Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7089
11 april 1958

Ik ben het brood des levens, het manna dat uit de hemel komt

Het is niet voldoende, wanneer u zich aards verzadigt, wanneer u het lichaam het brood geeft dat u nodig hebt om te leven, integendeel, begeer veel meer het brood uit de hemel, dat voedsel is voor uw ziel. En geloof van Mij dat dit laatste in noodgevallen ook het lichaam vermag te onderhouden, maar het eerste nooit de ziel dient om zich positief te ontwikkelen.

En daarom heb Ik gezegd: "Ik, ben het brood des levens, het manna dat uit de hemel komt", want wanneer u Mij zelf - mijn woord - in u opneemt, zult u leven in eeuwigheid. Maar uw lichaam zal vergaan, ook wanneer u het voortdurend verzadigt met aardse spijzen. Het lichaam is zijn tijd gegeven en is deze voorbij, dan helpt ook geen aardse voeding meer om het in leven te houden. Daarom zou u meer bezorgd moeten zijn om uw ziel het leven te schenken, u zou haar onophoudelijk moeten voeden met het brood des hemels, u zou die spijs die haar van Mij uit alleen kan worden aangeboden voor haar toegankelijk moeten maken. En u zou daarom dichter bij Mij zelf moeten komen en Mij vragen om ware spijs en ware drank.

En u zou ook steeds aan mijn woorden moeten denken: "Wees niet bezorgd wat u zult eten en waarmee u zich zal kleden, maar zoek eerst het rijk Gods en al het andere zal u gegeven worden". Zouden de mensen maar aan deze belofte willen geloven. Maar al hun zinnen en streven is zuiver aards gericht en toch kan geen mens het leven van zijn lichaam een uur verlengen, wanneer mijn wil het anders heeft voorbeschikt. Maar ook geen mens kan zijn ziel het leven geven wanneer hij haar gebrek laat lijden, wanneer ze zonder spijs en drank wordt gelaten ter wille van het lichaam.

Maar daar u, mensen weet hoe absoluut het lichaam voedsel nodig heeft om te kunnen bestaan, zo maakt u zich schuldig, wanneer u niet eveneens voor uw ziel zorgt, die niet kan vergaan; u maakt u daarom schuldig, omdat Ik me steeds weer tot u wend en u het voedsel voor uw ziel aanbied, omdat u steeds weer wordt aangesproken door mijn afgezanten en hen alleen maar hoeft aan te horen en aan hun woorden gevolg te geven, om nu ook al Mij de mogelijkheid te geven u geestelijk te eten en te drinken te kunnen geven tot heil van uw ziel.

Steeds weer wordt u in contact gebracht met mijn woord, steeds weer wordt u aangemaand u met Mij in verbinding te stellen, u wordt voor het gastmaal uitgenodigd en u zult te allen tijde naar mijn tafel kunnen komen en dus van Mij voedsel in ontvangst nemen voor uw ziel, want mijn woord is het brood uit de hemel, het is het levende water, mijn woord is vlees en bloed, alleen mijn woord is voor uw ziel de ware spijs, die haar het leven verschaft, dat ze eeuwig niet meer zal verliezen.

En omdat u zo weinig de behoeften van uw ziel stilt, zult u ook lichamelijk nood moeten lijden, de tijd zal komen waarin u ook zal ontbreken wat u voor uw aardse leven nodig hebt, wanneer mijn tegenstander niet zo rijkelijk voor u zorgt dat u uw ziel vergeet. Zodra u echter nog niet helemaal aan hem ten prooi bent gevallen, kan aards voelbare nood u er nog toe aanzetten u tot Mij te wenden en Mij te vragen deze op te heffen, en dan kan ook tegelijk uw ziel worden gespijzigd, omdat elke band met Mij de ziel kracht oplevert, dus geestelijke spijziging betekent. Het brood des hemels is absoluut noodzakelijk, en wanneer Ik zelf me heb aangeduid als "Brood des levens" zo zult u daaruit ook kunnen zien dat u Mij zelf zult moeten naderen, dat Ik zelf me aan u wil schenken omdat Ik uw ziel het leven zou willen geven.

En u hoeft waarlijk niet ver te gaan om bij Mij te zijn, u hoeft alleen maar in de stilte te gaan en uw gedachten op Mij te richten en dan trekt u Mij zelf tot u, u geeft Mij aanleiding u mijn gaven aan te bieden, uw ziel spijs en drank aan te reiken, want zodra u zich in gedachten met Mij verbindt in stil gebed, opent u ook uw hart voor Mij, dat Ik zelf naar binnen kan gaan en dan zult u waarlijk geen gebrek hoeven te lijden. En Ik zal u niet alleen geestelijk, maar ook aards voeden, want deze belofte heb Ik u gegeven en Ik sta achter mijn woord: "Zoek eerst het rijk Gods en zijn gerechtigheid en al het andere Zal u worden geschonken".

Amen