Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.6065
26 september 1954

Een fysisch treffen tussen bewoners van hemellichamen is onmogelijk

Alleen dat wat het beste is voor uw ziel wordt u als kennis toegestuurd. U zult nooit mogen binnendringen in gebieden die u tot schade van de ziel strekken, zolang het uw wil is met Mij in verbinding te staan. Maar met de hulp van satanische krachten kan u zich onrechtmatig een kennis eigen maken. Dan echter behoort u niet tot de mijnen, die Ik behoed voor iedere beïnvloeding door mijn tegenstander.

U wordt door mijn geest onderwezen en zo ontvangt u een weten, dat dient om u positief te ontwikkelen. En u kunt met deze kennis weer werken, u kunt haar doorgeven aan uw medemensen, u kunt hen daardoor op de goede weg zetten, u kunt dus helpen om licht in de duisternis te brengen, zoals dat mijn wil is.

En u zult zolang ondersteund worden als u ook de wil hebt licht te verspreiden. Zolang zal de kennis die u ontvangt, aangepast zijn aan het gebruik door u. Wat nodig is om een ziel die in de duisternis ronddoolt een licht te ontsteken dat stroomt u toe, en hoe meer vragen aan u gesteld worden, des te overvloediger wordt u door Mij bedacht, als u deze vragen moet beantwoorden. Maar Ik zal een loutere nieuwsgierigheid niet bevredigen, Ik zal geen kennis uitdelen die op geen enkele wijze voor een geestelijke ontwikkeling nodig of geschikt is, maar Ik zal ook niet zwijgen als een kind Mij smekend vraagt, want het moet Mij dan zijn vertrouwen schenken en zal daarom niet teleurgesteld worden.

Er zijn geheimen die het mensenverstand niet kan doorgronden maar die toch een heel natuurlijke verklaring hebben. Er zijn wetten, natuurkrachten, die werkzaam kunnen worden als de voorwaarde daarvoor gegeven is. En deze voorwaarde is: Ongewoon ontwikkelde intelligentie van mensen, dus het kunnen berekenen van effecten en deze berekeningen van hen nu toepassen op proefnemingen, waardoor nu schijnbaar de krachten van de natuur aan hen dienstbaar zijn, dat dus als het ware de mensen de baas zijn over die krachten doordat zij de door hen gevonden resultaten voor hun doel ten nutte maken. Voor de mensen die minder intelligent zijn, schijnen zulke ondernemingen onmogelijk - en wat voor de mens niet begrijpelijk is verplaatst hij graag naar het gebied van het bovennatuurlijke. Hij zet dan bereidwilliger deze stap in het geestelijke rijk, dan wanneer hem met het doel zich geestelijk te voltooien, het betreden van geestelijk gebied wordt aanbevolen.

Waar het menselijke verstand niet verder kan, maakt de mens concessies en begint met mogelijkheden te rekenen. Maar zijn denken raakt de weg kwijt en vermengt het aardse met het geestelijke - en tussen beide blijft een scheiding. Geen mens zal ooit in staat zijn met wezens buiten de aarde in verbinding te treden, dan op geestelijke wijze. Dus de mens kan zich te allen tijde verbinden met bewoners van andere werelden als dit geschiedt met de bedoeling geestelijk vooruit te gaan, maar nooit zal deze verbinding plaatsvinden op zo'n manier, op zichtbare wijze, dat bewoners van andere werelden met bewoners van deze aarde elkaar ontmoeten, omdat dit totaal onmogelijk is, daar er voor allerlei levende wezens andere sferen vereist zijn die evenzo oerwettelijk vastliggen.

Ook hier is een satanische invloed herkenbaar om het denken van de mensen nog meer te verwarren, want deze valse gevolgtrekkingen bevorderen het geestelijke streven van de mensen niet, die nu ook het bovenaardse met verstandelijke argumenten proberen af te doen en dat dus ook het zogenaamde bewijs van levende wezens op andere hemellichamen alleen wetenschappelijk wordt verwerkt, maar dit leidt niet tot de overtuiging van een geestelijke ontwikkeling of verdere ontwikkeling op die hemellichamen.

Volgens de wet van eeuwigheid zijn de hemellichamen van elkaar gescheiden en blijven ze gescheiden, omdat de ontwikkeling van de zielen hun opdracht is, en dit op ieder afzonderlijk hemellichaam plaatsvindt onder geheel verschillende levensomstandigheden. De uitleggingen over ongewone processen zijn in dit opzicht dus foutief, maar dat een ongewone uitwerking van kracht benut wordt op een nog onbekende wijze, moest u, mensen te denken geven.

Want ook dat behoort tot de tekenen van de eindtijd, dat ongewone krachten actief worden en dat het doel waartoe deze krachten gebruikt worden ook de oorsprong van de kracht verraadt. Ook mijn tegenstander heeft in het einde veel macht, en hij benut deze tot zijn eigen voordeel. Gelukt het de mensen om de voor hen tot nog toe onbekende krachten dienstbaar te maken tot heil van hun medemensen, dan zal ook mijn zegen op hun inspanning rusten. Is echter het doel ingegeven door minderwaardige motieven, dan is ook hij aan het werk die u te gronde wil richten. En hij zal ook de sluier niet oplichten over zijn praktijken. Hij zal de mensen in verwarring brengen, hij zal alles verhinderen wat dienstig is om opheldering te geven. Het goddelijke, goede, ware echter komt tevoorschijn en houdt zich niet verborgen.

Amen