BD.6454
19 januari 1956
Gasten op de aarde - Juiste Beheerders
Blijf indachtig, dat jullie allemaal slechts gasten zijn op
deze aarde, dat jullie eigenlijke vaderland niet het vergankelijke rijk
is, maar dat jullie hier slechts tijdelijk verblijven, om, rijp geworden,
te kunnen terugkeren in jullie vaderland, dat jullie destijds vrijwillig
hebben verlaten - eens echter weer daar zult moeten geraken van waar jullie
vandaan gekomen zijn.
Zouden jullie mensen je meer bewust zijn van jullie taak op aarde, zouden
jullie je werkelijk alleen als gasten op deze aarde voelen, dan zouden
jullie ook geen moeite doen, op deze schijnwereld vaste voet aan de grond
te krijgen. Jullie zouden er steeds alleen maar aan denken, rijk gezegend
weer terug te kunnen keren in jullie vaderland, jullie zouden je op aarde
alleen dat willen toe-eigenen, wat jullie zouden mogen meenemen en alle
overige moeite zou jullie nutteloos en waardeloos toeschijnen en dan zou
ook jullie rijp worden gewaarborgd zijn, jullie zouden je aardse levensdoel
vervullen en zouden nooit meer nutteloosheid hoeven te vrezen. Want als
"gasten" zouden jullie je niets willen toe-eigenen, wat jullie
moeten achterlaten, en daarom zou jullie streven gericht zijn op het ware.
Maar zolang jullie je niet als gasten, maar als heren van deze aarde voelen,
miskennen jullie je eigenlijke aardse levensdoel, en al jullie willen,
denken en handelen zal verkeerd zijn, het zal niet overeenkomen met het
doel, de rijpheid van jullie ziel te vergroten. En ook al noemen jullie
een materieel bezit je eigendom, al zijn jullie rijk gezegend met aardse
goederen - voor zover jullie je alleen als beheerders beschouwen, zullen
jullie je bezit ook juist gebruiken en daardoor ook geestelijke goederen
kunnen verwerven. Met geleend goed moeten jullie altijd op juiste wijze
handelen, dat wil zeggen: niet alleen ervan willen profiteren, maar ook jullie
medemensen er in laten delen. Dan zal het jullie zegen brengen, het zal
jullie geestelijke goederen opleveren, die onvergankelijk zijn. Zoals
jullie ontvangen, moeten jullie ook geven.
Want de Heer, die Zijn gasten rijkelijk onthaalt, die wil allen laten
toekomen, wat ze nodig hebben, en Hij zal zelf Zijn gasten dringend verzoeken,
aan iedereen uit te delen, die gaven nodig heeft. En zo moeten jullie
er ook aan denken, dat ieder mens hetzelfde recht heeft op dingen, die
hij nodig heeft om te leven, dat ieder mens op deze aarde een gast is,
gelijk jullie zelf, en dat de Heer geen van Zijn gasten gebrek wil laten
lijden en dat jullie daarom volgens Zijn wil handelen, wanneer jullie
je medemensen bedelen met gaven der liefde.
Eens moeten jullie toch alles prijsgeven. Probeer daarom, jullie tevoren
al vrijwillig hiervan te ontdoen, want een dergelijk handelen zal jullie
geen verlies, maar dubbele zegen opleveren, die jullie pas zullen herkennen,
wanneer jullie deze aarde verlaten en jullie in het hiernamaals een rijkdom
aantreffen, wanneer jullie zullen beseffen, dat jullie door jullie handelen
op aarde, de liefde van vele mensen verworven hebben, die jullie volgt
in de eeuwigheid.
Hoe blind zijn de mensen, die bezittingen verzamelen, die zich verheugen
in hun aardse bezit en geen anderen daaraan laten deelnemen, en hoe armzalig
zal hun lot zijn na hun lichamelijke dood. Jullie mensen weten allen,
dat jullie leven op deze aarde begrensd is, en toch geeft jullie leven
geen blijk van voorzorgsmaatregelen voor jullie eigenlijke leven in het
rijk, dat waarlijk bestaat, maar dat zeer verschillend kan zijn in haar
gesteldheid, omdat het aan jullie zelf ligt, hoe jullie het voor jullie
vormgeven. Jullie zullen daar veel liefdevolle bejegeningen ondervinden,
wanneer jullie op aarde liefde bewezen hebben aan jullie medemensen. Aan
jullie zal worden toegekend, wat jullie zelf gegeven hebben, en jullie
zullen waarlijk geen verlies hoeven te lijden, maar elke gave, die jullie
met een liefdevol hart uitdelen, zal jullie duizendvoudig gewin opleveren.
Beschouw jullie zelf alleen als gasten op deze aarde en alles, wat jullie
bezitten, als geleend goed, waarmee jullie echter vrij mogen doen en laten
wat jullie willen. Beheer dus deze goederen in de geest van Hem, die het
jullie gaf; werk ermee in liefde, en jullie zullen een zegen ervaren,
die jullie niet kunnen meten, zolang jullie op aarde leven. Jullie keren
dan rijk beladen terug in jullie ware vaderland en zo gevormd, als jullie
het eertijds verlaten hebben.
Amen |