BD.6325
4 augustus 1955
Aardse leven slechts doorgang naar het vaderland
Beschouw jullie zelf slechts als voorbijgangers op deze aarde,
die er altijd slechts tijdelijk verblijven, maar nooit voortdurend, omdat
jullie ware vaderland het geestelijke rijk is, dat jullie in vrijheid
echter alleen door een gang over deze aarde bereiken kunnen. Dan zullen
jullie ook met andere gedachten door jullie aardse leven gaan, want als
jullie zeker zijn van een bepaald doel, streven jullie dit doel ook na.
Daarom moet ook alles, wat jullie op aarde aantreffen, jullie noch belasten
noch binden, jullie moeten het altijd beschouwen als slechts van voorbijgaande
aard, als was het slechts geleend of als verspert het jullie slechts tijdelijk
de weg, jullie moeten steeds alleen eraan denken, dat eens het uur komt,
omdat jullie door dit aardse dal heen zijn gegaan en het moeten verlaten,
dat nu de terugkeer plaatsvindt in jullie ware vaderland.
En zorg nu ervoor, dat jullie terugkeren rijk beladen met schatten, die
jullie in het gindse rijk weer kunnen gebruiken; dat jullie niet arm en
ellendig jullie vaderland betreden, maar stralend van licht en rijk gezegend
met geestelijke bagage. Want dit alles kunnen jullie je in het aardse
leven verwerven, hoe en waar jullie ook op aarde verblijven, jullie kunnen
altijd jullie geestelijke rijkdom vergroten door werken van liefde, als
jullie je niet laten ketenen door de aardse goederen en steeds eraan denken,
dat deze vergankelijk zijn en jullie daarvan niets kunnen meenemen naar
het gindse rijk.
Jullie kunnen je echter in deze tijd op aarde vele geestelijke goederen
verwerven, want er is veel nood onder de mensen, en jullie kunnen altijd
hun nood lenigen, geestelijk alsook aards. Wat jullie nu geven tijdens
het aardse leven, ontvangen jullie als geestelijke rijkdom weer terug,
en daarom moeten jullie uitdelen, helpen, waar jullie hulp ook maar verlangd
wordt. En jullie moeten ook ongevraagd nood lenigen, waar deze voor jullie
zichtbaar is, en jullie zullen na jullie lichamelijke dood rijk gezegend
zijn en het geestelijke rijk binnengaan, want "zoals jullie meten
zal jullie ook weer worden toegemeten".
Wie zich echter als heer en meester van de aarde voelt, wie gelooft, recht
te hebben op de aardse goederen en zich zeker voelt van zijn bezit, zonder
aan de armoede van de medemens te denken, die zal volledig naakt op de
drempel van de dood staan, hij zal een rijk binnengaan, waar hij bittere
armoede zal lijden, want hij moet alles achterlaten, wat hij bezat, en
kan geen geestelijke goederen tonen, want hij voelde zich niet als voorbijganger,
maar voortdurend als heer op deze aarde, hij dacht niet aan zijn eigenlijke
vaderland en treft deze daarom ook in een uiterst gebrekkige toestand
aan.
Amen |