BD.5627
15 maart 1953
Strijd met het zwaard van de mond - Waarheid
Bind de strijd aan met alles wat geestelijk tegen u gericht
is, strijd met het zwaard van de mond, want het is een heilige strijd:
u bent strijders voor Mij en mijn rijk. En wat geestelijk in tegenspraak
is met u, is tegen Mij gericht, zolang u Mij en mijn woord verdedigt voor
de wereld.
Mijn zuivere evangelie moest de mensen verkondigd worden, daarom zond
Ik mijn discipelen in de wereld opdat ze alle volkeren zouden onderrichten.
Alleen door het zuivere evangelie, alleen door de waarheid konden ze het
rijk Gods verwerven, want de waarheid verkondigt Mij en wijst de weg
naar Mij. Zodra de waarheid wordt misvormd, is ook de weg naar Mij oneffen,
Ik zelf ben niet meer goed te herkennen en het doel van de mens wordt
onduidelijk en wordt daarom niet meer nagestreefd.
Als nu de mensen weer de weg naar het eeuwige leven getoond moet worden,
dan moet eerst de waarheid zich weer baan breken, Ik zelf moet helder en
duidelijk kunnen worden herkend, pas dan streven de mensen weer naar het
juiste doel, ze kunnen in contact komen met Mij en zalig worden en eeuwig
leven. Ik zelf ben de Weg, de Waarheid en het Leven!
U nu, die Ik Mij als mijn discipelen van de eindtijd heb uitgekozen en
opgeleid, u kent de waarheid, u hebt ze van Mij zelf vernomen en u weet
ook wat voor 'n gevaar de dwaling en de leugen is en in welke geestelijke
nood de mensen zich bevinden die niet onderricht worden in de waarheid.
Daarom is de dwaling en de leugen een sterke vijand van Mij en ook van
u die in de waarheid wandelt. En tegen deze vijand moet u ten strijde
trekken.
Deze opdracht geef Ik u steeds weer, dat u moet strijden voor Mij en mijn
leer, dat u zult moeten strijden met het zwaard van uw mond. Weliswaar
zult u veel vijanden vinden die zich overtuigd voor hun valse leren inzetten,
maar u zult tegenover hun dwaalleren de zuivere waarheid kunnen stellen
en u zult ze altijd kunnen verslaan, wanneer ze geen openlijke aanhangers
zijn van de vorst der duisternis in zoverre, dat ze helemaal niet het licht
en de waarheid willen, dat ze niet voor het door hen ingeziene ware strijden,
veeleer voor zichzelf en hun macht.
Uw zwaard zal waarlijk scherp geslepen zijn, want u zult al het valse
kunnen weerleggen, de woorden zullen u in de mond worden gelegd, mijn geest zal u leiden, dus Ik zelf sta u terzijde als Legeraanvoerder en
de waarheid zal ook zegevieren, maar kan ook veel slachtoffers kosten
aan de kant van de vijanden, die liever ten onder gaan dan hun dwaling
op te geven, om hun macht niet in te boeten.
Dezen is het ook niet om de zuivere waarheid te doen, integendeel trachten
ze eerder, als vertegenwoordigers van mijn tegenstander, het licht te
verduisteren dat hun wordt voorgehouden. En daarom zullen zij de slachtoffers
zijn van de strijd, maar die moet worden uitgevochten aan het einde van
deze tijd, want de vorst der duisternis zal tenslotte tegen Mij ten strijde
trekken, hij zal trachten Mij te onttronen met leugens en laster en dan
moet u hem tegemoet treden; Ik wil spreken door u tot diegenen die door mijn tegenstander worden beheerst, en Ik wil ook hun nog de weg tonen
die naar het doel voert, naar het eeuwige leven, maar die alleen door
de waarheid kan worden opgegaan.
Amen |