Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7018
16 januari 1958

Kenmerk van het nabij zijnde einde "Wie oren heeft om te horen"

Er zullen nog veel mensen de genade Gods ondervinden door Hem aangesproken te worden op 'n ongewone manier, want Hij kent de graad van rijpheid van iedere afzonderlijke ziel, die ook weet wie zich door Zijn genade zal laten aanraken, en Hij wil allen te hulp komen die van goede wil zijn, maar zich op verkeerde wegen bevinden. En zo zullen nog vele mensen besluiten om om te keren, van wie de omgeving het niet verwacht en dezen zullen vaak een duidelijkere vermaning zijn voor hun medemensen, alsof het preken kunnen zijn, die niet in alle levendigheid uiteen worden gezet.

Zijn schaapjes zoekt God nog bijeen, voor het einde komt en Zijn lokroep blijft niet altijd zonder gevolg. En toch blijft de wil van ieder mens vrij. Er is ook geen enkele ongewone genadegave dwingend. Dezelfde gave kan velen op de zelfde wijze worden aangeboden, maar niet allen zullen er zo op reageren als enkelen. Alleen dat moet u, mensen steeds weer gezegd worden, dat God iedere ziel tot aan de dood van de mens tracht te winnen, dat Hij niet ophoudt hem Zijn hand te reiken, die hij slechts vast hoeft te pakken om voor eeuwig gered te zijn. En de laatste tijd op deze aarde is een ongewone tijd van genade omdat de activiteiten van de tegenstander ook een ongewone omvang aannemen.

En al woedt hij nog zo erg in deze tijd, toch heeft ieder mens de mogelijkheid ook met de genadegaven Gods in aanraking te komen, maar zijn vrije wil kiest of en hoe hij deze laatste benut. De geringste wil om op aarde alleen het juiste te doen en te voldoen aan de eigenlijke opgave op aarde, kan hem al duidelijke aanwijzingen opleveren, omdat God zo'n wil beloont, omdat Hij overeenkomstig deze wil zich zelf aan de mens te zien geeft - omdat Hij hem zelf vastpakt en liefdevol de juiste weg opdringt.

Maar ook het werkzaam zijn van de tegenstander van God komt steeds duidelijker te voorschijn en het zou vele mensen de ogen kunnen openen en vele zouden kunnen beseffen wie er de laatste tijd zijn scepter zwaait. Maar de gewetenloosheid van de mensen maakt hen ook blind jegens al wat gebeurt, wat een satanische invloed bewijst. En geen mens wordt met geweld ziende gemaakt, alleen wordt hem steeds toegeroepen: "Wie oren heeft moet horen - wie ogen heeft moet zien!"

En dat is een duidelijk kenmerk van het nabij zijnde einde en het werkzaam zijn van de vorst der duisternis: dat er naar uitbundige levensvreugde zingenot en 'n luxueus leventje gezocht en gestreefd wordt, dat hij de mensen aanzet tot handelingen van de laagste soort, dat alles uit z'n ordening raakt en dat er geen enkele harmonie meer te vinden is, zowel in het samenleven van de mensen, maar ook in het tot stand brengen van dingen en het werkzaam zijn op elk gebied. Alles is verward, vertekend, de goddelijke ordening is omvergestoten, het is een toestand zoals die bijna niet erger meer gedacht kan worden.

En toch is de genade Gods te midden van deze chaos aan het werk en wil de mensen nog redden voor de ondergang. En alleen de goede wil is maar nodig dat Zijn genade werkzaam wordt - die steeds weer door enkelen zal worden opgebracht en die zich nu ook bevrijden kunnen uit de boeien van hem die daarom abnormaal aan het werk is, omdat hij weet dat hij niet veel tijd meer heeft.

Amen