Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7043
15 februari 1958

Hulpverlening uit het heelal?

U, mijn aardse kinderen, u bent bestemd om de hoogste graad van zaligheid te bereiken, want U, die op deze aarde leeft, moest door de diepste diepten heengaan, omdat u uzelf als oergeschapen geesten in deze diepste diepten gestort hebt, er echter door Mij niet daarheen verbannen bent. En als u zich nu - al is het ook met mijn hulp - uit deze diepste duisternis omhoog gewerkt heeft en nu als mens de laatste gang op aarde moet afleggen, dan behoeft uw eigenlijke ik (uw ziel) nog maar de laatste wilsbeproeving af te leggen die uw lot in de eeuwigheid bepaalt.

Deze wilsbeproeving echter eist juist van het wezen dat door de diepste diepten heen moest gaan, een geweldige verandering van zijn denken en streven van weleer, die van hem nu echter ook bijzonder gewaardeerd wordt, wat u begrijpelijk wordt als u er van in kennis gesteld wordt dat mijn andere leerinstellingen verblijfplaatsen zijn voor die geestelijke wezens, wier val niet zo eindeloos diep was en die daarom ook niet zo buitengewoon te strijden hebben om weer in de sferen van het licht terecht te komen.

U, mensen bent dus buitengewoon belast geweest door uw vroegere afval van Mij. Uw ik - de eens gevallen oergeest dus - moest daarom ook buitengewoon worstelen en ofschoon het langzame opklimmen plaatsvond onder de wet van "je moet", is toch de laatste vrije wilsbeproeving ook nog buitengewoon zwaar, maar niet uitzichtloos. Want de genade van het verlossingswerk staat ieder eens gevallen wezen ter beschikking. En bovendien staan u allen lichtwezens bij in een eindeloze hoeveelheid, die vervuld met liefde, alles doen om u te helpen juist te beslissen. En al zijn dus de voorwaarden op deze aarde nog zo zwaar, ze kunnen toch worden nagekomen en het heerlijkste loon wacht hen, die ze vervullen.

Maar alles geschiedt in het kader van mijn wettelijke ordening. Er kan niet willekeurig daar hulp verleend worden waar ze niet afgesmeekt, of afgewezen wordt. En zo kunnen ook de lichtwezens niet willekeurig hulp verlenen, maar ze zullen altijd in overeenstemming met mijn wil werkzaam zijn. Want mijn wil is ook de hunne, zodra zij zich in het licht bevinden. En dus mijn wil brengt hen ertoe of verhindert hen te werken voor het welzijn van de zielen die op de aarde belichaamd zijn. Dit moet u weten, dat Ik regeer en dat mijn wil geëerbiedigd wordt door al het geestelijke dat Mij dient, dus mijn lichtrijk bewoont.

En nu zult u ook begrijpen dat ook de lichtwezens iedere dwingende invloed achterwege laten omdat die niet volgens mijn wil is, want Ik verlang een wilsbeslissing in vrijheid. Evenmin als Ik de mensen dwing om mijn woord aan te nemen, dat hun als hoogste liefde- en genadebewijs wordt toegestuurd, als sterkste hulpmiddel voor de vrije wilsbeslissing, evenmin zal Ik mijn toestemming geven dat mijn lichtboden dwingende bewijzen van hun werkzaamheden aan de mensen geven. Zij zullen dit ook nooit doen omdat ze mijn liefdes- en heilsplan ten duidelijkste inzien en ook weten, dat door dwang en bewijzen geen succes te behalen valt.

Het zou echter een bewijs zijn van buitenaardse werkzaamheid, als uit het heelal wezens met de aarde contact zochten die zogenaamd in mijn opdracht u hulp zouden brengen. Hulp in aardse nood kan alleen Ik u brengen, en hulp in geestelijke nood geschiedt niet op een manier die tot geloven dwingt. Hulp in aardse nood - wat het ook is - kan wel ook door mijn lichtwezens worden uitgevoerd, maar nooit zullen zij zich voor zulke hulpverleningen voor u zichtbaar materialiseren. Want de lichtwezens hebben zulke materialisaties niet nodig en bovendien weten zij dat de mensen op die manier niet beïnvloed mogen worden, zodat zij gedwongen zijn aan bovenaardse wezens en bovenaardse macht te geloven. Zodra u, mensen hulp verwacht kan die u ook verleend worden, maar altijd onder de voorwaarde dat u geestelijke arbeid aanvaardt en dus ook geestelijke inwerking toelaat, maar dat gebeurt voor u nooit op een zichtbare manier.

