BD.6485
26 februari 1956
Geloof aan het bestaan van Jezus
De levenswandel van Jezus op aarde wordt vaak in twijfel
getrokken, zo niet geheel geloochend. En ook dit is een uiting van de
vrije wil: zich voor Hem uit te spreken of Hem af te wijzen. Want ook
de gelovigen ontbreken de bewijzen en toch twijfelen ze er niet aan, omdat
hun innerlijk de waarheid wordt bevestigd, wat echter bij ieder mens het
geval zou kunnen zijn, wanneer hij niet willens en wetens nog een tegenstander
van God zou zijn. Het geloof in Jezus Christus als Verlosser van de wereld
wordt verlangd. Dus kan daar ook geen onweerlegbaar bewijs voor bestaan.
Maar daar er geen andere weg bestaat om zalig te worden dan via Jezus
Christus, is juist dit Christus-probleem de toetssteen van de wil van
de mensen.
Het is een buitengewoon doeltreffend wapen van de tegenstander van God,
om twijfel in de harten van de mensen te zaaien over het bestaan van Jezus.
En wiens wil zich nog verzet tegen God, zal een dergelijke twijfel opnemen,
evenals deze net zo vastbesloten wordt verjaagd door mensen, wier weerstand
tegen God al verminderd is of geheel gebroken. Maar ieder mens zou een
dergelijke twijfel kunnen verdrijven, want ook de mens, die zeer met rede
begaafd is, kan niet alle verwijzingen, alle leerstellingen en de christelijke
leer zelf als "uit de lucht gegrepen" afdoen. En er getuigen
heel wat meer verwijzingen of bewijzen voor dan tegen.
De gelovige mens heeft geen verder bewijs nodig, want het "uitgieten
van de geest", dat Jezus de mensen heeft beloofd, is een zo doorslaand
bewijs, dat elke twijfel ongegrond is. Maar dit bewijs kan een ongelovig
mens niet worden geleverd, omdat de verlichting door de geest eerst het
geloof in Jezus Christus voorop stelt, dat door de liefde tot een levend
geloof is geworden. De mensen, die de levenswandel van de mens Jezus op
aarde niet aannemen, hebben zo een volledig verduisterde geest. Ze ontdekken
geen enkele samenhang, ze bezien alles alleen met wereldse ogen, ze leiden
totaal geen geestelijk leven en in hun levenswandel zal onbaatzuchtige
liefde ontbreken, wat anders stellig een opheldering van de geest tot
gevolg zou hebben. Er zijn mensen, die zich op hun pienter verstand beroepen,
dat echter in beslag is genomen door de tegenstander van God en deze verstaat
waarlijk de kunst, zulke mensen te sterken in het afwijzen van Jezus Christus
en het verlossingswerk.
Maar nooit zullen zulke "Christus-loochenaars" geloven aan
een verder leven na de dood. En hun leven, hun verstandelijk werkzaam
zijn, zal steeds alleen het aardse leven gelden en in het bijzonder zullen
zulke mensen zich ervoor inzetten, de medemensen te willen bewijzen, dat
het geloof in Jezus Christus een waanidee is. Want ze zullen zich niet
met hun eigen opvatting tevreden stellen, maar deze ook op hun medemensen
trachten over te brengen. Ook dat is het inwerken van de tegenstander
van God, want het is de "Verlossing door Jezus Christus",
die hem zijn aanhang ontrukt. En hij zal alles doen, om het geloof in
Jezus Christus te ondermijnen. Zulke Christus-loochenaars zijn in zijn
macht en ze zijn op aarde alleen werkzaam voor de satan, wat hun echter
begrijpelijk zou zijn, wanneer ze in geestelijk weten zouden kunnen doordringen.
Maar dit is pas het gevolg van het geloof in Jezus Christus en Zijn verlossing,
die het werkzaam zijn van Zijn geest in de mens garandeert.
De strijd tussen licht en duisternis woedt in een zo grote mate, dat u,
mensen, het niet voor mogelijk houdt. En daar een verlossing alleen door
Jezus Christus mogelijk is, zal de tegenstander Gods juist deze
verlossing trachten te weerleggen; hij zal het "Christus-probleem"
als onbewijsbaar voorstellen en zo proberen, de mensen van het geloof
in Hem af te brengen. En hij zal steeds mensen vinden, die zijn denkbeeldige
voorstelling volgen; die hun pienter verstand ijdel liet worden en die
daarom proberen met hun verstand te vatten, wat alleen vanuit het geloof
en de liefde kan worden begrepen. Want waar de geest uit God niet kan
werken, daar trekt het verstand van de mens verkeerde conclusies en deze
bevindt zich in ondoordringbare duisternis, omdat hij de weg vermijdt,
die alleen naar het licht voert: de weg via Jezus Christus, de weg van
het geloof en de liefde, van de waarheid en het leven.
Amen |