BD.5485
13 september 1952
Aardse nood is vaak een openbaring van Gods liefde
Mijn liefde voor u is onbegrensd. En toch gelooft u vaak aanleiding
te hebben dit te betwijfelen. U voelt zich vaak door Mij verlaten. U wordt
geconfronteerd met allesoverheersende aardse nood en u weet zich geen
raad. Maar dan ben Ik slechts schijnbaar van u geweken om door u te worden
gezocht, omdat Ik u steeds weer opnieuw mijn liefde wil tonen doordat
Ik u help. Want nooit is de nood zo groot, dat Ik ze niet zou kunnen opheffen.
Ik wil u mijn liefde openbaren, omdat Ik uw wederliefde wil winnen. Uw
geloof in Mij en mijn macht, uw eerbied voor Mij en uw gehoorzaamheid
zijn niets zonder uw liefde, want deze alleen laat Mij mijn kinderen vinden.
En waar liefde is, is ook geloof en eerbied en gehoorzaamheid. Maar de
liefde is het belangrijkst, omdat die alleen gelukkig maakt. Wat doe Ik
niet allemaal om uw liefde te winnen. Maar als Ik u het mooiste leven
op aarde zou bezorgen, als Ik u ook alles zou geven wat u op aarde gelukkig
maakt, dan zou dit alleen uw liefde voor de wereld groter maken, maar
niet voor Mij, die u niet ziet omdat uw blik op de wereld is gericht.
Daarom moet Ik me vaak van u terugtrekken, ook al is het slechts schijnbaar.
Ik moet u in wereldse verlatenheid laten geraken, in een toestand van
nood en lijden. U zult uw eigen onmacht moeten inzien en ook de liefdeloosheid
van uw medemensen, om dan Mij te zoeken, naar Mij te roepen en dan ook mijn grote liefde voor u te beseffen als Ik u uit uw nood heb bevrijd.
Dan ontwaakt ook in u de liefde en ze wordt steeds groter, omdat u in
Mij uw trouwste vriend en broeder ziet, de helper uit alle nood, de Vader
die Zijn kinderen innig liefheeft.
Mijn liefde zult u niet voor eeuwig kunnen weerstaan, maar uw wederliefde
kan Ik niet afdwingen. Daarom tracht Ik ze te winnen met alle geduld,
zonder ooit te verzwakken in mijn liefde, die u toch heeft geschapen.
En elke liefdevolle gedachte van u vergroot mijn liefde, omdat die er
een zeker teken voor is dat Ik u spoedig voor eeuwig heb gewonnen. Weet
daarom, dat u nooit verlaten bent wanneer u zich aards in nood bevindt.
Weet, dat Ik dadelijk kom naar u die Mij roept. Weet, dat Ik dan alleen
uw liefde wil doen ontbranden, dat Ik hevig naar u roep, naar uw liefde
verlang, als een Vader die Zijn kind in de armen wil sluiten om het met
Zijn liefde gelukkig te kunnen maken. Maar de liefde moet niet van één
kant komen. Wederliefde maakt pas gelukkig en deze wil Ik van u ontvangen.
Ik verlang steeds naar u. Maar soms zult u in noodsituaties terecht komen,
want u staat midden in de wereld en uw verlangen is nog zeer verdeeld,
het richt zich vaak op aardse zaken. En dan grijp Ik soms naar middelen,
die u weer naar Mij moeten toekeren, om dan met mijn liefde op de voorgrond
te treden, om u weer mijn liefde zo te bewijzen, dat ook u in liefde voor
Mij ontsteekt, dat u van Mij zult worden en voor eeuwig blijven.
Amen |