BD.5441
18 juli 1952
Een beschrijving van het hiernamaals is slechts door middel van beelden
en vergelijkenderwijs mogelijk
Alles wat boven uw aardse leven uitgaat zal een mysterie
voor u blijven, zelfs al wordt het u door de goedheid en liefde van uw
hemelse vader verklaart, want het kan altijd alleen op een voor u begrijpelijke
wijze worden uitgelegd zolang u op deze aarde vertoeft. U kunt uzelf ondanks
alle uitleg slechts een voorstelling vormen in zoverre dit met uw bevattingsvermogen
en uw inzichten overeenkomt, en deze kennis probeert u ook toe te passen
op de gindse wereld die voor u nog gesloten is.
Maar u denkt er niet over na hoe onnoemelijk begrensd uw kennis is en
hoe onbeschrijfelijk klein en ook armzalig deze aarde is die u bewoont,
vergeleken met al de heerlijkheden van vele andere scheppingen in het
rijk van God. U denkt er niet aan dat iedere mogelijkheid van vergelijking,
om u mensen een volledig begrip te kunnen geven van de bovenaardse wereld,
u ontbreekt.
Daarom is het ook onmogelijk u opheldering te geven welke geheel volgens
de waarheid is. U kunt alleen vergelijkenderwijs beschrijvingen ontvangen
waarin u kunt zien dat precies zoals op aarde, daar ook wetten moeten
worden nageleefd -dat de goddelijke ordening in het geestelijke rijk onvoorwaardelijk
opgevolgd moet worden, als de opwaartse ontwikkeling ook in het hiernamaals
wil voortgaan. Verder is het onmogelijk geestelijke indrukken over te
brengen aan mensen op de aarde of die bij benadering te verklaren. Er
zijn geen woorden te vinden voor dat wat de wezens in het hiernamaals
ervaren en die hun toestand aan u mensen zouden kunnen beschrijven. Onder
deze ervaringen valt te verstaan de uitwerking van datgene wat ze beleven,
wat ze zien en wat ze voelen bij het zien van de niet te beschrijven scheppingen,
of die nu van zalige - of onzalige aard zijn. Deze dingen aan u mensen
weer te willen geven is alleen mogelijk door middel van vergelijkende
beelden, zodat u dus aardse begrippen voor ogen worden gesteld die u wel
de zin en het doel duidelijk maken, maar toch nooit aan de werkelijkheid
beantwoorden.
De lichamelijke dood is niet het einde. De ziel leeft voort in sferen
die zij zichzelf door het aardse leven heeft geschapen. Zalig of onzalig
kan haar lot zijn. Maar hoe het ook zij, het kan u mensen slechts aanschouwelijk
worden voorgesteld, en iedere verduidelijking ervan, iedere beschrijving
is altijd maar een zwakke poging een probleem met voor u bekende begrippen
op te lossen om in u het verantwoordingsgevoel tegenover uw ziel te versterken
wier lot in het hiernamaals u mensen op aarde zelf gestalte geeft.
De mensheid is de kennis over aangelegenheden in het hiernamaals onthouden,
en ze zal ook nooit kunnen doordringen in een gebied dat eerst dan betreden
kan worden, wanneer de geestelijke ontwikkeling van een mens die graad
bereikt heeft dat hij met geestelijke ogen kan zien. En zelfs dan zal
het nog steeds niet mogelijk zijn de indrukken en de gevoelens op een
begrijpelijke wijze aan de medemensen weer te geven, omdat het aardse
rijk en het geestelijke rijk twee geheel gescheiden gebieden zijn waarin
voor het ene niet meer opgaat wat in het andere geldt, dus de geboden
die in het ene rijk van kracht zijn, zijn in de andere wereld opgeheven.
En toch is het geestelijke rijk werkelijkheid en een ieder zelf zal zich
daarvan kunnen overtuigen, wanneer hij zijn lichamelijk omhulsel aflegt
en ingaat in dat rijk. Dan zal hij begrijpen dat de mensen op deze
aarde geen opheldering konden ontvangen, die geheel met de waarheid overeenstemt.
Amen |