BD.5557
15 december 1952
Aardse opdracht; wilsbeslissing
U heeft een inspannende weg moeten afleggen, voordat u zover
was de laatste test van uw wil af te kunnen leggen. Uw ziel, eens opgelost
in talloze zielenpartikeltjes, die in een gekluisterde toestand een rijpingsproces
moesten doormaken, is weer tot een geheel samengevoegd. U heeft weer het
zelfbewustzijn teruggekregen en u staat nu als individu voor de beslissing
om voor u die Heer te kiezen, die u wilt toebehoren.
Deze beslissing is de zin en het doel van uw aardse bestaan en moet in
vrije wil genomen worden, 'n ander kan deze beslissing niet voor u nemen.
Ze moet door uzelf onvermijdelijk op het einde van uw leven genomen zijn,
omdat uw lot in de eeuwigheid afhangt van deze beslissing.
Heel belangrijk en zwaarwegend is daarom uw instelling ten opzichte van
uw aardse levensopdracht, zij kan u licht en zaligheid maar evengoed ook
dood en verderf brengen. U alleen beslist dat door uw wil, want het geloof
daaraan kan u niet door dwang worden opgedrongen. Juist daarom is het
heel zelden onder de mensen te vinden, juist daarom bereiken de mensen
maar zelden hun doel de juiste Heer gekozen te hebben.
Het ongeloof komt echter overal tot uiting en steeds meer vergeten de
mensen hun levensopdracht. Iedere gedachte geldt alleen de wereld die
zij na een korte tijd verlaten moeten, hun interesse gaat uit naar wat
voorbij is. De herinnering aan hun lijdensweg door de materie is van hen
weg genomen, want zij moeten in vrije wil hun beslissing nemen en mogen
niet uit vrees voor de juiste Heer beslissen.
En nu is het gevaar dat hun beslissing in hun nadeel uitvalt, dat zij
al hun zinnen naar de materie richten en daardoor de "heer van deze
wereld" kiezen die zij nu weer ten offer vallen. Hem hebben zij het
dan ook te danken dat zij hernieuwd gekluisterd worden in de harde materie,
omdat zij verkeerd beslist hebben.
Zij moesten hun ogen hemelwaarts richten, zij moesten opwaarts streven
en de wereld de rug toekeren, dan was de juiste beslissing genomen. Dan
was de weg door de gehele schepping een succes geweest, dan had het aardse
leven het wezen zijn bekroning gebracht en de ziel vond de juiste Heer
en is Hem tegemoet gesneld.
Dan heeft de mens de wilsproef op aarde doorstaan, hij kan het zware aardse
lichaam afleggen en rijk als geest de eeuwigheid ingaan. Dan is de lange
aardse weg van voorheen niet vergeefs geweest. Het wezen is teruggekeerd
vanwaar het is uitgegaan, het heeft de Vader herkend en zichzelf aan Hem
overgegeven voor eeuwig.
Amen |