BD.6833
18 mei 1957
Waarschuwing voor schijn en uiterlijkheid
Ik ken al uw gedachten, Ik ben op de hoogte van uw innerlijkste
harte-roerselen en daarom zult u Mij nooit om de tuin kunnen leiden. Dat
wil Ik aan al diegenen zeggen die anders denken dan hun mond spreekt,
die wel hun medemensen zand in de ogen kunnen strooien, maar die nooit
hoeven te geloven dat Ik beoordeel wat de mond spreekt, integendeel steeds
alleen naar het hart zie, hoe zijn gevoelen is.
En zo zult u, mensen ook kunnen inzien dat elke naar buiten toe zichtbare
manier van doen zin- en doelloos is, dat die steeds alleen geschikt is
de innerlijke gevoelens en opwellingen voor de medemens te verbergen en
dat ze alleen tot leugenachtigheid en veinzerij aanzet, wanneer het denken
en voelen van de mens anders is. Maar Mij blijft niets verborgen. Ik zie
tot in het uiterste verborgen hoekje van het hart en Ik zal ook alle handelingen
van de mens in overeenstemming daarmee beoordelen.
Daarom zou Ik u graag eerst tot waarachtigheid opvoeden. Ik zou graag
in u het gevoel voor verantwoordelijkheid wekken, opdat u uzelf aanpakt,
dat u strenge zelfkritiek beoefent over uw denken en handelen en dat u
tegenover Mij elk spelletje achterwege laat, dat u zich helemaal blootlegt
en u Mij zo nadert als u werkelijk bent - om dan ook uw fouten en gebreken
in te zien en dan ook in alle ernst aan uzelf te werken. Want al dat goedpraten
dat u graag doet, helpt u niet om het eigenlijke daaronder te verbergen.
En Ik vraag u: Is u aan het oordeel van uw medemensen meer gelegen dan
aan het mijne? Wat u werelds doet zou zo nu en dan wel aanleiding kunnen
geven u te verhullen, u een masker op te zetten.
Maar u speelt ook verstoppertje op geestelijk vlak. Waar het om het heil
van uw ziel gaat. zou u waarachtig moeten blijven, of u laat alleen maar
zien dat u niet in Mij gelooft als hoogst volmaakt, alles doordringend
Wezen. En daarom is de mens die alles nalaat wat als arbeid aan zijn ziel
is te beschouwen en dit ook openlijk toegeeft, nog beter te noemen dan
diegenen die de indruk willen wekken goed en vroom te zijn en toch geen
enkele zorg aan hun ziel besteden. Want dezen weten wat hun taak op aarde
is, maar komen die niet na, maar veinzen dit. En elke leugen is van de
tegenstander, dus schikt u zich ook vrijwillig naar zijn werkingssfeer.
Wie er ernstig naar streeft volmaakt te worden, werkt in alle stilte aan
zichzelf en de medemensen zullen daar maar weinig van merken, alleen diens
levenswandel in liefde is naar buiten toe te herkennen. Ook werken van
liefde kunnen worden voorgewend en in waarheid gericht zijn op een bepaald
doel, maar ook deze worden door Mij niet gewaardeerd, want ware liefde
ontwaakt in het hart van de mens en is niet door uiterlijke handelingen
te vervangen.
Dat zouden alle mensen zich goed in de oren moeten knopen, dat Ik ware
ernst verlang, waarbij het heil van de ziel wordt nagestreefd, dat Ik
geen genoegen neem met uiterlijkheden wanneer daar de ernst van de liefde
bij ontbreekt en dat niemand tegenover Mij kan doen alsof. In geest en
waarheid moet u bidden en zo moet u ook in geest en waarheid handelen.
Maar elke uiterlijkheid is schijn en bedrog, wat het hart ook soms inziet
en de mens daarom alle uiterlijkheden vermijdt zodra er in zijn hart het
diepe en ernstige verlangen is zich met Mij te verbinden. Dan is voor
hem elke uiterlijkheid alleen storend om zich innerlijk te concentreren,
dan zal hij zich ook ver houden van traditionele gebruiken die niets anders
zijn dan symbolen waaraan de eigenlijke betekenis ontbreekt.
Bij veel mensen ontbreekt het natuurlijk ook aan de juiste ernst om hun
wezen te veranderen, op te heffen en toch zal deze hem alleen maar een
leven in gelukzaligheid opleveren, want een verkeerd gevormde ziel kan
niet in een sfeer worden geplaatst waar ze zou vergaan. Ze kan het lichtrijk
niet ingaan, wanneer ze zich tevoren niet zo heeft gevormd dat ze ontvankelijk
is geworden voor licht. En met het doel van deze omvorming bevindt ze
zich op aarde. En daarom zou deze omvorming, de wezensverandering, met
alle ernst moeten worden uitgevoerd, want er staat de mens daarvoor maar
korte tijd ter beschikking, die echter volop voldoende is, wanneer hij
de wil heeft bij Mij te geraken. Dan zal Ik hem waarlijk bijstaan en hem
op elke manier helpen rijp te worden, dan zal Hij zichzelf herkennen en
vanuit zijn hart roepen naar Mij en Ik zal zijn roep verhoren, omdat die
in geest en waarheid naar Mij werd opgezonden.
Amen |