En als u nu gelooft dat de aarde als zodanig de bescherming en de hulp van de geestenwereld nodig heeft - als u gelooft dat de vernietigende invloed door menselijke wil door deze lichtwezens verhinderd of afgeweerd zou kunnen worden, dan wordt u door dit geloof van hun hulp verzekerd, maar nooit op die wijze dat bewoners van andere werelden u deze hulp verlenen, dat zij u worden toegezonden om mijn wil uit te voeren. Bedenk toch hoe klein u uw God en Vader daardoor voorstelt, dat Hij deze sterrebewoners nodig heeft om u onder Zijn hoede te nemen.

En bedenk wat ook deze bewoners van andere sterren zijn. Dat ook zij in opgaande ontwikkeling zich bevindende geestelijke wezens zijn, die zeker ook als mijn schepselen eenmaal zalig worden, die door een diep verlangen onophoudelijk gedrongen worden dichter bij God te komen - die echter steeds in de omgeving van het hemellichaam zullen blijven, waarop mijn liefde en wijsheid hen geplaatst heeft. Wel kunnen alle goede wezens de uitstralingen van hun gedachten zenden naar de worstelende, ongelukkige wezens in het heelal, en zulke uitstralingen van gedachten kunnen wederom als kracht die wezens aanraken. Maar hun sferen verlaten kunnen die wezens niet en ze hoeven dit ook niet, want Ik heb engelen en lichtboden in een eindeloos aantal, die ieder afzonderlijk hemellichaam waarlijk op de beste wijze verzorgen.

En ieder afzonderlijk hemellichaam heeft een onuitputtelijke toevloed van kracht - mijn woord, dat overal weerklinkt, dat als de uitstraling van mijn liefde ook de kracht heeft om voor ieder afzonderlijk wezen, voor iedere eens gevallen oergeest, de terugweg tot Mij mogelijk te maken. Wordt dit woord van Mij echter niet benut, wordt er op mijn woord geen acht geslagen, dan bewijst het wezen nog zijn weerstand, die ook nooit met geweld gebroken wordt, die te breken kunnen ook de engelen niet, zelfs als zij naar de aarde zouden afdalen. Tenzij, ze zich zo openlijk als mijn afgezanten zouden kenbaar maken dat een geloven door dwang bereikt zou worden, wat echter nooit mijn wil is en ook nooit mijn toestemming zou krijgen.

Als u mensen nu gelooft in verbinding te kunnen treden met bewoners van andere werelden, dan wilt u zich daardoor m.a.w. een bewijs verschaffen dat deze werelden bewoond zijn. Maar als uw geest ontwaakt is, weet u dit echter ook zonder bewijs. Bent u echter nog niet geestelijk ontwaakt - staat u nog helemaal ver af van een geestelijk streven en van de kennis over het doel en de bestemming van de schepping, dan zouden ook die bewijzen u niet op de geestelijke weg brengen, u zou dan alleen maar aardse onderzoekingen ondernemen en geestelijk niets bereiken. Reeds daarom zullen de lichtwezens zich nooit aan u, mensen bekend maken en u door "mededelingen" informaties laten toekomen die niet met mijn heilsplan van eeuwigheid overeenstemmen.

Want het doel is geenszins onbelangrijk dat bereikt wordt en alle geestelijke wezens die vol licht zijn, die in mijn opdracht werkzaam zijn om u, mensen in deze tijd van het einde te helpen, zullen steeds alleen het geestelijke welslagen nastreven, dat de mensen zich naar Mij keren, hun God en Vader van eeuwigheid, opdat zij zich los maken van de wereld, die aan mijn tegenstander toebehoort - opdat ze het hoogste doel bereiken op aarde en in alle wilsvrijheid de laatste proef afleggen, om weer in hun oertoestand te kunnen binnengaan die hun onmetelijke zaligheid in licht en kracht en vrijheid brengt.

Amen