BD.6427
16 december 1955
Levend geloof in Jezus Christus
U zult u nooit los kunnen maken van uw tegenstander wanneer u Jezus Christus niet aanroept opdat Hij u zal bijstaan in de strijd tegen hem. U zult dus door het aanroepen Hem en Zijn verlossingswerk moeten erkennen en dus zult u ook moeten geloven dat Ik zelf Me in de mens Jezus heb belichaamd. U zult moeten geloven aan mijn menswording in Jezus. En dit geloof moet een levend geloof zijn, dat weer alleen door de liefde tot leven werd gewekt. U zult dus alleen verlost kunnen worden door de liefde, want zonder liefde gelooft u niet, zelfs al wilt u met woorden een geloof in Jezus Christus betuigen. Wie zonder liefde voortgaat, heeft niet de wil om tegen de tegenstander te strijden, daar hij dezelfde aard heeft als hij. Maar de mens kan een zwakke wil hebben en deze zwakke wil verhindert hem liefde te beoefenen en zich los te maken van de tegenstander. Desondanks moet deze mens op de hoogte zijn van de Verlosser Jezus Christus en hij moet Hem aanroepen om versterking van zijn wil. Hij moet alleen vooreerst weten dat hij bij Jezus Christus altijd hulp krijgt. Roept hij Hem aan, dan zal zijn wil ook spoedig een versterking ervaren en hij zal nu steeds meer overgaan tot een leven in liefde en dan zal zijn geloof aan de goddelijkheid van de mens Jezus, aan zijn verlossingswerk en aan zijn eigen mogelijkheid om verlost te worden, levend worden. En dan zal hij Mij en mijn naam belijden met de overtuiging die juist alleen een levend geloof kan schenken.
Daarom is het noodzakelijk van Jezus Christus op de hoogte te zijn, ook wanneer het in het begin slechts een weten is over de aardse gebeurtenis, over het leven van een mens die uit innerlijke overtuiging zijn leven liet. De gedachte aan deze Mens kan al de eerste stap zijn naar een verbinding met Hem, die voor hem eens de poort opent naar de gelukzaligheid. Want zodra hij zich in gedachten met Diens aardse levensweg bezighoudt en van goede wil is, laten deze gedachten hem niet meer los. Want het is Jezus Christus zelf die hem nu aan zich tracht te binden.
Ik ken elke gedachte van de mens en Ik kan zelf nader tot hem komen in Jezus, wanneer hij nog geen nauwe band heeft aangeknoopt met Mij als zijn God en Vader van eeuwigheid. Maar door de mens Jezus is het aanknopen van deze band mogelijk, om welke reden er ook zuiver historisch van Hem melding gemaakt moet worden. Dan pas kan er van Mij uit door middel van gedachten nog invloed worden uitgeoefend, dat hij de motivatie tracht te vinden voor de levenswandel en het handelen van de mens Jezus. En dan kan hij ook tot het resultaat komen dat er een "geestelijke reden" aan Zijn leven en sterven ten grondslag lag. En dan pas is het mogelijk hem te winnen, want nu is hij ook niet meer ontoegankelijk voor de leringen, als ze hem naar waarheid worden overgebracht.
Maar wie helemaal wil bestrijden dat de mens Jezus op aarde is geweest, die kan moeilijk nog op aarde tot inzicht komen, omdat het hem nooit mogelijk zal zijn, zijn wil de juiste richting te geven, die zich nog geheel en al in de macht van de tegenstander bevindt. En deze zal ook nooit zichzelf het weten willen verschaffen, daar hem anders ook op de een of andere manier de kennis over de weg op aarde van Jezus zou toekomen. Want Ik heb waarlijk mogelijkheden genoeg, wanneer de mens ook maar iets daarover te weten tracht te komen. Maar steeds is het zegenrijk, wanneer mijn woord verkondigd wordt als Jezus' leer van de liefde, wanneer Hij zelf bekend wordt gemaakt over de hele wereld, zodat ieder mens, als hij zoiets aanvaardt, de mogelijkheid heeft over de waarheid na te denken, over het historische feit en over Zijn missie.
Ieder mens die wil, kan ook tot geloof komen. En het verstandsgeloof van ieder mens kan ook een levend geloof worden. Doch pas het levende geloof levert u mensen de verlossing op van zonde en dood. Het levende geloof aan Mij in Jezus Christus en aan mijn verlossingswerk opent voor u de poorten naar het rijk van licht en gelukzaligheid en dit levende geloof zult u allen moeten trachten te verkrijgen, opdat u mijn rijk zult kunnen binnengaan, naar het eeuwige leven.
Amen |