BD.7096
18 april 1958
Verspeel niet het eeuwige leven
Verspeel niet het eeuwige leven. Eenmaal zal het u allen ten deel vallen, maar daar kunnen ook nog eeuwige tijden mee heengaan - tijden van eindeloze kwelling en duisternis waarin u zich in een toestand des doods bevindt, in totale krachteloosheid en geheel zonder licht. En u kunt deze tijd van ellende nog eindeloos verlengen, zodat u ook kunt spreken van een "eeuwige verdoemenis". Die Ik u echter niet heb opgelegd maar die u door uw vrije wil aan u zelf te wijten hebt en die u ook steeds weer voor uzelf veroorzaakt, als u het bestaan als mens niet benut om het eeuwige leven te verwerven.
Ik laat u niet voor eeuwig verloren gaan, omdat u mijn schepselen bent die Ik vanaf het allereerste begin liefhad en die Ik zonder op te houden zal liefhebben. Maar Ik kan u niet voortijdig het leven geven als u zelf de toestand des doods verkiest en u zelfs niet bereid bent het leven uit mijn hand aan te nemen. Maar u kunt het gemakkelijk verwerven, want u hoeft uzelf maar aan Hem toe te vertrouwen die zelf het Leven is van eeuwigheid.
En daartoe is u het aardse leven gegeven, waarin u in het bezit bent van verstand en een vrije wil. Waarin u onderricht kunt ontvangen over uw aardse opdracht en dus alleen maar hoeft te willen dat u uit de toestand van de dood verlost wordt. Deze tijd van leven op aarde is maar kort en er worden geen grote offers van u verlangd voor dat wat u geschonken wordt bij een juist gebruik van uw wil. De levensduur als mens is heel kort, maar ze is voldoende om het doel te kunnen bereiken.
Eindeloos lang was echter de tijd van uw voorontwikkeling tot u het stadium als mens kon binnengaan. En precies zo oneindig lang zal het weer duren tot u weer de genade zult hebben om uw wilsbeslissing te herhalen. Van de omvang van deze eeuwigheden kunt u mensen zich geen voorstelling maken, omdat uw denken in een onvolkomen toestand ook maar begrensd is. En zoals u niets van deze kwelling afweet, omdat tijdens uw aardse leven u de herinnering aan de tijd van uw voorontwikkeling weggenomen is, zo kent u ook niet de onuitsprekelijke zaligheid die het begrip "eeuwig leven" inhoudt. U kent de heerlijkheden niet die in mijn rijk op u wachten als u besluit tot de uiteindelijke terugkeer naar Mij. En noch de ene noch de andere kennis kan u bewezen worden, omdat daardoor een vrije wilsbeslissing onmogelijk zou worden.
U moet het ook zonder bewijs geloven en daaraan beantwoordend nu uw aardse leven leiden. U mag de zaligheid van een leven in mijn rijk niet verspelen. U allen moet deze mogelijkheid die u ongeloofwaardig toeschijnt mede in uw verstandelijk denken betrekken, en u moet zo leven dat als het uur van afscheid van deze aarde gekomen is, u zichzelf geen verwijt hoeft te maken. U moet ook luisteren naar hen die spreken over deze dingen die niets met de materiële wereld van doen hebben. U moet er ook over nadenken en uzelf voorstellen hoe u er voor zou staan als zij gelijk zouden hebben.
Er staat voor u mensen te veel op het spel, want het gaat niet om een aantal aardse levensjaren maar om het eeuwige leven. Het gaat om een toestand van hoogste gelukzaligheid die niet ophoudt, om een toestand in licht en kracht die u eigen was in het allereerste begin. En voor deze eeuwigheid in licht en kracht hoeft u alleen maar een hele korte tijd - een ogenblik in deze eeuwigheid - afstand te doen van totaal waardeloze dingen. U waardeert echter deze dingen buitengewoon hoog en verspeelt daardoor het leven, en blijft weer voor eeuwigheden in de dood.
En alles wat Ik doen kan om u het leven te verschaffen is, dat Ik u mensen mijn boden toezend die u in mijn opdracht waarschuwen en vermanen, die u moeten aansporen een poging te doen om tot de waarheid te komen. Zij zullen u wijzen op Mij, dat Ik - als de enige Waarheid - uw denken verlicht. Zij zullen u de raad geven de verbinding met Mij tot stand te brengen, opdat Ik u dan vast kan pakken en u tot Mij trek. Maar u moet zelf de eerste stap zetten, omdat Ik u niet dwing ter wille van uw zaligheid. Maar Ik ondersteun en sterk ook zelfs de zwakste wil, die zich naar Mij keert. Want om u het leven te geven liet Ik de gehele schepping ontstaan.
Ik wil uw dood niet, Ik wil dat u leeft en eindelijk uw dode toestand ontvlucht die al eeuwigheden geduurd heeft. Ik wil u weer mijn liefde schenken en u allen een heerlijk lot bereiden dat nooit meer eindigen zal. Maar Ik kan u niet tegenhouden als u weer de weg naar de diepte neemt, wanneer u weer vrijwillig hem volgt die eens van u het leven genomen heeft en u aan de dood heeft overgeleverd. Ik kan u alleen steeds weer toeroepen: "Verspeel niet het eeuwige leven". U moet echter vrijwillig aan Mijn roep gehoor geven. U moet het leven trachten te winnen zolang u op de aarde vertoeft, en Ik zal u daartoe helpen omdat Ik u liefheb.
Amen |