal er wel ooit een liefde zuiverder en onbaatzuchtiger zijn dan die van het kind tot de Vader! Een kind overweegt niet eerst in zijn verstand de gevoelens die het voor de Vader heeft, het is het hart dat hem naar de Vader drijft - en alleen het hart neemt ook de directe weg naar Mij en geeft zich helemaal aan Mij over. En waar zo'n liefde het hart van een mens bezig houdt, daar wordt mijn woord bewaarheid, want deze mens zal waarlijk ingaan in mijn rijk, want Ik laat hem nu nooit meer uit mijn armen gaan, Ik druk zo'n kind aan mijn hart en schenk hem een eeuwig leven in gelukzaligheid.

En verder wilde Ik met mijn woorden zeggen dat u, mensen met uw verstandelijk denken nauwelijks uw doel op aarde zult kunnen bereiken, dat dus niet de groeiende rijpheid van een man, de wereldlijke levensvervulling of ook maar alleen verstandelijke gevolgtrekkingen ooit in staat zijn de kinderlijke liefde tot Mij te vervangen - dat de juiste verhouding van u tot Mij die van een kind tot de Vader moet zijn, want deze juiste verhouding omvat alles wat noodzakelijk is om de zielenrijpheid te bereiken: liefde, deemoed en totale onderwerping aan mijn wil.

Hoe weinig mensen brengen echter deze innige kinderlijke verhouding met Mij tot stand, hoe weinige zijn er in staat Mij in hun hart aan te roepen als Vader, die zich in vurige liefde om Zijn kind bekommert en hem in elke nood en elk gevaar helpt.

En hoe weinigen pakken Mij vast met hun kinderlijke liefde en ketenen Mij daardoor onlosmakelijk aan zich vast! Maar dezen hebben het hemelrijk verworven, want het komt vanzelf tot hen bij wie Ik kan vertoeven, aangetrokken door de liefde van mijn kind. En zo zult u ook begrijpen dat Ik niet naar de groten kijk, maar me naar de kleinen voorover buig, dat Ik niet waardeer wat de mens tot stand brengt of gebracht heeft met zijn menselijke begaafdheden en de voortbrengselen ervan, maar dat Ik alleen in het hart kijk hoe dit geaard is en dat Ik Mij verheug in elke straal van liefde die Ik daarin ontdek. Want deze straal van liefde heeft niets te maken met de menselijke bekwaamheden, maar is alleen door de innige band met Mij ontstoken, die de juiste verhouding als van een kind kenmerkt. En daarom zal alleen een waar kind mijn rijk in bezit nemen, zoals Ik het door mijn woord beloofd heb.

Amen