BD.6847
8 juni 1957
Beïnvloeding van de ziel door de geest
Uw denken kan zich op het geestelijke of het aardse richten
tijdens uw leven op aarde en de doelen die u bereikt, zullen daarom geestelijk
of aards zijn. U bent nu op aarde aan geen dwang onderworpen, het staat
u volledig vrij hoe u uw innerlijk leven vorm geeft en aan welke gedachten
u de voorkeur geeft. Gedurende de tijd op aarde doet de geest in u, die
een deeltje van Mij is, zijn best bij u gehoor te vinden, maar hij werkt
niet dwingend op de ziel in. Maar evenzo tracht ook het lichaam succes
te hebben met zijn wensen en begeerten die veel meer aards gericht zijn.
Ook het lichaam tracht de ziel over te halen om aan zijn begeren gehoor
te schenken, en de ziel - het denken, voelen en willen - moet nu een beslissing
nemen. Ze zal bij het begin van haar belichaming ook meer aan het verlangen
van het lichaam voldoen, omdat ze zelf nog erg aards is afgestemd, omdat
haar substanties eerst de vergeestelijking tegemoet moeten gaan en er
daarom ook van de kant van de geest op haar wordt ingewerkt.
De geestvonk nu, als 'n stukje van Mij, is liefde, en hij tracht steeds
maar de ziel aan te sporen werkzaam te zijn in de liefde, de ziel voelt
zich daar enigszins toe gedrongen en kan nu, passend bij haar denken,
willen en voelen, handelen. Ze kan dus in liefde werkzaam zijn, maar is
daar niet toe gedwongen. Is de invloed van het lichaam erg groot, dan
krijgt dat de overhand en houdt de ziel af van het werkzaam zijn in liefde;
luistert de ziel naar de zachte stem van de geest, dan komt ze diens aandringen
na en het gevolg daarvan is dat dan ook de kracht van de geest al sterker
werkzaam kan zijn, dat zijn stem luider klinkt en de ziel meer en meer
kan overtuigen om juist en volgens Gods wil op aarde te leven.
Dus worstelen lichaam en geest om de heerschappij over de ziel. Ze worstelen
erom, het denken, voelen en willen van de mens voor zich te winnen en
beantwoordend aan de zege is ook het doel dat de mens op aarde nastreeft
en bereikt. De geest is deel van Mij. Het lichaam bestaat uit nog zeer
onrijpe substanties die dus nog min of meer aan mijn tegenstander toebehoren.
En zo worstelen dus Ik en ook mijn tegenstander om de ziel van de mens,
die als ik-bewust wezen eens van Mij uitging, zich echter vrijwillig aan mijn tegenstander overgaf, maar die al voor het grootste deel de weg terug
naar Mij heeft afgelegd en nu in het leven op aarde opnieuw de voorkeur
moet geven aan de heer aan wie ze uiteindelijk wil toebehoren.
Maar zodra mijn geest in de mens al wat invloed heeft gewonnen, is ook
al de verbinding met de Vadergeest van eeuwigheid tot stand gebracht en
dan is het Mij ook mogelijk de kracht van mijn geest voortdurend in een
vat te laten stromen dat zich opent, omdat de ziel, wanneer ze aan het
aandringen van de geest in zich toegeeft, werken van liefde verricht en
dus steeds meer voorbereidingen treft om de goddelijke geest op te nemen.
En nu kan het instromen van de goddelijke geest ook buitengewoon zichtbaar
worden door verschillende gaven waarover de mens nu kan beschikken, zodat
dan van een duidelijk uitgieten van de geest kan worden gesproken, zoals mijn leerlingen dat ook mochten beleven na mijn hemelvaart.
Want aan hen voltrok zich voor de eerste keer een gebeuren dat eerst door mijn verlossingswerk mogelijk werd, dat de geest zich vrij kon ontplooien,
omdat de macht van mijn tegenstander over de zielen van de mensen die
Mij wilden toebehoren gebroken was, terwijl tevoren de zielen nog door
de oerschuld zo belast waren, dat ze de stem van de geest niet in zich
vermochten te horen en ook tegelijkertijd de wil te zwak en het denken
verduisterd was.
Maar door mijn verlossingswerk werd de ziel vrij en het was haar nu mogelijk
zowel de geest alsook het lichaam gehoor te schenken en alleen haar wil
moest nu de juiste beslissing nemen, waarbij haar echter mijn geest, die
de liefde is, behulpzaam is. Heeft de geest in de mens eenmaal de overmacht
behaald, dan is ook het juiste doel verzekerd, dan zal het lichaam
niet meer mogelijk zijn de ziel voor zich te winnen, veelmeer zullen de
ziel en de geest ook het lichaam nog beïnvloeden zich eveneens aan
de goddelijke ordening aan te passen en dan is de mens vervuld door de
geest - dan heeft hij zijn wilsproef op aarde doorstaan, dan is hij een
kandidaat voor het rijk dat eeuwig zal duren en gelukzaligheid schenkt,
dan heeft de ziel zich voorgoed los gemaakt van mijn tegenstander en ze
behoort nu toe aan Mij in alle eeuwigheid.
Amen |