BD.6729
5 januari 1957
Het ontvangen van de waarheid vraagt het prijsgeven van de
kennis die men al heeft
Van buiten af zal u steeds weer geestelijk goed worden gebracht,
waarvan de waarde echter alleen dan groot is, als het uit dezelfde bron
is ontsprongen als het u uit den hogen toegezonden woord - dat uit de
Oerbron der Wijsheid zelf gestroomd is. En dat kunt u, die mijn woord
rechtstreeks ontvangt, zeer spoedig beoordelen, omdat u reeds een weten
ontsloten is, dat u bekwaam maakt juist en passend te oordelen, en dat
daarom ook iedere geestelijke lering met dit weten moet overeenstemmen.
Ik vul al mijn kinderen met mijn geest die zich tot Mij wenden in een
diep verlangen naar de waarheid, die dus bereid zijn Mij en de waarheid
te dienen, doordat zij deze verbreiden willen. Want omdat de dwaling het
grootste gevaar is voor de geestelijke ontwikkeling van de mensen, zal
Ik steeds zorgen deze dwaling door de waarheid onschadelijk te maken.
Dus zal het toezenden van de waarheid mijn voornaamste zorg zijn en ieder
die Mij zijn dienst aanbiedt, ieder die zelf vervuld is van een verlangen
naar de waarheid, wordt door Mij aangenomen om die te verspreiden.
Maar juist dit verlangen naar de waarheid moet aanwezig zijn om ook door
mijzelf de waarheid te kunnen ontvangen. Ik verheug Mij over ieder streven
naar het goede en ware. Ik verheug Mij, als steeds weer een mens dit grote
waarheidsverlangen te kennen geeft, als hij met een leeg hart tot Mij
komt om het door Mij te laten vullen. Want alleen dan kan hij de zuivere
waarheid in ontvangst nemen, als hij bereid is de vroegere kennis die
hem niet door Mij is toegezonden, op te geven. Deze kennis kan ook overeenstemmen
met de waarheid, maar dan zal die hem ook door Mij toegestuurd worden,
alleen moet dit "zich helemaal ontdoen van geestelijke opvattingen"
er aan vooraf zijn gegaan om een vermengen van verschillend waardevolle
leringen te verhinderen en zodoende, de zuivere waarheid niet in gevaar
te brengen.
Maar juist deze eis van Mij wordt maar zelden in acht genomen en maar
zelden wordt aan deze eis voldaan. En daarom is het ook maar zelden mogelijk
een opnamevat te vinden dat zich als geheel geleegd voor de goddelijke
geestesstroom opent en nu gevuld kan worden met 'n kostelijke inhoud.
Want de zuivere waarheid uit Mij is een kostelijk goed. Ze is een stroom
van boven, een weggeven van mijzelf, een genadegave, aangeboden door mijn
vaderlijke liefde, die haar kinderen wil terugwinnen voor eeuwig.
En dat kostelijke goed moet zorgvuldig beschut worden voor verontreiniging,
voor vermenging met ander geestelijk goed dat mijn gaven waardeloos zou
kunnen maken. Wat Ik u aanbied door het innerlijke woord, wat dus duidelijk
door mijn rechtstreeks aanspreken u toevloeit, moet daarom ook zoveel
mogelijk woordelijk worden weergegeven, het mag niet tot inhoud worden
gemaakt van verstandelijke uiteenzettingen en met eigen gedachten vermengd
worden, want menselijk denken is niet vrij van dwaling - omdat het door mijn tegenstander heel makkelijk beïnvloed kan worden.
Alleen als een mens voor Mij in mijn naam spreekt over dat wat mijn geest
hem geopenbaard heeft, kan hij er zeker van zijn dat dan ook mijn geest
door hem werkt en Ik hem de woorden die hij uit moet spreken, in de mond
leg. En daarom leg Ik iedere ontvanger van mijn woord met alle nadruk
op het hart mijn woord zuiver te houden. Want waar Ik spreek, waar Ik mijn woord naar de aarde zend, daar is waarlijk een toevoeging door mensen
niet meer nodig, maar eerder een gevaar waarvoor Ik waarschuw. Want wat
u nodig hebt aan kennis dat deel Ik zelf aan u uit, wat u niet bezit,hoeft
u niet te weten voor de missie waarvoor Ik u heb uitgekozen, waarvoor
Ik u opleid, opdat u ze vervullen kunt. En steeds zal Ik zelf u geven
wat u wenst te ontvangen en u zult altijd in het bezit zijn van de zuiverste
waarheid.
Amen |