BD.7159
4 juli 1958
Aardse plannen - Gods heilsplan
Nog verkeren brede lagen van de mensheid in een waan, want
ze streven veelomvattende wereldlijke verbeteringen na, ze geloven zich
krachten ten nutte te kunnen maken die tot nu toe nog niet ontsloten zijn,
ze maken voor lange tijden vooruit plannen en willen zogenaamd de mensheid
meer lastenverlichting of verbeteringen bezorgen, die echter alle slechts
daarop gericht zijn, voor zich een aangenaam aards leven te ontwikkelen,
die dus in het geheel geen geestelijke successen zouden zijn.
De mensen laten zich ook niet van zulke gedachten en plannen afbrengen,
ze zijn ervan overtuigd, dat elk nieuw mensengeslacht dat na hen komt,
zich deze inspanningen ten nutte zal maken, wanneer zij zelf hiervan niet
mogen genieten. Ze rekenen op de toekomst als op iets dat vast staat en
vermoeden niet hoe snel alles eens ten einde zal zijn.
Doch vanwege de wilsvrijheid van de mensen kan ook hun denken niet onder
dwang anders worden geleid. En zo doen zich natuurlijkerwijze tweeërlei
opvattingen onder de mensheid voor: de ene bewust van het heden en de
andere optimistisch gestemd over de toekomst. De mens wiens geest gewekt
is, maakt ver van tevoren geen plannen, want hij besluit dat de tijd gekomen
is, waarin alles zich toespitst en het einde elke dag te verwachten is.
Maar geestelijk blinde mensen zijn er veel meer en dezen zijn onophoudelijk
erop bedacht alle aardse voordelen te benutten en voor zichzelf of hun
nakomelingen een verzekerde toekomst te verschaffen. En ieder vervolgt
zijn weg, maar alleen de eerste bereikt het doel, terwijl de laatste lange
dwaalwegen gaat en tenslotte een slachtoffer zal zijn van zijn verblind
denken,
Want al het gebeuren is voorbeschikt in het heilsplan van eeuwigheid.
En zo loopt dus ook een aards tijdperk ten einde en begint er een nieuw.
En alle plannen die door de mensen worden ontworpen zullen tenietgaan,
omdat dat wat de mensen nastreven niet meer voor de nieuwe aarde is toegestaan,
omdat het veelmeer de laatste aanleiding is dat deze aarde uiteenvalt
en omgevormd wordt, wanneer de tijd vervuld is die u, mensen gesteld werd,
om vrij te worden uit de vorm.
Niemand van u, mensen kan zichzelf verzekeren van datgene waar hij vol
begeerte naar streeft, zodra het gaat om aardse resultaten of bezit. Maar
het bereiken van de geestelijke voltooiing hoeft hem niet onzeker voor
te komen, want heeft hij maar eens dit streven in zich dan zal hij ook
van de kant van God op elke manier worden ondersteund. En hij hoeft noch
een einde van deze aarde, noch de eigen dood te vrezen, zijn toekomst
ligt helder stralend voor hem, maar anders dan de wereldlingen het zich
wensen.
Maar ieder ontvangt wat hij begeert, alleen kan en zal het aards materiële,
dat de gedachten van de meeste mensen bezighoudt, hen weer in de boeien
slaan, zij zullen onder zijn kluisters moeten lijden weer eeuwigheden
lang, maar ze hebben zichzelf ook dat lot bezorgd, want ook het verkrijgen
van de vrijheid is hun mogelijk geweest, zolang ze nog op de aarde vertoefden.
En aan alle mensen worden aanwijzingen en waarschuwingen gestuurd die
hen tot bezinning zouden kunnen brengen. Maar zoals de wil van de mens
is, zo is ook zijn lot, en de wil van ieder mens is vrij.
Amen |