BD.6557
29 mei 1956
Verandering van wezen - Strijd tegen verkeerde liefde
De grootste winst van uw leven op aarde is de vereniging
met Mij. Hierin zult u uw doel moeten zien en u zult niet eerder mogen
rusten, tot het aaneensluiten met Mij heeft plaatsgevonden. Bewust en
onbewust zult u deze aaneensluiting kunnen bewerkstelligen, maar vooreerst
zult u steeds in Mij moeten geloven. U zult Mij als een Wezen moeten erkennen,
met wie u nu in contact wenst te komen. Deze wens van u is al het bewijs,
dat de wil, die aanvankelijk nog aan mijn tegenstander toebehoorde, zich
op Mij heeft gericht. En zodra u zich nu door middel van gedachten met
Mij bezighoudt, verbindt u zich bewust met Mij, ofschoon de juiste band
nu eerst vereist, dat u zichzelf tevoren omvormt; dat u uw best doet,
uw wezen aan het mijne gelijk te maken, omdat Ik me alleen kan aaneensluiten
met het volmaakte, maar deze volmaaktheid kan door u ook bereikt worden.
U zult zich dus eerst tot liefde moeten vormen, omdat mijn Oerwezen liefde
is. Maar zodra u in gedachten de band met Mij tot stand brengt, zodra
u tot Mij bidt, komt u ook kracht toe om deze verandering van uw wezen
te kunnen voltrekken. Uw wil behoort nu Mij toe en daarom kan Ik u kracht
doen toekomen, wat voordien niet mogelijk was, daar het toebehoren aan mijn tegenstander ook tegelijkertijd weerstand, dat wil zeggen het afweren
van de kracht van mijn liefde, betekent. Daarom is de verandering van
wil in de eerste plaats nodig, dan pas kan de verandering van wezen plaatsvinden,
die voor het toesturen van mijn kracht is vereist. Maar mijn kracht is
uitstraling van liefde en ze zal zich weer doen gevoelen in het werkzaam
zijn in liefde. Zodra u nu werken van liefde verricht, doet u een beroep
op deze kracht en trekt u Mij zelf daardoor steeds dichter naar u toe.
Ik ben de Liefde zelf en daarom kan de aaneensluiting met Mij alleen maar
plaatsvinden, wanneer liefde zich bij Liefde voegt, zoals echter ook geen
werk van liefde kan worden volbracht zonder Mij. Daarom zult u ook onbewust
de aaneensluiting met Mij tot stand kunnen brengen, wanneer u in liefde
leeft, ook wanneer u door gedachten de band met Mij niet zoekt. Maar met
zekerheid zullen zulke gedachten nog in u boven komen en u ook niet meer
verlaten, want het bewuste erkennen van Mij zelf moet plaatsvinden, om
gelukzalig te kunnen worden en het zal ook gebeuren, waar Ik zelf dicht
bij de mens kan zijn, omdat hij in liefde werkzaam is, dus een beroep
doet op mijn kracht. Het is niet zo moeilijk deze aansluiting te vinden,
voor de mens, die niet wordt beheerst door eigenliefde, zeer integenstelling
tot waar de eigenliefde de mens de onbaatzuchtige naastenliefde verhindert.
Dus daar beheerst mijn tegenstander de gedachten van de mensen, daar kan
geen liefdestraal van Mij binnenkomen, daar ben Ik nog ver weg en wordt
er noch opzettelijk (dus bewust), noch onbewust de band met Mij tot stand
gebracht. En zonder liefde is de mens in zijn wezen nog zo onvolmaakt,
dat Ik zelf me niet met hem kán aaneensluiten. Dan bereikt de mens
zijn doel niet op aarde en het zal ook moeilijk zijn, hem in het rijk
hierna op andere gedachten te brengen, want zolang hij door eigenliefde
wordt beheerst, zal hij ook niet worden geraakt door de nood van andere
zielen. En nooit zal hij kracht kunnen ontvangen, omdat hij nooit de wil
om te helpen in zich laat bovenkomen. Daarom is ook de belangrijkste en
ook moeilijkste strijd op aarde, de strijd met zichzelf, de strijd tegen
de verkeerd gerichte liefde, die veranderd moet worden tot volledige onbaatzuchtigheid,
om dan pas te kunnen worden betiteld als liefde, die het wezen verandert.
Waar er maar een poging wordt gedaan, help Ik een handje met mijn kracht,
want liefde kan niet anders dan door liefde worden aangetrokken. Dan pas
zult u zich met Mij kunnen verbinden en verbonden blijven voor eeuwig.
Amen |