BD.7034
5 februari 1958
Verlossing alleen door Jezus Christus
Zonder het verlossingswerk van Jezus Christus zult u er nooit
in slagen vrij te worden. Deze woorden moeten u steeds weer gezegd worden,
want u moet weten dat u zich nog in onvrijheid bevindt, dat u nog gebonden
bent door mijn tegenstander.
Als mens bent u zich van zijn keten niet geheel bewust omdat u geen ander
bestaan kent, omdat u het bestaan in vrijheid, licht en kracht geheel
vreemd is. Maar toch was dat uw existentie in het begin van uw bestaan,
eens was u vrij en kon in licht en kracht werken - en u bevond zich in
een toestand van onbegrensde zaligheid. Als mens ontbreekt u echter de
herinnering aan deze toestand van weleer, en daarom kunt u het geloven
of ook niet, als u hiervan op de hoogte wordt gebracht.
Maar als u ongelovig bent probeert u ook niet om uit deze onvrije toestand
een uitweg te vinden, want het geloof in de goddelijke Verlosser Jezus
Christus is voorwaarde dat u Hem aanroept om hulp. Doch voor alle mensen
moest de toestand van vrijheid, licht en kracht begerenswaardig zijn,
want iedereen kan toch wel inzien dat hij niet zalig is in het aardse
bestaan als mens. Dat hem de kracht ontbreekt om alles uit te voeren wat
hij wil, dat het hem ook aan inzicht ontbreekt aan hoogste wijsheid en
aan onbeperkte kennis.
De mens is een onvolmaakt schepsel zolang hij zich op de aarde bevindt,
gescheiden van de goddelijke geest van zijn Vader. En deze scheiding heeft
het wezen eens zelf veroorzaakt door zijn verbinding met mijn tegenstander,
die zich als eerste van Mij losmaakte door zijn weerspannige gezindheid.
Mijn tegenstander houdt nu het wezen gevangen dat zichzelf niet meer van
hem kan vrij maken, dus moet het wezen geholpen worden omdat het alleen
te zwak is om van hem los te komen.
Deze hulp is enkel en alleen Jezus Christus, want als u mensen nu vrij
wilt worden - en dit is in het aardse leven wel mogelijk, dan moet u Jezus
Christus om hulp aanroepen. U moet Hem erkennen als overwinnaar, Hij heeft
de tegenstander overwonnen. U moet Hem erkennen als het aardse vat waarin
Ikzelf vertoefde om de strijd met mijn tegenstander uit te vechten. En
dat was alleen in een aards kleed mogelijk, in de vorm van een mens die
zwak was gelijk uzelf en goddelijke kracht nodig had die Hem in staat
stelde om over de tegenstander te zegevieren.
En deze kracht was de liefde, mijn Oerwezen, om welke reden dus het verlossingswerk
door de liefde, door mijzelf werd volbracht. En zoals de mens Jezus de
kracht van Mij betrok omdat Ik Hem daarmee vervulde, zo moet ook u Mij
bidden om de gave van kracht die de mens Jezus voor u door Zijn kruisdood
verwierf. Alleen door Jezus Christus kunt u deze kracht verkrijgen, of
ook: U moet Mij in Jezus bidden dat Ik u weer die kracht zal geven die
u eens afwees.
Maar deze gave is niet mogelijk zonder de erkenning van het verlossingswerk,
want pas daardoor kunt u vergeving vinden van de vroegere ontzaglijke
zonde van het zich afwenden door u van Mij. Het kruisoffer was de delging
van deze grote schuld. Het is voor hem die van goede wil is niet moeilijk
te begrijpen, maar de onwillige kan de samenhang hiervan niet vatten en
geloven. En toch mag hij zich niet geheel afwijzend tegenover dit probleem
opstellen, maar moet ootmoedig zijn onwetendheid en onbekwaamheid t.a.v.
het juiste inzicht bekennen.
Hij moet willen dat hem naar waarheid opheldering gegeven wordt en hem
het inzicht daarvoor ontsloten wordt. Hij moet de voortdurende vermaningen
ter harte nemen dat niemand zonder Jezus Christus zalig kan worden. En
hij moet steeds begeren nog op aarde vrij te worden van de gebonden toestand.
Want ieder mens komt tot het besef dat hij niet vrij is. Geen mens voelt
zich op aarde onbeperkt gelukkig en ieder mens is aan perioden van zwakheid
onderworpen. Want ieder mens is belast met de oerschuld, die alleen door
de goddelijke Verlosser Jezus Christus gedelgd kan worden.
Amen |