Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.6736
14 januari 1957

Ware arbeiders voor het rijk Gods

Voor het rijk van God te werken is de mooiste taak die een mens op aarde vervullen kan, die hem zelf een staat van rijpheid oplevert en ook voor ontelbare zielen heel zegenrijk is, want alleen de verbreiding van Gods woord kan de zielen licht brengen en hen leiden naar Mij, naar hun Schepper en Vader van eeuwigheid. Daarom zal Ik ieder zegenen die zich aanbiedt Mij te dienen - en Ik zal ook ieder kracht schenken zijn ambt op aarde juist uit te oefenen. Want zodra hij zijn best doet Mij en mijn woord dichter bij de medemensen te brengen, vanuit het inzicht dat dit noodzakelijk is voor hun zielenheil, is hij ook voor Mij een ware knecht in mijn wijngaard.

Maar de wil om de mensen te helpen moet in hem voorop staan, hij mag niet uit egoïstische motieven een werk verrichten, dat dan in plaats van geestelijke arbeid alleen maar aards werk zou zijn, ofschoon het schijnbaar een geestelijk profijt ten doel zou hebben. En dat kan Ik waarlijk beoordelen: wie Mij dient of het eigen ik. En daarnaar alleen beoordeel Ik de arbeid van diegenen die een geestelijk ambt bekleden, alleen maar daarnaar.

Dat moet u, mensen te denken geven, want dan zult u ook begrijpen dat uit alle geestesrichtingen een zegen kan voortvloeien, als de wil Mij te dienen aanleiding is voor een prediker zijn medemensen mijn woord bekend te maken. Want dan zal hij steeds mijn bijstand ondervinden, Ik zal zijn denken juist leiden en hij zal tot de mensen spreken in mijn plaats. Hij zal echter ook altijd alleen spreken wat volgens de waarheid is, omdat Ik zelf dan door hem de mensen toespreek en Ik altijd alleen de waarheid kan geven.

Er is grote geestelijke nood onder de mensen, die alleen opgeheven kan worden door het aanbieden van mijn woord, want mijn woord is Licht en Kracht, die de mensen ontbreken. Mijn woord leert de liefde en alleen door werken van liefde stroomt de mensen licht en kracht toe. Dus moeten zij eerst onderwezen worden door mijn evangelie, dat zij in de liefde moeten leven om hun zielen te vervolmaken. En ieder mens is door Mij gezegend die deze goddelijke liefdeleer van Mij aan de mensen verkondigt en tegelijkertijd wijst op die Ene, die uit liefde voor de mensen geleden heeft en gestorven is aan het kruis, op Jezus Christus, de goddelijke Verlosser, in wie Ik zelf Mij op aarde belichaamd heb.

De mensen op de hoogte te brengen van Jezus Christus en Zijn goddelijke liefdeleer, is mijn opdracht aan allen die als mijn ware discipelen uitgaan in de wereld, en ieder die deze opdracht uit liefde tot Mij en zijn naasten bereidwillig vervult is voor Mij een ware dienaar. Hij is voor Mij een knecht in mijn wijngaard, wiens arbeid steeds gezegend zal zijn.

En opent hij hart en oor voor Mij, dan zal hij ook steeds mijn aanwijzingen in zich vernemen, het zij door hoorbaar aangesproken te worden of ook door innerlijke gevoelens, die hem aanzetten te spreken en te handelen volgens mijn wil. Eenieder is Mij een getrouwe knecht die zich geheel aan Mij gegeven heeft. Die probeert mijn wil te vervullen en Mij als het enige doel dat waard is nagestreefd te worden, heeft onderkend. Want deze brengt ook in zichzelf de verbinding tot stand met Mij, die absoluut nodig is om Mij als bruikbaar werktuig te dienen, om Mij en mijn rijk dichterbij de mensen te brengen. En zijn werkzaam zijn zal steeds gezegend zijn.

Amen