BD.6410
24 november 1955
Het evangelie van de liefde (1)
Ik kan u alleen maar het evangelie van de liefde verkondigen, want het is de liefde die u ontbreekt, die u echter onherroepelijk in u moet ontsteken en laten opvlammen om met Mij gemeenschap te hebben, die u eeuwige gelukzaligheid garandeert. De liefde verbindt ons, maar liefdeloosheid houdt ons gescheiden. Wilt u nu tot Mij komen, wilt u met Mij verbonden zijn en dat eeuwig blijven, dan kan dit alleen geschieden doordat u zich tot liefde vormt, doordat u zich dus aanpast aan mijn oerwezen, doordat u weer zult worden wat u was in het allereerste begin: uit mijn liefde uitgestraalde schepselen van dezelfde geestelijke substantie. Maar ook al wordt u voortdurend de liefde gepreekt, u neemt deze woorden niet serieus, juist omdat zonder liefde u ook elk inzicht ontbreekt wat liefde eigenlijk betekent voor uw bestaan. Weliswaar kent u een liefde, maar deze is verkeerd gericht. Het is een verlangen naar zaken die u prikkelen waaraan u het woord liefde geeft.
Maar echte liefde is een goddelijk gevoel. Echte liefde verlangt niet, maar geeft onophoudelijk en probeert voortdurend gelukkig te maken. Pas wanneer u mensen deze liefde in u ontsteekt, drijft het u innerlijk naar Mij toe en tracht u met Mij de verbinding tot stand te brengen. Want de onbaatzuchtige werkzaamheid in liefde is al een uitwerking van mijn liefdesstraal die u mensen steeds weer tracht te treffen, maar door weerstand heel vaak zonder effect is. Wie echter zijn weerstand opgeeft, wordt door mijn liefdesstraal aangeraakt, en de uitwerking ervan is een onvergelijkelijke liefdesdrang in het hart die nu aanzet tot werkzaamheid. En tot deze liefde zult u mensen eerst moeten komen. Dan heeft mijn evangelie succes gehad. Dan is er naar mijn liefdesleer geluisterd en heeft deze eerst de innerlijke weerstand gebroken. En dan kon Ik mijn liefdesstraal in het hart van de mens uitstralen. En hoe nadrukkelijker mijn liefdesleer wordt verkondigd, des te eerder is het mogelijk dat de weerstand afneemt. Want eerst zult u mensen op de hoogte moeten zijn van mijn wil die steeds alleen liefde verlangt. Dan pas zult u zich richten op mijn verlangen, positief of negatief, in het voordeel of nadeel van de ziel.
De liefde komt op de eerste plaats en voordat u meer weten kan worden overbracht, zal en moet u de liefde worden gepreekt. Want zonder liefde bezit u slechts een dood weten - als het u toch nog is voorgehouden. De liefde geeft pas aan allen het leven. Ze maakt u zelf levend, ze maakt mijn woord levend. Ze verlicht uw geest en brengt de aaneensluiting tot stand met Mij, met de Liefde van eeuwigheid zelf. Alles wat de mens Jezus op aarde onderrichtte, had als inhoud alleen de liefde.
Alles wat Hij deed waren werken van liefde voor Zijn medemensen. En Zijn kruisoffer was de uitdrukking van Zijn overgrote liefde voor de mensheid. Alleen de liefde bewoog de mens Jezus tot Zijn denken, spreken en handelen. Alleen de liefde zette Hem aan tot een werk van erbarmen, zoals het maar één keer op aarde is volbracht. Want Zijn liefde leidde tot een volledige vereniging met Mij. En zo werkte Ik zelf door de mens Jezus en bijgevolg stierf Ik zelf de dood aan het kruis, omdat het de Liefde was die zich voor de mensen opofferde.
De liefde heeft de meeste betekenis, zowel op aarde als ook in het geestelijke rijk. En is een wezen zonder liefde, dan kan het niet behoren tot het rijk waar Ik als de eeuwige Liefde heers. Dan plaatst het zichzelf buiten Mijn rijk en vegeteert in het duister en in krachteloosheid. Want alleen de liefde is licht en kracht. De liefde is de grondwet die nimmer omver kan worden geworpen. En wie in strijd handelt met deze grondwet, moet ook de gevolgen dragen: beroofd te zijn van licht en kracht, die gelukzaligheid betekenen. Daarom leert mijn evangelie steeds alleen maar de liefde. En waar dus de liefde wordt gepreekt, daar word Ik zelf verkondigd. En als u hart en oor opent, zal er voor u rijke zegen voortvloeien uit de verkondiging van mijn woord.
Amen |