Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.5753
24 augustus 1953

Het luisteren naar het aangesproken worden door God

Naar Mij moet u luisteren - en Ik zal steeds zo tot u spreken dat u ook mijn liefde voor u zult kunnen herkennen. Alles om u heen kan en zal veranderen, maar mijn liefde voor u verandert niet. Ze volgt u op de voet, of u ver weg of dichtbij bent, en ze tracht voortdurend op u in te werken. Dat wil zeggen: ze probeert in u wederliefde op te wekken, wat dan de uiteindelijke terugkeer naar Mij betekent. En als Ik u kan aanspreken, als u Mij aanhoort, dan opent u de deur van uw hart voor Mij en dan kan mijn liefde met alle kracht werkzaam zijn. Dan kan Ik in u een vuur ontsteken dat niet meer gedoofd kan worden omdat mijn liefde zo sterk is dat in haar gloed elke weerstand verteert, dat ze bezit neemt van het wezen van de mens en het volledig verandert, dat ze de mens omvormt tot liefde. Ik zoek verbinding met u en daarom spreek Ik u aan. Hoort u Mij nu gewillig aan, dan brengt ook u de verbinding met Mij tot stand en dan kan Ik het dode tot leven wekken. Ik kan u die eerst nog dood bent zolang u ver van Mij bent, het ware leven geven. Mijn aanspreken moet deze dode toestand veranderen. Want mijn aanspreken is een liefdesstraal die u tot leven moet wekken.

Als u Mij nu de mogelijkheid biedt mijn straal van liefde in uw hart te laten neerdalen, als u dit mogelijk maakt door gewillig naar mijn woord te luisteren, dan zult u ook heel vlug het effect in uzelf bemerken. Het besef niet meer alleen te zijn zal in u ontwaken. U zult als het ware de tegenwoordigheid bespeuren van een Wezen dat uw welzijn wil, en u zult u zonder weerstand aan dit Wezen overgeven. Want dat is de uitwerking van mijn straal van liefde, dat de weerstand in u vermindert als Ik de mogelijkheid heb tot u te spreken en u naar mijn woorden luistert. En luisteren naar mijn woorden zult u altijd als u zich een korte tijd in de stilte begeeft, als u tot uzelf inkeert in gebed of stilletjes nadenkt over uzelf. Dan geeft u Mij altijd gelegenheid tot u te spreken, ofschoon u aanvankelijk mijn stem niet herkent maar gelooft alleen zelf na te denken.

Ik meng Mij steeds in uw gedachten omdat mijn liefde toch voortdurend op u gericht is en u altijd tracht te omvatten wanneer u stil wordt en uw blik naar binnen richt. Dan luistert u en dan kan Ik tot u spreken. En hoe bewuster u dit afkeren van de wereld naar binnen beoefent, des te bereidwilliger opent u voor Mij de deur van uw hart en des te duidelijker verneemt u mijn stem die antwoord geeft op uw vragen of u zo onderricht dat in u de liefde voor Mij ontvlamt, omdat u Mij nu als een God van liefde herkent zodra u Mij aanhoort, zodra u zich naar binnen keert en uw gedachten op Mij richt.

Steeds wil Ik met u spreken, maar zelden hoort u Mij aan. Zoekt u echter de eenzaamheid doordat u uw gedachten naar binnen richt, dan verneemt u ook mijn aanspreken, ofschoon u het toch niet meteen als een uiting van mijn liefde herkent omdat het verstand nog niet begrijpt wat de ziel al gevoeld of begrepen heeft. Maar steeds meer wordt mijn aanspreken bewust tot een onmetelijke zegen voor u en voor allen die u daarvan in kennis stelt dat de Vader met Zijn kind spreekt zodra het kind de Vader horen wil.

En u allen zult deze verbinding met Mij tot stand kunnen brengen. U allen hoeft alleen maar te luisteren om Mij ook te horen. Ik wil u alleen aansporen uw geestelijk oor te spitsen, u te oefenen in het horen van geestelijk aangesproken te worden, doordat u zich vaak in de stilte terugtrekt en verlangt naar mijn tegenwoordigheid. Dan ben Ik bij u en spreek tot u. Dan kom Ik zelf in het woord tot u en dan weet u ook dat Ik u liefheb en ook uw liefde winnen wil.

Amen