BD.6383 Het benutten van de genaden van het verlossingswerk Op de genaden van mijn verlossingswerk wordt slechts weinig een beroep gedaan. Voor alle mensen ben Ik aan het kruis gestorven, aan allen kan door mijn werk van barmhartigheid verlossing van zonde en dood ten deel vallen. Geen mens is uitgezonderd, tenzij hij zelf weerstand biedt om reden dat hij Mij en mijn verlossingswerk niet erkent, dat hij zichzelf uitsluit van de kring van hen die door mijn bloed zijn verlost, dat hij daardoor bewust een aanhanger is van diegene die de schuld is van zonde en dood. Ieder mens die zich onder mijn kruis plaatst, die zijn zondelast naar Mij draagt, zal vrij worden. Voor hem is het lichtrijk geopend, dat vóór mijn kruisdood gesloten was. Want voor hem heb Ik het zoenoffer volbracht, opdat hij vrij zal worden van alle schuld. Maar wie mijn offer niet aanneemt, die mijdt het kruis. Hij staat afzijdig en mijn werk van liefde en erbarmen blijft volledig zonder indruk en uitwerking op hem, ondanks dat het offer ook voor hem heeft gegolden, ondanks dat ook hij zich kan bevrijden van alle schuld. Maar tegen zijn wil in kan hij niet worden verlost, omdat hij zich vrijwillig aan de kant van mijn tegenstander opstelt. Mijn verlossingswerk geldt voor alle mensen, maar slechts zeer weinigen benutten het. De geestelijke nood op aarde zou niet een dergelijke omvang hebben kunnen aannemen, wanneer er meer aan diegene werd gedacht, die zich heeft opgeofferd voor de mensheid, opdat ze zalig zullen worden; wanneer u mensen aan de overgrote liefde van de mens Jezus zou denken, die naar u allen uitgaat. De mensen van de tegenwoordige tijd, het verleden en de toekomst, die Hij allen van de grote schuld wilde verlossen die hen van Mij scheidde. De mens Jezus was zo vervuld van liefde, dat Ik zelf in Hem kon verblijven, dat Zijn uiterlijke vorm Mij in zich kon dragen in alle volheid en dat uit de liefde bij Hem de kracht tot volle wasdom kwam om voor u mensen te lijden en te sterven aan het kruis. En aan deze oneindige liefde zou u steeds moeten denken. En u zou ook deel moeten willen hebben aan de genaden die de mens Jezus voor u heeft verworven. Ze staan u zo rijkelijk ter beschikking. En u zult steeds alleen tot Hem hoeven te roepen, opdat u gered wordt, en uw roepen zal niet tevergeefs zijn. Want het werk van erbarmen werd toch voor u gebracht, opdat u hulp zou kunnen ervaren in uw zwakheid, in elke geestelijke en aardse nood. Want u zou vrij moeten worden van uw cipier, van hem die u al eeuwige tijden gevangen hield en in wiens boeien u nog steeds smacht en eeuwig smachten zult, wanneer u niet Mij zelf als uw Verlosser Jezus Christus aanroept, opdat Ik u zal bevrijden. Waarom gebruikt u de genaden van het werk van de verlossing niet? Waarom vraagt u Jezus niet om versterking van uw wil? Waarom draagt u uw zondelast niet onder Zijn kruis? U zult u nooit kunnen bevrijden uit die macht. U zult hulp nodig hebben. U zult u aan de redder Jezus Christus moeten overgeven en daardoor van uw wil blijk geven, dat u zich losmaakt van mijn tegenstander. En het zal u gemakkelijk lukken, omdat de mens Jezus is gestorven, opdat u gesterkt zult worden om weerstand te bieden aan de vijand van uw ziel. Maar zonder Mij bereikt u niets. Zonder Mij bent u te zwak en blijft u eeuwig gekluisterd in zijn macht. De beslissing hebt u zelf te nemen. Maar u mensen zou de goddelijke Verlosser Jezus Christus niet moeten afwijzen. U zou zich niet moeten aanmatigen Hem slechts als mens te beschouwen. U zou om opheldering moeten vragen wanneer het mysterie van de menswording van God voor u nog niet begrijpelijk is. U zou de waarheid moeten verlangen en erom vragen bij God. En het ware begrip daarvan zal u worden gegeven, omdat Ik u allen graag wil verlossen, omdat Ik voor u allen ben gestorven aan het kruis. En daarom wil Ik dat u Mij en mijn werk zult onderkennen en erkennen, omdat Ik wil dat ook u vrij zult worden van zonden en dood en binnen zult kunnen gaan in het rijk van licht, dat Ik voor u heb geopend door mijn dood. Amen |