Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.7002
25 december 1957

Een innig verlangen garandeert aanspraak van God

Uit elke bron, die Ik Zelf deed ontspringen, mogen jullie putten. En jullie mogen je laven en sterken op jullie aardse levensweg. Maar alleen uit Mijn levensbron stroomt het levende water. En dat moeten jullie steeds onderzoeken, wanneer jullie uitgenodigd worden om te eten en te drinken. Jullie mogen niet overal voedsel voor jullie ziel tot je nemen. Jullie mogen niet verwachten altijd naar Mijn bron geleid te worden, wanneer aan jullie oor de roep weerklinkt om kracht te vergaren. Want ook handelaren houden een gevulde kruik gereed, die alleen uit zakelijk belang jullie een drank aanbieden.

En Mijn bron ontsluit Ik steeds daar, waar het verlangen groot is om door Mij gesterkt te worden voor de pelgrimstocht op aarde. Daar weerklinkt Mijn Woord in de harten van de mensen die gelaafd willen worden, daar zal Ik Zelf tot de mensen spreken en er zal een bron opborrelen, die snel omringd wordt door dorstige zielen, door mensen die ook door Mij aangesproken willen worden en zo indirect mijn aanspreken vernemen. Nooit zal Ik Mij zwijgzaam gedragen, waar hart en oor Mij willen vernemen. Nooit zal Ik een wandelaar zonder sterking zijn weg laten vervolgen, wanneer deze een korte rustpauze houdt om levend water te scheppen. Want deze zal ook zeker een bron vinden, die hem het helderste, reinste water laat toestromen, dat hem nu ook pas de kracht geeft om zijn weg voort te zetten, de weg die opwaarts voert. En dit teken zal voor jullie voldoende moeten zijn, dat jullie verlangen naar Mijn Woord, jullie ook zeker de bron laat vinden, welke Mijn liefde voor jullie heeft laten ontspringen.

Maar er zijn genoeg plaatsen, waar schijnbaar ook "Mijn Woord" aangeboden wordt. Waar ook Mijn Woord zou moeten weerklinken, waar echter van Mijn bron, van het stromende levenswater niet gesproken kan worden, omdat het verlangen naar Mijn

rechtstreeks aanspreken niet voorhanden is en daarom ook nooit Mijn Woord vernomen worden kan, zelfs al zijn het dezelfde woorden, die jullie als "Levend Water" worden aangeboden. Laat jullie gezegd zijn, dat jullie altijd uit Mijn bron zullen drinken, wanneer jullie ernaar verlangen uit Mijn handen de beker aan te nemen, die ik eenieder aanreik die dit begeert en dat jullie daarom ook overal Mijn stem kunnen horen, waar zich een kring bevindt die ernstig verlangt dat Ik Zelf onder hen vertoef. Want dit serieuze verlangen waarborgt ook Mijn tegenwoordigheid, en waar Ik ben, wil ik Mij ook uiten.

Op welke wijze dit nu gebeurt, is afhankelijk van de rijpheid van Mijn kinderen. Ik kan hen goede gedachten ingeven, hen bewegen om te spreken en hen de juiste woorden in de mond leggen, zodat ze oprecht zuiver praten, hun medemensen tot zegen. Maar Ik kan ook Mijzelf door middel van een mensenmond openbaren, zodat Ik het Zelf ben, die door hem spreekt. Ik kan hem ook Mijn Woord in de pen leggen, als het Mijn wil is om het op die wijze te verspreiden. Aldus stroomt er dan overal een kleine bron, helder en klaar, en gezegend zal zijn, wie dit waarneemt en zich neerbuigt om eruit te putten. Want alleen bij de bron kan de pelgrim zeker zijn dat het water rein is, zonder toevoeging of enige verontreiniging. Alleen de bron bezit de genezende en reinigende kracht. En wie zich zorgen maakt over de gezondheid van zijn ziel, die moet steeds deze bron opzoeken, wanneer hij dorst heeft en naar sterking en verfrissing verlangt.

Dan zal hij niet hoeven te vrezen, ontoereikend verzorgd te worden, hij zal niet hoeven te vrezen dat zijn ziel gebrek lijdt en schade oploopt. En geen mens moet geloven, dat Ik zwijg wanneer Hij Mij wil horen. Maar hij moet er acht op geven, op welke wijze Ik hem aanspreek. Als hij luistert zal hij Mij ook vernemen. Want ieder mens is Mijn kind, zodra hij maar wenst innig met Mij verbonden te zijn. En tegen Mijn kind praat Ik op elk tijdstip. Niet tegen degenen, die slechts genoegen nemen met een bepaalde vorm, die wel hun oren maar niet hun hart openen en zich daarom niet bij de juiste bron bevinden, waar hun het levende water helder en zuiver aangeboden wordt. Want deze scheppen niet uit Mijn bron van liefde en kunnen daarom ook niet het bewijs van Mijn liefde ervaren: dat Ik Zelf ze aanspreek en hun zielen voeding toereik, waardoor zij genezen en tot leven komen.

Amen.