BD.6249 De bescherming van God voor Zijn strijders en knechten Wat er ook tegen u zal worden ondernomen, Ik houd mijn beschermende
hand boven u en uw arbeid die u zult willen verrichten voor Mij en mijn
rijk. Steeds zal er tegen de waarheid worden gestreden en bijgevolg ook
tegen u, die de waarheid verbreidt, en dat is het wapen van mijn tegenstander,
dat hij zich als verkondiger van de waarheid voordoet en dat hij heel
wat meer aanhangers zal vinden dan u, die de waarheid van Mij zelf ontvangt.
Zolang de mensen u aanhoren, misschien ook afwijzen, maar u niet aanvallen,
is mijn tegenstander niet tevreden, want hij wil het licht doven dat Ik zelf op aarde heb ontstoken. En daarom zoekt hij mensen die hij kan beïnvloeden
om tegen u op te treden. En hij vindt ze en wel in de rijen van diegenen
die geestelijk verwaand zijn, hij vindt ze daar waar hij al lang werkzaam
kon zijn, waar de verlichting door de geest ontbreekt, zodat ze niet in
staat zijn de dwaling van de waarheid te onderscheiden. Ook hun tovert
hij de waarheid voor en ze geloven hem eerder dan diegenen die hun de
waarheid werkelijk brengen. En daarom is hun geest niet verlicht omdat
ze geen liefde hebben, omdat ze menen het werkzaam zijn in liefde te kunnen
vervangen door handelingen die mijn tegenstander hun als heilzaam en resultaat
belovend voor hun zielen voorstelt. Maar zonder liefde kan er in hen het
licht van het inzicht niet worden ontstoken en ze zullen daarom zonder
inzicht blijven en voor mijn tegenstander steeds welkome objecten zijn
waarvan hij zich kan bedienen om tegen u te ageren. |