BD.7115
8 mei 1958
Het gebod van de liefde is het voornaamste gebod
Eén gebod is u mensen gegeven, waarvan de vervulling het enige doel van uw aards bestaan is: het gebod van de liefde tot God en tot de naaste. Toen de mens Jezus op aarde wandelde, heeft Hij dit gebod als het voornaamste en belangrijkste verklaard, omdat de mensen het in deze tijd volledig buiten beschouwing lieten, omdat ze zo diep in de eigenliefde waren geworteld, dat daardoor de weg was geëffend voor alle zonden en begeerten en zij zich ook ontplooiden op de meest afschrikkende wijze en zich ook volledig ongelovig gedroegen. En moest de mensen nu hulp worden gebracht, moesten ze op de juiste weg worden geleid en tot het vaste geloof in God, dan moesten ze op de eerste plaats hun sterk ontwikkelde eigenliefde trachten te veranderen in naastenliefde, omdat alleen de liefde redding betekende voor hun ziel en omdat uit de liefde zich ook het geloof kon ontwikkelen en er dan ook pas begrip voor de betekenis van het verlossingswerk van Jezus te verwachten was. De liefde is en blijft de grondwet van eeuwigheid. Maar zodra de mensheid zonder enige liefde is, is ze ook volledig uit de ordening getreden en dichtbij de ondergang.
Toen Jezus over de aarde ging, was Hij op de hoogte van het geestelijk dieptepunt van de mensen en Hij wist ook hoe dit lage niveau was op te heffen. En zo bestond Zijn missie eerst daarin de mensen vooralsnog een leven in liefde voor te leven en de daaruit voortkomende geestelijke capaciteiten weer te benutten tot zegen van de medemensen, om hun ook in aardse nood hulp te brengen en ze daardoor ook te bewijzen welke kracht de liefde is. En daarom predikte Hij ook voortdurend alleen de liefde. Hij trachtte de mensen op te voeden tot een juiste levenswandel. Hij wilde hun tegelijk aardse en geestelijke hulp brengen, omdat hun toestand betreurenswaardig was en onherroepelijk de mensen in de afgrond stortte die ze in hun blindheid niet onderkenden. Jezus leerde dus de liefde. En Zijn evangelie bestond eigenlijk alleen uit dat gebod van de liefde tot God en de naaste, want alle aanwijzingen, alle details, hadden steeds alleen betrekking op de juist geleide levenswandel die hun helder en duidelijk werd aangewezen en die Jezus zelf voor alle mensen zichtbaar heeft ontplooid.
Toch is het gebod van de liefde tot God en de naaste geen gebod in de eigenlijke betekenis van het woord. Want liefde laat zich niet "gebieden". Ze moet uit vrije wil worden beoefend. Ze is niet te vervangen door werken die ook zonder liefde kunnen worden verricht, maar ze zal zich wederom uiten in werken, omdat de liefde aanspoort tot werkzaamheid. Jezus heeft dus op aarde de mensen getoond wat nodig is, wil de mens het eeuwige leven verwerven. Maar de mens moet nu zelf de liefde in zich ontsteken. Het is niet voldoende dat hij liefde voorwendt door werken die wel de naaste hulp brengen, hij moet in zich de behoefte hebben zijn naaste te helpen. Dan pas wordt zijn eigenliefde geweld aangedaan en dan pas bewijst hij daardoor ook de liefde tot God.
Maar de mens kan door vooralsnog mechanische werken de liefde in zich tot ontplooiing brengen. De mens die aanvankelijk het "gebod" vervult, kan zich ook zelf tot liefde opvoeden. En dat probeerde de mens Jezus door Zijn evangelie van de liefde te bereiken, want een puur "ego-mens" heeft een overbrugging nodig van zijn huidig standpunt naar onbaatzuchtige naastenliefde. Hij moet tevoren worden aangespoord om hulp te verlenen aan zijn naaste, tot hij dit uit eigen beweging zal doen. Maar dan heeft er ook al een langzame verandering plaatsgevonden die nu steeds verder gaat, zodra God zelf nu door de liefde invloed op hem heeft gekregen.
De liefde tot God en tot de naaste is het grootste en voornaamste gebod. En daarom moet de liefdesleer van Jezus steeds boven alle onderrichtingen worden gesteld, omdat de liefde ook de sleutel is tot al het verdere weten dat zonder liefde onbegrijpelijk blijft voor de mens. De liefde is alles en wie de liefde heeft, diens lot is al bezegeld voor alle eeuwigheid. En waar de liefde in alle nadrukkelijkheid wordt gepredikt, daar wordt op aarde ook de eeuwige Liefde zelf vertegenwoordigd. Daar zal ook de Geest der waarheid zijn en daar zal ook begrip zijn voor het verlossingswerk van Jezus Christus en de betekenis ervan. Want de liefde is ook het licht dat de geest verlicht van diegenen die liefde prediken en zelf in de liefde leven.
Amen |