BD.6493
6 maart 1956
De massa staat nooit achter de waarheid - Verbreiding - Tegenstander
U zult u niet van de wijs mogen laten brengen door de begoochelingen
van mijn tegenstander, u zult er integendeel steeds alleen maar op moeten
letten wat u opheldering schenkt, wat als zacht licht van boven neerstraalt.
Dit licht, de waarheid uit Mij, treft uw ogen niet met een verblindend
schijnsel, dat wil zeggen: nooit zal de waarheid zo plotseling oplichten en doorbreken
in de openbaarheid. Want het "goddelijke licht" wordt door de
wereld niet herkend en erkend en het zal niet vliegensvlug verbreid worden,
maar voor het "betoverende licht" zullen vele ogen opengaan,
dit wordt heel wat eerder aangenomen dan de zuivere waarheid, het licht
van de liefde uit Mij. Want dat is het teken van de ondoordringbare duisternis
vóór het einde, dat de mensen voor al het onware openstaan,
voor alles wat uit het onderste rijk voortkomt, dat ze geen begrip meer
hebben voor de goddelijke waarheid.
Maar zodra mijn tegenstander een bedrieglijk licht zal doen opflitsen,
hebben ze er geen afweer voor, veeleer trachten ze het overal te verbreiden,
ze helpen mee de nacht nog meer te verduisteren, omdat ze hun ogen ongevoelig
maken voor een zacht stralend licht. Want ze willen innerlijk niet worden
verlicht, ze willen alleen maar verlustigd worden aan een vuurwerk dát
slechts licht moet voortoveren en een genot is voor de ogen. En toch zullen
in de laatste tijd steeds meer lichtdragers opstaan en dwars door de duisternis
heen gaan en die weinigen nog om zich verzamelen die hun licht als een
weldaad ondervinden. Er zullen in de laatste tijd nog veel boden van boven
werken op de aarde, om de mensen hulp te brengen die van goede wil zijn.
Mijn woord zal verkondigd worden door dienaren die vervuld zijn met kracht,
die vanwege deze missie op de aarde zijn gekomen het licht van de waarheid
in de duisternis binnen te dragen. Maar zij allen zullen slechts in het
verborgene werkzaam zijn, weliswaar zullen ze er niet voor terugschrikken
om tot de mensen openlijk en vrijuit te spreken, maar in de wereld zal
men weinig notitie nemen van deze verkondigers van mijn leer en mijn naam.
Maar de weinigen die de nacht zouden willen ontvluchten, zullen van hen
helder licht ontvangen. Want hun woorden hebben grote kracht. En waar
deze dienaren van Mij optreden, zal ook mijn tegenstander niet lang op
zich laten wachten en het licht willen doven of verduisteren en daarom
op zo'n ongewone manier te voorschijn komen dat de wereld hem aandacht
schenkt. En daaraan al zult u weer zijn werkzaam zijn kunnen herkennen.
U weet dat de aanhangers van de wereld in zijn macht zijn, dat ze nog
eindeloos ver van Mij verwijderd zijn en nooit zal in hun gebied mijn
werkzaam zijn ingang vinden. Maar wat in de openbaarheid wordt verspreid,
komt van hem af en het werkzaam zijn van mijn dienaren zal juist daar
geen weerklank vinden, terwijl mijn tegenstander echter succes heeft.
Nooit zal de massa achter de waarheid staan, maar steeds achter dwaling
en leugen.
Maar mijn ware vertegenwoordigers op aarde zal het niet storen dat hun
geen geloof wordt geschonken, des te ijveriger zullen ze arbeiden en met
overtuiging spreken over Mij en mijn spoedige komst. Want Ik zal aan de
activiteiten van mijn tegenstander een einde maken wanneer zijn tijd gekomen
is. Maar voordien zullen nog vele lichtdragers over de aarde gaan, omdat
het licht overal heen moet worden gedragen om de harten van die weinige
mensen te verlichten die mijn tegenstander nog niet in zijn macht heeft.
Diens doen en laten zal duidelijk te zien zijn, maar voor de mijnen is
ook mijn zorg duidelijk zichtbaar, om ze uit de duisternis weg te voeren
naar het licht.
Verwondert u zich niet dat u die Mij wilt dienen weinig ingang vindt met
het woord dat u van Mij hebt ontvangen, want ook dat is een teken van
de verduisterde geest, een teken van het lage niveau van de mensen voor
het einde, waarin mijn tegenstander eerder resultaat kan boeken dan u, mijn lichtdragers.
En toch zal het licht zich baan breken en eens helder de machinaties van mijn tegenstander belichten: Maar nog is zijn tijd niet gekomen, nog kan
hij naar eigen wil zijn gang gaan. Maar spoedig wordt er aan zijn optreden
paal en perk gesteld, dan zal mijn licht van boven stralen met heldere
schijn, dan zal er geen duisternis meer zijn, dan zullen de mensen gelukzalig
zijn die mijn licht al op aarde aannamen.
Amen |