BD.7156
29 en 30 juni 1958
Denk aan de betekenis van het verlossingswerk
U mensen denkt te zelden aan mijn kruisdood. En toch was deze beslissend voor de gehele geestelijke wereld, voor al het niet verloste op aarde evenals in het geestelijke rijk. Zonder hoop gingen tevoren de zielen bij het heengaan van de aarde het rijk hierna binnen, want ze namen een last mee die hun het binnengaan in de sferen van het licht belette. En alleen de mensen die met kinderlijke vroomheid geloofden aan het komen van de Messias en dit geloof met zich meenamen, wachtten in het rijk hierna vol vurig verlangen op de goddelijke Verlosser die hen definitief bevrijding moest brengen uit de keten van de tegenstander. Maar deze had nog zolang macht over de zielen, want zijn macht was nog niet gebroken. Pas door mijn verlossingswerk, door mijn lijden en sterven aan het kruis, brak er een nieuwe tijd aan. En geen ziel hoeft nu zonder hoop door het leven op aarde te gaan. Iedere ziel die maar in het geloof in Mij en mijn werk van erbarmen Mij aanriep om hulp tegen haar heer tot nu toe, kon zich op aarde al verzekeren van de toegang tot het lichtrijk.
Maar om nu deze roep ook bewust naar Jezus Christus omhoog te zenden, moet de mens zich ook in gedachten bezighouden met het verlossingswerk. Hij moet aan mijn lijden en sterven denken. Hij moet vaker zijn gedachten op het kruis richten. Hij moet proberen zich het onmetelijke leed voor te stellen dat de mens Jezus voor Zijn medemensen uit liefde voor hen heeft doorstaan. Hij moet zich in Jezus innig verbinden met Mij zelf en zich steeds weer voor ogen houden wat Ik omwille van zijn zonden heb geleden. Hij mag niet in onwetendheid over het werk van barmhartigheid van Jezus Christus door het leven op aarde gaan of in onverschilligheid alleen door woorden een dood geloof in Hem uiten. Hij moet zich ernstig bezighouden met Zijn kruisoffer. Pas dan zal het ook de uitwerking niet missen en de mens ertoe aanzetten aan zijn eigen schuld te denken en deze naar het kruis te dragen.
U mensen zou allen zeer veel hulp kunnen ondervinden als u Mij zelf in Jezus Christus zou aanroepen om barmhartigheid, om bijstand tegen de vijand van uw ziel. Maar Ik moet dit roepen van u eisen. Ik kan u deze bijstand niet verlenen zonder uw verzoek. En u laat het meestal achterwege de hulp van de goddelijke Verlosser te vragen. Zou u er toch maar aan denken dat een mens zich voor u heeft opgeofferd om u uit de eeuwige onvrijheid te helpen.
Zolang u nog op aarde bent, bevindt u zich echter nog in deze onvrijheid die ook zolang uw lot is, tot u denkt aan de mens Jezus in wie Ik zelf in alle volheid was en tot u Mij zelf dus in Jezus Christus aanroept, opdat Ik u zou willen helpen vrij te worden. Zonder hulp bent u daartoe niet in staat. De hulp wordt u ook gegeven, maar niet zonder dat uw wil te kennen geeft dat u zelf de weg neemt naar Jezus Christus, dat u denkt aan Zijn kruisdood en zelf ook bij diegenen zou willen horen, voor wie Jezus Zijn bloed heeft vergoten. Maar wanneer blijft u in gedachten stilstaan bij Hem, de goddelijke Verlosser?
Mijn verlossingswerk is voor u geen belangrijke gebeurtenis. Veel meer is het voor u een probleem waaraan u niet graag denkt om dit op te lossen. Het is voor u een twijfelgeval of een legende, waaraan u geen diepere waarde hecht. En toch is dit het voornaamste en alleen de mens die dieper ingaat op dit grootste werk van barmhartigheid dat ooit een mens op aarde heeft volbracht, leeft zijn leven niet tevergeefs. En hij bereikt het doel, want voor hem is ook de verlossing zeker van zonde en dood, van onvrijheid en duisternis.
U zult u volledig bewust aan de goddelijke Verlosser Jezus Christus moeten overgeven. U zult Hem moeten vragen zich over u te ontfermen. U zult Hem uw zwakheid en zondigheid moeten bekennen en Hem vragen u daarvan vrij te maken. U zult Hem moeten inschakelen in uw leven. U zult niet zonder Hem mogen gaan, want pas wanneer u dagelijks en elk moment aan de overgrote liefde denkt die Mij ertoe bracht mijn intrek te nemen in de mens Jezus om u te bevrijden van uw grote schuld, zult u ook het verlossingswerk in zijn totale omvang begrijpen en om vergeving van deze schuld vragen. En ze zal u geworden.
Maar de mensen op aarde weten niet meer waarom ze de weg over de aarde gaan. En wordt het hun bijgebracht, dan houdt hun ongeloof hen ervan terug het aan te nemen. Ze weten en geloven niet, dat het verlossingswerk van Jezus Christus moet worden erkend door iedere mens die eens de onvrijheid en krachteloosheid wil verruilen voor vrijheid, licht en kracht. Ze weten en geloven echter ook niet, dat ooit het uur zou kunnen komen waarin ze hun duistere, krachteloze toestand inzien. Want ze geloven niet aan een voortleven na de dood en aan een verantwoording tegenover Mij voor het gebruiken van hun aards bestaan. En toch wordt van mijn kant de mensen steeds weer een duidelijk weten geschonken over de betekenis en het belang van mijn menswording in Jezus, over het verlossingswerk en de erkenning ervan. Want dit weten zal nooit verloren gaan. Het zal de mensen ook steeds weer begrijpelijk onderwezen worden, omdat onder invloed van mijn tegenstander de onwetendheid en het onbegrip daarvoor steeds zichtbaarder wordt en het de mensen moeilijk zou vallen te geloven, wanneer de leerstellingen daarover misvormd zijn, dus niet meer overeenstemmen met de waarheid.
Maar Ik wil dat u mensen doorziet dat u uit eigen wil de weg kiest naar Mij in Jezus Christus. En daarom zal Ik er ook steeds weer zorg voor dragen, dat u opheldering wordt verschaft over de belangrijkste van alle geloofsleren, over de missie van de mens Jezus en het belang van datgene wat Hij volbracht. Want Ik verlang niet van u, dat u aanneemt wat u twijfelachtig voorkomt, maar Ik geef u opheldering, opdat u het vrijwillig zult aannemen en dan ook de weg gaat naar het kruis, die u alleen verlossing brengt, die u van de schuld van de oerzonde vrij zal laten worden en u het binnengaan in het rijk van het licht verzekert, de weg die alleen terugvoert naar Mij, van wie u eens bent weggegaan.
Amen |