BD.7033 De belangrijkste genade van het verlossingswerk: versterking van de wil Altijd hebt u een onoverwinnelijke bron van genaden in Jezus Christus, die voor u genaden zonder mate heeft verworven door Zijn kruisdood. Waartoe u uit eigen zwakte niet in staat bent, dat zal u licht vallen bij gebruikmaking van de schat aan genaden, tot welke ieder toegang heeft, waaruit ieder zich naar behoefte kan voorzien. Wanneer het u dus aan kracht ontbreekt, aards en ook geestelijk, dan staat steeds de weg voor u open tot Jezus Christus, om Hem te vragen uw kracht te versterken en uw wil zo te richten dat u deze kracht ook volgens Zijn wil gebruikt. En Zijn wil is, dat u steeds aan Zijn kruisdood denkt, die Hij voor u en uw zondeschuld heeft verdragen. Zijn wil is, dat u Hem zult navolgen in het leiden van uw levenswandel, dat u bijgevolg op de genaden van Zijn verlossingswerk een beroep zult doen om een leven in liefde te kunnen leiden, dat u Hem voortdurend vraagt om versterking van uw wil en toevoer van kracht om Zijn wil recht te doen wedervaren. Hij heeft voor alle mensen genaden zonder mate verworven door Zijn kruisdood. Maar om deze genaden moet worden gevraagd en bijgevolg moet Hij zelf als Gods Zoon en Verlosser van de wereld worden erkend, in wie de eeuwige Liefde zich belichaamde om u mensen te helpen u van uw vijand te bevrijden, waartoe u zonder de hulp van Jezus Christus, zonder Zijn schenking van genaden, niet in staat zou zijn. Want u bent zwakke wezens zonder licht. Ter wille van deze zwakheid van u volbracht God het werk van erbarmen en deed u daardoor een overmaat aan genaden toekomen, waarop alle mensen een beroep kunnen doen. De tegenstander van God wil u zwak houden. En alleen bent u niet in staat u van hem los te maken. Maar vraagt u de hulp van Jezus Christus, dan kan Hij u omwille van Zijn kruisdood van kracht voorzien. Hij kan u iets schenken, maar dit kostelijke geschenk zult u moeten afsmeken en in dank aannemen, wil het bij u werkzaam worden. Want u zult niet plotseling verlost kunnen worden, wanneer de wil om vrij te worden van de boeien van de tegenstander niet in u ontwaakt. Maar uw wil wordt steeds weer aangespoord, doordat u kennis verkrijgt van het grote werk van liefde en erbarmen van Jezus. Doordat u zich erg vaak van uw eigen zwakheid bewust wordt, doordat u een weg wordt gewezen deze zwakheid de baas te worden. Ook dat is een onverdiende genade Gods die u zou moeten achten. Want u zult niet onder dwang naar Jezus Christus kunnen worden geleid. U zult de weg zelf moeten gaan in vrije wil. Maar u zult er geen spijt van hebben wanneer u eenmaal door de kracht van de genade bent getroffen en uw blik en uw verlangen steeds weer naar Hem zult wenden, die u helpen wil en kan, zodra u dit ook maar wilt. De genadebron is onuitputtelijk. En wie maar eenmaal de vraag tot Jezus Christus heeft gericht om hem te helpen, die zal Zijn hulp op een veelvoudige wijze gewaar worden. De stromen van genade zullen hem steeds weer treffen en zijn wil zal steeds sterker worden, om zich door Jezus Christus te laten verlossen van zonde en dood, van de cipier die zijn ziel al eindeloze tijden gevangen hield. U mensen bent al eeuwigheden lang geheel zonder enige kracht. Maar als mens bezit u de levenskracht, echter die zou alleen niet voldoende zijn om u vrij te maken van de tegenstander van God. Maar deze levenskracht stelt u in staat uw gedachten en schreden te leiden naar Jezus Christus. En ook stelt ze u in staat volgens Zijn goddelijke wil werken van liefde te verrichten. Maar tevoren hebt u een versterking van uw wil nodig, die door de tegenstander van God nog gebonden wordt gehouden. En deze versterking van wil is een der belangrijkste genaden van het verlossingswerk. En u zult deze ontvangen als u ze begeert. En u zult waarlijk in staat zijn het doel van uw leven op aarde te vervullen. Maar zonder de hulp van Jezus Christus blijft u zwak en gebonden aan de tegenstander Gods. Op de genaden van het verlossingswerk moet een beroep worden gedaan, wil de mens vrij worden uit zijn macht en weer terugkeren naar Hem, van wie hij eens is weggegaan. Amen |