BD.6240
17 april 1955
Jezus nam al het leed op zich - Waarom nog leed?
Ik nam al het leed van de mensen op Mij. U kunt nu onbezwaard
door het aardse leven gaan en ongehinderd opwaarts streven. U zou waarlijk
op aarde al een leven kunnen leiden als in het paradijs, als u maar
voor uw einddoel zou leven. Als u bewust de vereniging met Mij nastreeft,
wat u ook kunt omdat Ik voor u de oerschuld heb gedragen en u dus onbelast
de weg omhoog zou kunnen gaan.
Maar u bent nog blootgesteld aan de invloed van mijn tegenstander, en
van deze invloed moet u uzelf vrijmaken, want de aardse tijd is u gegeven
als beproeving van de wil. Het is de periode waarin ook mijn tegenstander
nog op u kan inwerken. U moet deze wilsbeproeving doorstaan door hem weerstand
te, bieden en bewust naar Mij te streven.
Zijn invloed zal niet geheel zonder een spoor na te laten aan u voorbijgaan,
u zult er toch meer of minder op reageren en daarom als mijn reactie daarop
aan leed en gebrek zijn onderworpen die er voor zorgen dat u zich inniger
bij Mij probeert aan te sluiten - opdat het gevaar door hem gevangen genomen
te worden, is afgewend.
Uw ziel behoort hem nog hoofdzakelijk toe zolang zij nog aan de materie
gebonden en door onrijpe geestelijke substanties is ingesloten en omgeven.
Ik stierf voor u de dood aan het kruis opdat u zich bevrijden kunt uit
de ketenen van mijn tegenstander. Doch dit vrijmaken moet de ziel zelf
bewerkstelligen, dat wil zeggen: zij moet het loskomen van mijn tegenstander ernstig
willen.
En om uw wil op die wijze te beïnvloeden moet u door nood en ellende
gaan, tenzij uw wil Mij geheel en al toebehoort en geen beïnvloeding
door mijn tegenstander meer toelaat. Dan echter zal ook uw aardse leven
gemakkelijker te dragen zijn, dan kunt u al met recht zeggen dat u verlost
bent van zonde en dood, van zwakte en gebondenheid. En dan zult u u ook
zelf aanpassen aan de missie van het verlossingswerk van uw medemensen,
want u kent dan de betekenis van uw aardse leven. U wilt dan helpen dat
ook uw medemensen vrij worden van de macht die hen gebonden houdt.
Ook dan zal uw aardse leven niet geheel zonder leed zijn, zodat dit uw
medemensen niet dwingt tot een wilsbeslissing. Want zolang de ziel van
de mens nog onrijp is bestaat voor hem het leven uit vreugde en zorgeloosheid,
en hij zou alleen ter wille van een zelfzuchtig doel zijn leven trachten
te veranderen, wat hem echter niet tot volmaaktheid zal kunnen brengen.
Door mijn dood aan het kruis wilde Ik u het ingaan in de eeuwige zaligheid
mogelijk maken, niet echter een paradijselijk leven op aarde kopen. Toch
kunt u voor uzelf het aardse leven draaglijk maken, als u het maar in
innige gemeenschap met Mij beleeft. Dan kan niets u meer terneerdrukken
en bezwaren, dan is alles wat u overkomt voor u een bewijs van mijn liefde
voor u en dan kent u ook het doel er van en schikt u gewillig in uw lot.
U lijdt dan niet meer, maar benut alles bewust en ziet het als een genadegave,
daar het u een hogere graad van rijpheid verzekert omdat het eens uw zaligheid
zal verhogen, waarvoor u voor altijd dankbaar bent. U draagt dan slechts
ter wille van uw medemensen een kruis, voor uzelf echter is het een teken
van mijn liefde, die u opgeroepen heeft deel te nemen aan mijn verlossingswerk.
Amen |