BD.6611
1 en 2 augustus 1956
Wat is onder doop te verstaan?
U kunt de grote genade het woord te ontvangen niet beseffen
- toch wordt u elke vraag door Mij beantwoord en iedere twijfel in u verdreven,
als u zich maar tot Mij wendt om opheldering. Weliswaar beantwoord Ik
u ook door gedachten zulke vragen, maar u bent er niet altijd zeker van
of die gedachten u door Mij gegeven zijn - en dan worden ook uw twijfels
niet verdreven, terwijl het woord dat u van boven wordt toegezonden u
gelukkig maakt, zodra u op de genaden van het ontvangen van mijn woord
een beroep doet. Er zijn zoveel vragen die u bezig houden en een gelovige
bede tot Mij zou voldoende zijn om u uitsluitsel te geven. Maar u richt
veel te zelden zo'n bede tot Mij, u bent u dus ook nog niet bewust van
de grote genade die u mag gebruiken.
Iedere mensenziel heeft een "grondige reiniging van een bad"
nodig dat haar van alle afvalstoffen bevrijdt, dat haar verfrist en weer
tot leven brengt en dat haar bekwaam maakt voor de arbeid die ze op aarde
te verrichten heeft. En iedere mensenziel moet bereid zijn deze reiniging
bij zichzelf uit te voeren of over zich heen te laten gaan - in het besef
dat ze van te voren eerst niet zo is zoals Ik haar hebben wil, zoals ze
zijn moet om Mij te kunnen naderen en eeuwig bij Mij te zijn. Zo'n reinigingsbad
moet echter niet puur uiterlijk opgevat worden. Het is een daad die zich
innerlijk moet afspelen, die hoogstens daaraan uiterlijk te herkennen
is dat er zich in het wezen van een mens een verandering voltrekt, die
hem echter ook de zekerheid geeft zich uit een moeras omhoog gewerkt te
hebben, door een verfrissend bad te zijn gegaan en hier nu geheel gereinigd
uit te komen. Water echter dat helder is en een verfrissende uitwerking
heeft, kan geen levenloos water zijn. Het moet een vloeiende, levende
stroom zijn, water dat de kracht heeft te reinigen en weer tot leven brengt.
Dat levende water hebt u dus nodig. Weet u echter wat onder "levend
water" is op te vatten?
Steeds weer nodig Ik u uit naar de "bron" te gaan waaruit het
levende water stroomt. Steeds weer wil Ik dat u de "zee van mijn
liefde" ingaat, dat u daarin onderduikt en dat u zich door Mij zelf
laat dopen met mijn woord. Dat alleen heeft de kracht in u een verandering
te bewerkstelligen. Het reinigt uw ziel en doet haar opnieuw leven. Dit
woord geeft u pas het ware leven.
Toen Ik dus tegen mijn discipelen gezegd heb: "Doop hen in de naam
van de Vader, de Zoon en de heilige Geest" is daaronder niets anders
te verstaan dan dat zij in mijn naam de mensen mijn woord moesten brengen
- het levende water dat in Mij zijn oorsprong heeft, dat zij dus naar
de bron moeten gaan. De Liefde zelf - de Vader - biedt het u aan. Hij
biedt u dat, waardoor de diepste wijsheid - de Zoon - te bereiken is, als
u het woord in u ontplooit en daardoor de geest in u tot leven wekt, die
u het helderste inzicht schenkt. Uw ziel heeft dus mijn woord nodig; dat
alleen heeft net zo'n uitwerking als die van helder natuurlijk water op
het lichaam zodat ze versterkt uit het bad stapt, geschikt voor elk werk
dat dan van haar verlangd wordt. En zo moesten mijn volgelingen dit water
- Mijn woord - aan alle mensen brengen. In liefde moest hen dit kostelijks
worden aangeboden, opdat het weer liefde in hen ontstak en zo de geest
in hen tot leven wekt. Levend water heeft echter in Mij zijn oorsprong.
Ik zelf ben de Bron waaruit het levende water stroomt. En daarom moet
ieder mens afdalen in de "bron van mijn liefde", om goddelijke
wijsheid te ontvangen en om deze ook te kunnen doorzien door de geest.
Dit is "de doop" die ieder mens moet hebben ontvangen om lid
van de kerk van Christus te zijn - de kerk die Ik zelf op aarde stichtte.
En daartoe is als eerste uw vrije wil noodzakelijk die vrij moet beslissen
in de waterstroom van mijn liefde af te dalen, mijn levend woord aan te
nemen en daardoor de ziel aan een reiniging te onderwerpen die dan mijn
tegenwoordigheid mogelijk maakt. Mijn woorden zijn altijd alleen geestelijk
te begrijpen, want nooit zal een uiterlijke handeling de wezenlijke innerlijke
omvorming, de loutering van de ziel, tot stand brengen. En daarom moet
u, mensen, steeds de geestelijke zin van mijn woorden proberen te doorgronden,
die u echter helemaal duidelijk worden zal, als u Mij zelf om opheldering
vraagt. En wanneer uw verlangen daarnaar echt gemeend is, zult u niet
anders dan juist kunnen denken. Dan echter neemt u ook zonder weerstand mijn woord aan, als het u door mijn volgelingen wordt gebracht en dan
dompelt u zich in "mijn goddelijke stroom van liefde" - dan
ontvangt u de ware doop - mijn liefde vervult u dan met mijn geest en
voert u binnen in de waarheid. Liefde, wijsheid en kracht zijn nu ook
deel van uw ziel, die zich dopen liet met het "water des levens
en van de liefde".
Amen |