BD.5428
4 juli 1952
En vergeef ons onze schuld
Vergeef elkaar zoals Ik u vergeef. Bij u, mensen heeft vijandschap
nog te vaak de overhand, u kunt uw vijanden nog geen liefde geven en hun
de schuld vergeven, u bent jegens hen nog vervuld van toorn, u wenst hun
niets goeds, zelfs wanneer u zich onthoudt het toewensen van het slechte,
u oefent niet het geduld en stuift op als u beledigd wordt en daarom leeft
u nog lang niet vanuit de navolging Jezus.
De liefde in u is nog niet zo machtig geworden dat ze geen ruimte meer
overlaat voor een vijandige gedachte. U ziet niet uw broeder in de naaste,
anders zou u hem vergeven en een krenking niet zo zwaar voelen. En toch
moet Ik u uw schuld vergeven die toch tegenover Mij net zo vijandig handelt,
daar u anders zonder schuld zou zijn. Mijn liefde voor u is overgroot
en de ernstige vraag om vergeving van uw schuld laat u vrij worden van
uw schuld. En nochtans moet Ik er een voorwaarde tegenover stellen, dat
u ook uw schuldenaren vergeeft als u mijn vergeving wilt verkrijgen.
Ik moet het daarom doen, omdat u toch het vaste voornemen moet opvatten
de zonde niet meer te doen, en omdat voor dit voornemen ook de liefde
in u moet zijn tot de naaste die tegenover u schuldig geworden is. U moet
uw naaste liefhebben als uzelf. U moet hem de zondenschuld niet kwalijk
nemen, want geen enkele vijandige gedachte is geschikt wederliefde te
wekken, terwijl de liefde die u uw vijand betoont in hem ook opwellingen
wekt die positief te beschouwen zijn.
Elke verkeerde gedachte aan een mens wordt door slechte krachten opgenomen
en op hem overgedragen, en hij kan geen goede uitwerking hebben, omdat
kwaad alleen kwaad voortbrengt en er daarom steeds alleen maar kwaad wordt
vergolden, wat de kracht van het kwade snel vermeerdert en daarom dus
negatief werkt.
Maar u moet het goede tegenover het kwade stellen om dit af te zwakken
en wat kwaad is ten goede veranderen. U moet goede gedachten uitzenden
en ook uw vijanden alleen maar het goede wensen, omdat u daardoor de slechte
krachten verjaagt, omdat de goede gedachten een verlossende uitwerking
hebben, dus wrok en haat verzachten, weer goede opwellingen wekken en
zelfs in staat zijn de vijand te veranderen tot vriend, omdat de kracht
van de liefde steeds een goede uitwerking heeft.
Daarom zult u dan pas vergeving bij Mij vinden, wanneer u ook uw schuldenaren
hebt vergeven, want hoe kan Ik mild zijn voor u die nog streng oordeelt
en vijanden hebt, omdat u zelf de vijandschap overeind houdt? Wanneer mijn liefde u de schuld vergeeft, laat dan zo ook uw liefde toegevendheid
betrachten. Denk in gunstige zin over uw vijanden, vergeef hen die u beledigd
hebben, laat steeds de liefde in u oordelen en deze zal zeker willen vergeven,
want waar liefde is, kan haat - en wraakgevoel niet bestaan, waar liefde
is, ben Ik zelf en Ik oordeel waarlijk niet liefdeloos, Ik vergeef u uw
schuld zoals u uw schuldenaren vergeeft.
Amen |