BD.6025
16 augustus 1954
Barmhartigheid - Verhard uw harten niet
Wat u wilt dat de mensen voor u zullen doen, doe dat ook voor
hen. Verplaats u steeds in de situatie van de medemens die in nood is
en denk eraan hoe dankbaar u zou zijn, wanneer u uit deze nood zou worden
geholpen en handel dan zoals u bij machte bent en het zal juist zijn voor mijn ogen. Maar laat de nood van uw broeder u koud, dan is uw hart al
verhard en dan zal het u moeilijk vallen toegang tot het hemelrijk te
krijgen, want dan bent u zonder liefde dan vervult u mijn geboden niet
en kan uw ziel niet rijp worden. De verandering in uw wezen vindt geen
doorgang, die echter zin en doel is van uw aardse leven.
De nood van de medemens kan ook wel zijn eigen schuld zijn en toch moet
u hem helpen, want ook uzelf zult in zonde kunnen vallen en daardoor in
nood geraken en u zult ook aanspraak maken op mijn liefde en barmhartigheid
aangezien u zich ongelukkig voelt. Wanneer uw hart verhard is, wanneer
u onverschillig voorbijgaat aan een mens die in nood is, verplaats u dan
in gedachten in dezelfde noodsituatie en het ijs zal smelten, er zal een
golf van erbarmen over u vloeien als u tenminste nog in staat bent te
veranderen. Want weet dat u allen in dezelfde noodsituatie zult kunnen
belanden, weet dat u uw noodlot niet zelf bepaalt en dat u daarom niets
van u zult kunnen afwenden wat Ik over u wil laten komen met het doel
u op te voeden.
Wat vandaag uw naasten overkomt, kan morgen al uw eigen lot zijn en dan
verwacht u hulp, schenk die dan ook uw naaste en u zult daar goed aan
doen. Denk niet eigengereid, voel u niet verheven en kijk niet op uw medemensen
neer, omdat u aards in beter doen bent of schijnbaar het noodlot beter
de baas kunt. Want dat brengt Mij ertoe u in dezelfde omstandigheden te
laten belanden, opdat u voelt wat u tevoren niet wilde begrijpen. Verhard
uw harten niet - laat u veeleer treffen door elke nood en tracht hulp
te bieden. Want u geeft, en ontvangt rijkelijk terug wat u hebt uitgedeeld.
En u wint de harten van hen die geschenken hebben ontvangen en dit is
uw grootste winst, dat goede gedachten u navolgen, dat er in liefde aan
u gedacht wordt, wat uw ziel als kracht ervaart om zelf rijp te worden.
En denk steeds aan mijn woorden: "Wat u aan de geringste van uw broeders
doet, hebt u aan Mij gedaan". Dan zal het u makkelijk vallen nood
te lenigen. En als u God nu boven alles liefhebt, zult u ook uw naaste
niet de liefde ontzeggen - en u zult mijn geboden nakomen en uw ziel zal
rijp worden.
Amen |