BD.5647
9 april 1953
"Wie door God wordt bemind"
Wie door God wordt bemind, laat Hij heel vaak moeizame wegen
bewandelen en lasten dragen die hem bijna terneer drukken, maar altijd
alleen voor zijn bestwil, want zo'n last die als een kruis is, kan hem
tot zegen strekken bij de goede instelling tot Hem die zijn lot stuurt.
Wie door God wordt bemind, Zijn liefde gaat wel uit haar al Zijn schepselen,
doch in het bijzonder naar diegenen die er niet ver meer af zijn om het
laatste doel te bereiken. Hij kent de gezindheid van ieder mens en zo
weet Hij ook hoe ieder mens afzonderlijk tegenover zijn God en Vader van
eeuwigheid staat en daaraan beantwoordend pakt Hij hem vaak aan om hem
te helpen zijn doel te bereiken.
En alleen zo zult u voor uzelf mogen verklaren dat God getrouwe mensen
die Hem duidelijk ter wille zijn, vaak moeten lijden en vaak een zware
levensstrijd moeten voeren, die zo nu en dan aan de goedheid en liefde
van God laat twijfelen. God weet precies waar alles goed voor is en als
de mensen nu maar overtuigd zouden zijn van Zijn liefde en goedheid, zouden
ze ook al het moeilijke inzien als beschikking van God en niet in opstand
komen, ze zouden zich door Gods liefde weten vastgepakt en geduldig wachten
tot het lot weer een andere wending neemt.
Er is waarlijk veel leed op de aarde, de mensheid smacht onder de druk
ervan, maar ze ziet niet in dat het nodig is dat ze wordt opgevoed en
verzet zich daarom innerlijk, terwijl ze zich alleen maar berustend zou
moeten schikken, opdat al het moeilijke weer van haar zou worden afgenomen
en de hulp van God duidelijk tevoorschijn komt, dat God als liefdevolle
Vader te herkennen zou zijn door ieder die Hem herkennen wil.
Die door God wordt bemind, laat Hij lijden. Wel worden deze woorden bijna
niet gelovig uitgesproken, want geen mens denkt eraan dat leed een waarachtig
werkzaam opvoedingsmiddel is in een wereld waarin alleen steeds dat wordt
nagestreefd, wat goed is voor het lichaam, waarin de liefde Gods niet
wordt gezien in toestanden van nood en kommer. En toch is het Zijn liefde
die zich zo uit zoals het dienstig is voor de ziel. Want God is op de
hoogte van de zegen van het leed en Hij wendt daarom vaak zulke middelen
aan, om de mensen van de aardse wereld af te houden, Hij wil hen liever
zien lijden dan ondergaan in het moeras van de wereld en haar zonde.
Hij weet dat ziekte en pijnen een verandering teweeg kunnen brengen, maar
dat de wereld nooit een geestelijk resultaat kan bieden voor de ziel,
dat daarom de wereld eerst achteruit moet worden gesteld, waarvoor God
Zijn indirecte hulp geeft doordat Hij de mensen afhoudt van de wereld
en de gevaren ervan, door middelen die wel schijnbaar de liefde van God
laten ontberen, maar voor de ziel nooit verderfelijk zijn, tenzij de mens
in opstand komt tegen het lot en hij om Zijn tegenstander roept. Dan zal
hij wel worden geholpen, maar anders dan de mens het zich voorstelt, hij
helpt wel maar nooit zonder tegenprestatie. En deze tegenprestatie bestaat
uit het afstaan aan hem van de ziel.
Geef u daarom over aan de wil van God als u getroffen wordt door nood
en leed, mor en klaag niet, buig uw hoofd onder Zijn ordening en richt
uw ogen alleen maar omhoog naar Hem. En Hij zal het kruis van u afnemen,
Hij zal het u licht maken, zodra u zich, zonder iets te willen, overlaat
aan Hem en zijn genadevolle leiding. Want u zult u steeds bemind kunnen
weten door Hem die alleen door leed en nood u zelf voor zich wil winnen, die uw ziel wil louteren en haar steeds weer de gelegenheid biedt zich
te beproeven in geduld en zachtmoedigheid, opdat dan de hulp Gods duidelijk
komt, opdat Zijn liefde zichtbaar ingrijpt en Hij ook alle wonden heelt
op de juiste tijd.
Amen
|