BD.7001
24 december 1957
Het Christus probleem - Drie-eenheid
Alle engelen bogen zich diep neer voor de Heer, die afdaalde
naar de aarde. Want ze wisten dat daarmee een verlossingsdaad begon voor
het gevallen geestelijke, omdat de oneindige liefde van God Zijn schepselen
die in de diepte vertoefden, zelf te hulp kwam. Het geestelijke dat bij
God in de lichtwereld verbleef, was vol liefde voor het gevallenen en
evenzo was het God in diepste liefde toegedaan, en deze liefde werd steeds
vuriger hoe meer ze inzagen welk werk van erbarmen voor het gevallene
zou worden volbracht. Want ze waren op de hoogte van de diepe kloof die
moest worden overbrugd, opdat dit gevallene weer ten hogen kon komen.
En een ziel bood zich aan, een oergeschapen engelengeest, deze brug te
slaan. Ze bood zich aan God als de eeuwige Liefde genoegdoening te verschaffen
voor haar gevallen broeders, voor hun eens begane misdrijf jegens Hem.
De liefde van deze ziel voor God en voor de broeders (en zusters) die
in de diepte vertoefden, was zo groot dat ze trachtte ze weer samen te
verenigen, en de liefde die haar bezielde was God zelf. En toen de ziel
van het licht zich op aarde belichaamde in het kindje Jezus, daalde dus
de eeuwige Liefde zelf af naar de aarde en dus werd God "mens"
En wederom moest het menselijk omhulsel zich door zijn weg over de aarde
vergeestelijken, het moest te midden van een duistere omgeving Zijn licht
laten schijnen dat in hem straalde, het moest zich door een leven in liefde
volledig met stralen laten doordringen door de eeuwige Liefde. En dus
vond daardoor de vergoddelijking plaats dat alles bij de mens Jezus tot
liefde werd - en dus werd Jezus "God".
De menswording van God in Jezus kan niet anders duidelijk worden gemaakt
dan dat zich de eeuwige Godheid - de Liefde - in de mens Jezus manifesteerde,
omdat deze als naar de aarde afgedaalde lichtziel, zijn menselijk omhulsel
door de liefde zo vormde, dat God hierin verblijf kon nemen, wat bij een
liefdeloze zondige mens niet mogelijk zou zijn geweest. En zo is de eenwording
van Jezus en God eveneens alleen maar zo te begrijpen als volledige vergoddelijking
van de mens Jezus door de liefde.
God zond Zijn Zoon naar de aarde. Deze woorden moeten voor u een bewijs
zijn dat de ziel van de mens Jezus van "boven" was, dat zich
een hoogste lichtgeest aanbood voor een missie op aarde, maar die God zelf, de eeuwige Liefde, in hem ten uitvoer bracht, want de liefde volbracht
het verlossingswerk, de liefde delgde de zondeschuld, de liefde bracht
het gevallene redding uit zonde en dood. Maar voor u, mensen is het begrip
"liefde" nog onbegrijpelijk omdat u uzelf nog niet tot liefde
hebt gevormd. En zo lang ook zal voor u de menswording van God niet te
begrijpen zijn, en woorden zijn niet in staat u daarover opheldering te
verschaffen, zolang de liefde in uzelf nog niet ontstoken werd en uw geest
kan verlichten.
Maar u zult u niet in "God" en "Jezus Christus" twee
wezens mogen voorstellen, u mag niet van de Vader en de Zoon in combinatie
met de heilige Geest in die zin spreken, zoals u zich tot nu toe de drie-eenheid
Gods voorstelt. God en Jezus Christus is Een en de kracht
van de geest straalt van deze Eenheid uit, omdat ze weer, niet te scheiden,
tot haar Wezen behoort, omdat God Liefde, Wijsheid en Kracht is, iets
geestelijks, dat niemand in staat is te zien. Maar in de mens Jezus manifesteerde zich de eeuwige Godheid en werd voor Zijn door Hem geschapen wezens een
zichtbare God. En alle engelen in de hemel roemen en prijzen Hem, die
naar de aarde afdaalde uit liefde voor al Zijn schepselen die verlangden
Hem te zien. En Hij opende voor allen de poorten naar de eeuwige gelukzaligheid.
Amen |