BD.7009
2 januari 1958
Geestelijke verbindingen die door God gezegend zijn - Minderwaardig
spiritisme
Alle geestelijke verbindingen met de aarde staan onder mijn bescherming, zodra de wil van de mensen goed is die zulke banden aanknopen. Want van de aarde uit moeten die banden tot stand worden gebracht, omdat de geestelijke wereld pas dan werkzaam mag zijn wanneer de wil van de mens dit toelaat. Is nu de wil van de mensen goed, dan mag ook de lichtwereld in actie komen, terwijl bij niet edele gezindheid van de mensen die geestelijke krachten zich uiten die geen licht uitstralen, veeleer de duisternis nog vergroten waarin de mensen zich bevinden. Maar omdat het mijn wil is dat u mensen licht gegeven wordt, zal Ik ook steeds die betrekkingen zegenen die het gevolg zijn van een goede gezindheid en een goede wil. En dus zal Ik die mensen ook beschermen tegen het ontvangen van onjuiste overdrachten, want de goede wil geeft Mij het recht de onrijpe geesten te verdringen en hun te beletten onjuiste opvattingen over te brengen.
En zo zult u ook onbezorgd en met een gerust hart onderrichtingen uit het geestelijke rijk in ontvangst kunnen nemen, want de lichtwereld doet onafgebroken moeite om u naar het licht te leiden, wat ook door beïnvloeding door middel van gedachten geschiedt zodra u licht verlangt. Maar u zult dan ook spoedig beseffen dat u ook bewust banden zult mogen aanknopen, dat er geen scheiding bestaat tussen de aardse en de geestelijke wereld, dat u voortdurend omringd bent door wezens die alleen geaard zijn naar uw wil en uw gezindheid.
Maar daaraan geloven zullen alleen die mensen die de ernstige wil hebben dichter bij Mij en de waarheid te komen, want de mensen die ook geestelijke betrekkingen tot stand brengen en zelf nog geen juiste instelling hebben, geloven niet op de juiste manier aan Mij. Ze trachten veeleer alleen hun eigen nieuwsgierigheid te bevredigen, ze proberen achter geheimen te komen en zoeken sensationeel vermaak. En deze mensen worden ook volgens hun mentaliteit bediend, en nooit wordt hun geloof aan een God van liefde in hen gewekt, veeleer keren ze dichter tot mijn tegenstander die hen door leugen en dwaling steeds meer van Mij wegdringt.
Daarom moet er ernstig gewaarschuwd worden voor zulke banden met het geestelijke rijk, terwijl ieder mens die een serieuze band met de lichtwereld tot stand tracht te brengen, zeker mag zijn van mijn bescherming. Want de wezens van het licht brengen mijn wil ten uitvoer, de wezens van het licht doen niets uit eigen wil, want hun wil is volledig ondergeschikt aan de mijne. Maar Ik maak deze wezens vaak gelukkig met opdrachten, doordat Ik hun mensen toevertrouw om te leiden, die met ernstige wil op Mij aansturen, die met Mij al een serieuze betrekking zijn aangegaan, zodat Ik hen kan bedenken met licht, met de zuivere waarheid die van Mij uitgaat en hun dus wordt toegestuurd, rechtstreeks of door mijn lichtboden, die u mensen echter nooit iets anders zullen aanbieden dan wat hun van Mij uit toestroomt. Want u moet weten dat mijn uitstraling van licht en kracht voortdurend deze wezens aanraakt en door hen nu verder wordt geleid en dat daarin ook hun gelukzaligheid bestaat, hen die zulks nodig hebben en verlangen weer van licht en kracht te kunnen voorzien.
Daarom is alleen uw wil beslissend, u met Mij en de lichtwereld te verbinden, dan is ook mijn bescherming en zegen voor u gewaarborgd, geheel om het even of het licht van de waarheid door middel van gedachten nu tot u komt of dat u het van Mij ontvangt in de vorm van mijn woord. Altijd is de eeuwige Waarheid zelf aan het werk en Deze zal iedere onzuivere geest die tussenbeide wil komen, afweren - zoals omgekeerd echter ook mijn lichtwezens machteloos zijn tegenover deze duistere geestenwereld wanneer de mens zelf door zijn gezindheid hen toegang verleent en hun optreden toelaat. En ieder mens moet voor zichzelf verantwoorden welke motieven hem aanzetten tot de poging met geestelijke krachten van gedachten te wisselen. Er moet ernstig gewaarschuwd worden voor een spiritisme van het lage soort, dat geen zegen brengt maar een groot gevaar is zichzelf aan mijn tegenstander over te leveren wanneer hij niet bijtijds herkend wordt.
Amen |