BD.6478
17 februari 1956
Maria verschijningen - Tekenen en wonderen - Het werkzaam
zijn van de satan
De mens schenkt alleen maar aandacht aan tekenen en wonderen.
Hij wil een kijkje nemen in dat, wat voor hem verborgen is. Hij wil eerst
onverklaarbare dingen beleven en deze komen hem geloofwaardiger voor dan
het zuivere woord van God. Maar in werkelijkheid vergroten ze alleen de
duisternis en de dwaalleer, want ze zijn alleen maar te beschouwen als
maakwerk van diegene, die verwarring wil stichten, en die steeds dan in
het bijzonder werkzaam is, wanneer de zuivere waarheid op het punt staat
baan te breken. Elk opflitsend licht wil hij verdoezelen met diepste duisternis.
Slechts zelden zullen de mensen zich inzetten voor de verbreiding van
de waarheid, terwijl daarentegen de leugen en de dwaling razendsnel verbreid
worden en de mensen er niet voor terugschrikken, hun medemensen een kost
voor te zetten, die geen enkele voedingswaarde heeft, maar juist een vergiftigende
uitwerking.
In de laatste tijd voor het einde is het werkzaam zijn van de satan duidelijk,
doordat hij zich precies van die middelen bedient, die een goddelijk werkzaam
zijn moeten voorspiegelen. God heeft de mens Zijn geest beloofd en Hij
heeft dit werkzaam zijn van de geest met ongewone gaven van genade verbonden.
De kracht van God komt tot uiting door mensen, die Zijn woord verkondigen;
die Zijn ware dienaren zijn op aarde en die daarom ook dingen zullen volbrengen,
zoals Jezus ze op aarde heeft volbracht. Die zieken genezen en allerlei
gebreken van de mensen kunnen wegnemen; die vol van wijsheid en kracht
zijn en kunnen zien wat God over de mensen zal zenden. Die wonderen zullen
doen, zoals Hij, omdat God zelf door Zijn geest in hen kan werken, om
de mensen tot geloven en tot omkeer te bewegen, eer het te laat is. Maar
al deze verschijnselen krijgen maar weinig aandacht bij de mensen, omdat
ze als ongeloofwaardig niet openbaar worden gemaakt en omdat het goddelijk-geestelijke
zich nooit op de voorgrond plaatst tegen de wil van de mensen.
Maar op dezelfde manier is de tegenstander Gods werkzaam voor het einde,
doordat hij zijn kracht gebruikt voor bedrieglijke activiteiten, voor
begoochelingen van allerlei aard. En dit werkzaam zijn van hem krijgt
aandacht. Hij wil zich manifesteren en steeds als engel van het licht
zichtbaar worden. Hij zal de massa's suggereren, hij zal hen voortoveren
wat ze willen zien, want dit begeren geeft hem het fundament voor valse
wonderen, voor dwalingen van allerlei aard. Mensen, die zich afgodsbeelden
scheppen, stellen als het ware de satan de middelen ter hand, waardoor
hij nu werkzaam kan zijn. En het is veel moeilijker de mensen ervan te
overtuigen, dat ze de vijand ten prooi zijn gevallen, dan hen in deze
verschijnselen te laten geloven. Want ook daarvoor zorgt de satan, dat
de grote massa daar kennis van neemt en zich steeds meer verlustigt aan
de wonderen van valse christussen en valse profeten; aan verschijningen,
die voor een deel gelogen zijn, maar voor een deel door de wil van de
mensen zelf ontstaan, omdat dat slechte werkzaam zijn door de wil en de
dwaalleren van de mensen in de hand wordt gewerkt, omdat er dan van zijn
kant geen grote kracht meer nodig is, om zulke valse wonderen op te roepen.
God werkt niet op deze manier op de mensen in. En God bedient zich niet
van diegenen, wier denken zo op een dwaalspoor is geleid, dat ze zelfs
niet in staat zijn het ware van het verkeerde te onderscheiden. Hij werkt
in stilte. Hij giet Zijn geest uit over alle vlees. En knechten en dienstmaagden
zullen in Zijn opdracht verkondigen en de zuivere waarheid uit God verbreiden.
Maar nooit zal Hij bestaande dwaling bevorderen. Nimmer zal Hij de mensen
daar nog in versterken en nooit zullen hoge en hoogste lichtwezens zich
zo uiten, dat ze hun eigen naam zoeken te verheerlijken.
Maar de satan kan zich nestelen in werken, die mensenhanden lieten ontstaan
vanuit een geheel verkeerde instelling tot God. Werken, die een bestaande
dwaling nog moesten bevestigen en die daarom ook een ware verblijfplaats
zijn voor hem, die de vader van de leugen en de dwaling is en blijven
zal, zolang hij werkzaam kan zijn. En de mensen zijn blind van geest en
ondersteunen zijn doemwaardig werkzaam zijn. Maar ze sluiten zich steeds
meer af voor de waarheid en daarom zal de tegenstander veel succes hebben,
want het is de tijd van het einde.
Amen |