BD.6355
14 september 1955
Het doel van de nood: de verbinding met God
In welke nood u mensen zich ook bevindt, steeds ben Ik tot helpen bereid als u Mij hierom bidt. Ik sluit mijn oor niet voor een roep die uit een gelovig hart naar Mij wordt opgezonden. En Ik bekommer me ook om al diegenen die zich bij Mij aanbevelen. Maar elke nood heeft ook een doel: de mensen naar Mij toe te drijven die zich nog verre houden van Mij, die nog geen innige verbinding met Mij zijn aangegaan, die Mij vergaten in het gewoel van de wereld ofschoon ze Mij niet helemaal afwijzen. Naar hen werp Ik ook mijn netten uit en dan moet de nood tot stand brengen dat ze met aandrang op Mij aansturen. En Ik zal hen niet ten onder laten gaan, Ik zal hen helpen.
Alle zorgen kunnen de mensen op Mij afwentelen. Ze kunnen met alle zorgen en noden naar Mij komen, vertrouwelijk Mij alles voorleggen en Mij vragen alles voor hen te regelen. En ze zullen wonderbaarlijk worden geholpen. Maar hoe weinig mensen geloven dit en nemen Mij volkomen gelovig in vertrouwen. En mijn arm kan niet reddend ingrijpen waar de nood zijn doel nog niet heeft vervuld. En Ik moet toezien hoe zwaar de mensen onder hun kruis gebukt gaan. En Ik kan Mij steeds alleen maar als kruisdrager aan hen aanbieden, maar Ik kan niet tegen hun wil de last van hen afnemen, daar die anders geheel doelloos is geweest en de mensen in dezelfde geestelijke nood blijven verkeren, ook wanneer ze vrij zijn geworden van hun aardse nood.
Geloof toch mijn woorden, dat Ik alleen maar wacht op uw roep, dat Mij alles mogelijk is en dat Ik u liefheb. En als u dit gelooft, zoek dan in elke lichamelijke of geestelijke nood uw toevlucht tot Mij, die alleen de nood verhelpen kan en ook wil, omdat Ik u liefheb. Geef elke twijfel op, want die is alleen maar hinderlijk bij het in u werkzaam laten worden van mijn liefde. Geloof en u bereikt alles bij Mij. Maar houd dan ook de verbinding met Mij in stand, want het doel van elke nood is alleen dat u de weg vindt naar Mij en bij Mij zult willen blijven, dat u de weg neemt naar de Vader en nooit van Hem weggaat. Want ter wille van uw geestelijke nood komt de aardse nood over u. En de geestelijke nood bestaat in de verwijdering van Mij, in het dode geloof, daar u anders naar die Ene zou gaan, die alleen u helpen kan en wil. Laat het geloof in u levend worden en twijfel geen moment aan mijn liefde en mijn macht, en u zult door elke nood heen worden geleid. Ik zelf zal u daarvan bevrijden.
Amen |