Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.6474
12 februari 1956

De waarheid is noodzakelijk om volmaakt te worden

Mijn geest leidt u binnen in de waarheid. Zult u kunnen aannemen dat Ik, uw God en Vader van eeuwigheid, die volkomen Liefde ben en die u uit mijn liefde heb geschapen, u de waarheid zou willen onthouden? Zult u kunnen aannemen dat Ik u in een toestand zou willen laten blijven die niet volmaakt kan worden genoemd, terwijl Ik anderzijds u het leven op aarde als mens heb gegeven, opdat u volmaakt zult worden? Zoals u mensen bent, staat u nog ver van de volmaaktheid af en dan bent u ook ver verwijderd van de waarheid. Maar nooit is dat mijn wil. Integendeel, u wilt zelf niet aan deze gebrekkige toestand ontsnappen.

Daar het echter mijn doel is, u tot volmaakte wezens te veranderen, moet van mijn kant uit ook alles worden gedaan wat daarbij helpt. En het belangrijkste om de staat van volmaaktheid te bereiken is het doen toekomen van de waarheid, het inzien van de waarheid en dan de levenswijze volgens dit inzicht. U zult niet volmaakt kunnen worden zolang u nog verkeerd denkt. Want u zou dan nooit het juiste doen dat de volmaaktheid als gevolg zou hebben. Eerst moet u de waarheid worden overgebracht. Dan pas is het mogelijk Mij als de eeuwige Waarheid te leren kennen en lief te hebben en dan pas zult u de volmaaktheid tegemoet kunnen gaan.

De graad van de kracht van uw inzicht bepaalt u zelf door de graad van de liefde die u in u ontsteekt. En daarom kan de mate van weten heel verschillend zijn, in overeenstemming met de graad van liefde. Maar het zal steeds beantwoorden aan de waarheid, wanneer u maar in de waarheid zult willen wandelen. Uw wil alleen bepaalt of u juist of verkeerd denkt, of u waarheid of verkeerd weten krijgt overgebracht. Maar u zult er zeker van kunnen zijn, dat Ik u nooit in verkeerd denken laat voortgaan, wanneer u diep in uw hart begeert in de waarheid te staan. Want als u de waarheid verlangt, verlangt u Mij zelf en aan dit verlangen zal Ik steeds voldoen.

Ik wil dat u volmaakt wordt, omdat u dan pas gelukzalig zult kunnen zijn. En Ik wil u gelukzaligheden bereiden, omdat u mijn kinderen bent, die Ik liefheb, omdat u uit mijn liefde bent voortgekomen. Ik wil dat u volmaakt zult worden. Gelooft u dat u deze volmaaktheid zult kunnen bereiken met een verkeerd denken? Met een denken dat mijn tegenstander op u overdraagt om u verre te houden van de volmaaktheid?

Dwaling en leugen is duisternis. Het zijn tekenen van gebrek aan inzicht, gevolgen van uw vroegere afval van Mij en tekenen van het toebehoren aan mijn tegenstander, die al het licht in zich in duisternis heeft laten omslaan. U bevindt zich dus in zijn gebied, zolang u zich ver van de waarheid, in een verkeerd denken bevindt. Wil Ik u nu weer naar het licht leiden, wil Ik dat u weer het volledige inzicht hebt, dat u de duisternis ontvlucht, dan moet Ik u dus de helderste waarheid bezorgen. En deze waarheid zult u in alle overvloed van Mij in ontvangst kunnen nemen. Ik zal ze steeds aan u uitdelen, zodra u ze wilt ontvangen. Alleen uw wil bepaalt de graad van licht waarin u staat.

De fundamentele waarheden die u nu ontvangt, zullen u onderrichten hoe u een verder weten verkrijgt. Maar de grondwaarheid is de wet van de eeuwige ordening, de liefde voor Mij en voor de naaste. En hoe u zich nu instelt tegenover deze wet, zo ook zal de graad van uw inzicht zijn, die u nu enorm zult kunnen vergroten. U zult dus in het diepste weten kunnen binnendringen met mijn ondersteuning, omdat u zich door de liefde aan Mij - dat wil zeggen: mijn oerwezen - aanpast en dus steeds helderder en duidelijker zult inzien wat u bent, waar u vandaan komt en welke bestemming u eens zult moeten nakomen, wanneer u volmaakt bent.

Alles wat u tot volmaaktheid dient, zult u van Mij kunnen betrekken, wanneer het uw wil is volmaakt te worden. En zo zult u ook onbeperkt waarheid ontvangen. Want de eeuwige Waarheid zal u niets onthouden, opdat u weer wordt wat u was vanaf het eerste begin: in het hoogste licht staande wezens, die onmetelijk gelukzalig waren en daarom weer gelukzalig moeten worden.

Amen